De tijdbom onder betalingsparadijs België
De betaalkaart Bancontact/MisterCash moet straks uit de Belgische markt verdwijnen. Wie springt in het lucratieve marktsegment? De dominante positie van MasterCard veroorzaakt een impasse.
Er tikt een tijdbom onder het ‘betaalkaartenparadijs’ België. Bij bankiers, handelaars en consumenten is de onzekerheid groot. De Europese Commissie wil betalen met een bankkaart vanaf eind 2010 overal in Europa even eenvoudig, snel en goedkoop. Daarvoor is begin dit jaar een uniforme betaalzone opgezet (Single Euro Payments Area of SEPA). Europa wil alle lokale systemen vervangen, hoe succesvol of efficiënt ze ook zijn.
In België staat Bancontact/MisterCash op verdwijnen. De betaalkaart was in 2007 goed voor 755 miljoen transacties of een omzet van 38 miljard euro. Ons land heeft nog twee jaar om de omschakeling waar te maken. Wie de alternatieve betaalkaart levert, wanneer en tegen welke prijs is compleet onduidelijk.
In de lente van 2006 dachten de Belgische banken de oplossing te hebben. Ze kondigden collectief aan dat Bancontact/MisterCash vervangen werd door Maestro, eigendom van MasterCard. Een logische keuze. Nagenoeg 95 % van alle debetkaarten in België is voorzien van Maestro en de helft van alle handelaars beschikt over een terminal die grensoverschrijdend betaalverkeer met Maestro toelaat.
Kortom, Maestro is een bekend systeem dat zijn gebruiksvriendelijkheid heeft bewezen. En de overstap kan zonder veel technische problemen of tijdverlies. Ook voor de handelaars en de consumenten leek dat een interessante piste. Tot MasterCard zijn nieuwe tariefschema bekendmaakte. Voor elke interbancaire betaling zou vanaf 1 januari 2008 een afwikkelingsvergoeding van 0,05 euro plus 0,20 % van de transactiewaarde worden aangerekend.
“Fabelachtig en buitenmaats”, reageerden prompt de gebruikersverenigingen, de distributiesector en de middenstandsorganisaties. Unizo rekende het uit. Nu betaalt de eigenaar van een gemiddelde kledingwinkel in België ongeveer 390 euro aan transactiekosten, als je ervan uitgaat dat hij per jaar 6000 betalingen ontvangt met Bancontact/MisterCash. Met Maestro zou dat 3173 euro zijn, of acht keer zo veel.
Man in de straat
“Ik begrijp niet waarom de overheid geen paal en perk stelt aan dergelijke prijsvoorstellen”, zegt Chris De Clercq, de uitbater van een Proxy Delhaize in Sint-Joris-Weert. Als voorzitter van de Vereniging van Voedingsdetaillisten volgt hij de problematiek met argusogen. “Beleidsmakers moeten die praktijken beter in de hand houden, want dit treft rechtstreeks de portefeuille van de man in de straat.”
Fedis dreigde een klacht in te dienen bij de mededingingsautoriteiten. Na veel discussie en onder druk van de distributiefederatie besliste de banksector in maart 2007 af te zien van de omschakeling naar Maestro. Sindsdien kijken alle partijen de kat uit de boom. Het prijsvoorstel van MasterCard veroorzaakte nogal wat onderling wantrouwen. Maar hoe kan de impasse doorbroken worden?
“De overschakeling van Bancontact/MisterCash naar Maestro had de Belgische handelaars en dus ook de Belgische consument alleen al in 2008 minstens 64,5 miljoen euro méér gekost. En dan spreek ik alleen over de interchange fee of afwikkelingsvergoeding die MasterCard wilde aanrekenen”, zegt Gijs Kooken, bedrijfsjurist van de studiedienst van Unizo. “Het was niet duidelijk of hierin ook de effectieve transactiekost en de winstmarge van de verwerker waren inbegrepen.”
Die afwikkelingsvergoedingen – die eigenlijk een interbancaire betaling zijn voor transacties met een betaalkaart – zijn al langer een doorn in het oog van de handelaars. Tien jaar geleden diende het Europese retailplatform EuroCommerce hierover een klacht in bij de Europese Commissie. Eind vorig jaar oordeelde Europees commissaris voor Concurrentiebeleid Neelie Kroes dat MasterCard zijn afwikkelingsvergoedingen voor internationaal betaalverkeer binnen de zes maanden moest intrekken. Zoniet zouden dwangsommen volgen.
MasterCard ging tegen die beslissing in beroep. “We onderhandelen nu over een nieuwe tariefstructuur voor de Belgische markt”, zegt Marcel Roelants, topman van MasterCard Benelux. “Er is geen sprake meer van een Europees tariefschema. Die les hebben we ondertussen geleerd. We willen nu duidelijk inspelen op de lokale markt door een prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden die de klanten zelf bepalen.”
Hoe die nieuwe tariefstructuur eruitziet en wanneer ze bekend wordt gemaakt, wil Roelants niet kwijt. Al geeft hij toe dat de tijd dringt. MasterCard kan sinds begin dit jaar zijn debetkaart Maestro los van Bancontact/MisterCash aanbieden. Uiterlijk op 21 juni moet de kaartenuitgever een alternatieve formule voorleggen aan de Europese Commissie voor zijn afwikkelingsvergoedingen, of er volgen boetes.
Nieuwe landing van Normandië
Het probleem voor de Belgische handelaars en gebruikers is het gebrek aan alternatieven. Maestro is de enige werkbare Europese debetkaart in ons land. Concurrent Visa, dat onlangs naar de beurs ging, heeft een alternatieve versie: V-Pay. Die wordt nu al in Spanje en in Duitsland gebruikt. In eigen land wordt die kaart ten vroegste in de tweede helft van het jaar verwacht. Met de banken Fortis en KBC werden al akkoorden gesloten.
Er is nog een derde mogelijke kaper op de kust. Een buitenbeentje met Belgische roots: de betaalkaart Payfair van de Brusselse firma European Payment Solutions (EPS). Initiatiefnemer Dominique Buysschaert, zelf afkomstig uit de kleinhandel, wil met de steun van grote bedrijven als Carrefour, Colruyt en Delhaize – die het leeuwendeel van betaaltransacties met Bancontact/MisterCash aantrekken – een eigen debetkaart lanceren (zie kader: ‘Ryanair’ van de betaalkaarten).
“Het is ironisch dat Europa door de creatie van de uniforme betaalruimte SEPA de poort wijd openzette voor twee niet-Europese giganten om de markt voor debetkaarten in te palmen”, vindt Buysschaert. “Dit is als de landing van Normandië voor Amerikaanse bedrijven als MasterCard en Visa. Met Maestro en V-Pay zullen zij wellicht elk 40 % grijpen, dus blijft er nog 20 % marktaandeel over voor spelers zoals wij. We hopen met Payfair uiterlijk volgend jaar op Europese schaal actief te zijn.”
Dit manifeste gebrek aan concurrentie speelt ook de Commissie parten. Met haar strenge aanpak van de obscure afwikkelingsvergoedingen van MasterCard wil ze net vermijden dat banken onder één hoedje gaan spelen met kaartenuitgevers. Een gezonde wedijver op het vlak van prijzen, dienstenaanbod en innovatie is het ultieme doel.
Er is een precedent. In 2002 werd ook Visa al op de vingers getikt door de Europese Commissie voor haar afwikkelingsvergoedingen. Toen kreeg Visa de toelating om haar tarieven te behouden als aan twee voorwaarden werd voldaan. Eén: de tarieven moesten steunen op een objectieve kostenbasis, bepaald door de bank van de kaarthouder. Twee: de handelaars moesten inzage krijgen in de interbancaire vergoedingen.
Cash is nog niet duur genoeg
Bankiers en handelaars hebben er alle belang bij betalingen met contant geld te vermijden. Cash is duur. De prijs voor geldtransport, bewaking en beveiligde kassa’s kan erg hoog oplopen. Elektronische betaalkaarten vormen de beste remedie. Als de Belgische banken erin slagen contant geld terug te brengen tot 60 % kunnen ze 100 miljoen euro besparen, zo rekende McKinsey twee jaar geleden uit.
Volgens professor Economie Leo Van Hove (VUB) knelt daar net het schoentje. Cash is nog niet duur genoeg voor de consument of de maatschappij. “Studies wijzen uit dat de distributie van contant geld voor banken een verliespost is. De verliezen financieren ze met de winsten van de betaalkaartenbusiness. De reden hiervoor is simpel. Klanten zijn veel gevoeliger voor kostenverhogingen als ze geld uit de muur halen.”
Een verbod op de afwikkelingsvergoeding van MasterCard, een bedrag dat eigenlijk een compensatie moet zijn van de bank van de handelaar aan de bank van de kaarthouder, kan dus perverse gevolgen hebben. “Cash is duidelijk te laag geprijsd als banken bij de verdeling ervan geld verliezen.”
Van Hove vreest dan ook dat Neelie Kroes een stap in het onbekende zet. “Het is best mogelijk dat betaalkaarten te duur zijn. Maar als beleidsmakers de politieke moed hadden om de maatschappelijke kostprijs van contant geld te verhogen, dan zou de behoefte om ‘buitensporige’ vergoedingen bij betaalkaarten aan te rekenen veel minder groot zijn.”
Wellicht wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Waarnemers gaan ervan uit dat er een ‘Visa-oplossing’ voor MasterCard uit de bus komt. Maar zolang ‘Nikkelen Neelie’ hierover geen duidelijkheid verschaft, blijft de tijdbom in België tikken. Marcel Roelants van MasterCard ontkent niet dat de regeling op EU-niveau een impact kan hebben op de tariefstructuur in België.
Fedis gaat ervan uit dat Bancontact/MisterCash behouden blijft tot internationale betaalsystemen als Maestro, V-Pay en andere bewijzen dat zij in België efficiënter en goedkoper zijn. Dat lijkt ook het meest realistische scenario. Banken noch handelaars hebben er belang bij dat elektronisch betalen ontmoedigd wordt en dat consumenten daardoor teruggrijpen naar contante geldtransacties.
Blijft de impasse duren, dan zou het ‘elektronischebetalingparadijs’ België in 2011 snel tot een glorieus verleden kunnen behoren. (T)
Door Piet Depuydt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier