De tijd is niet rijp voor splitsing RVA

Luc Sels decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de KU Leuven

12 januari 2011 – Siegfried Bracke gooit het denkspoor van een splitsing van de RVA op tafel, en op die manier ook een stok in het hoenderhok. Is de tijd echt rijp voor een VVA, een Vlaamse dienst Voor Arbeidsvoorziening? Aan één noodzakelijke voorwaarde lijkt voldaan: eigenheid. Niet van het Vlaamse volk, wel van de Vlaamse arbeidsmarkt. Kijken we naar de samenstelling van de populatie werkenden en werklozen, de demografische trends of de krapte- en werkloosheidsgraad, dan stellen we vast dat de verschillen tussen de regio’s groter zijn dan de verschillen in de regio’s. Die eigenheid van de problemen legitimeert een zekere specificiteit in het arbeidsmarktbeleid. Maar is dat een voldoende voorwaarde voor regionalisering? Here are my two cents.

Er is natuurlijk al behoorlijk geregionaliseerd. De arbeidsbemiddeling en her- en bijscholing zijn in handen van VDAB, Forem, Actiris en het Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft. Dat is goed, want de prioriteiten in activerend arbeidsmarktbeleid worden sterk bepaald door de eigenheid van een arbeidsmarkt. We moeten die logica echter durven door te trekken naar andere hefbomen voor activering die momenteel deels federaal zijn: de begeleiding van leefloners, de sociale inschakelingseconomie, de PWA’s en dienstencheques, enzovoort. Als u de grap over gerookte, zoetwater- en zoutwaterzalmen uit Obama’s State of the Union heeft gehoord, zal u begrijpen dat dit niet alleen doeltreffend, maar ook doelmatig is.

Bemiddeling werkt maar als de werkloze beschikbaar en werkwillig is. Omdat de bemiddelaar daar zelf het meest zicht op heeft, is het logisch de controle van beschikbaarheid ook regionaal te verankeren. De bemiddelaar krijgt zo naast een grote wortel ook een stevige stok. Tot daar gaan vriend en vijand een heel eind mee. Dat geldt niet voor het vervolg. Willen we controleren op beschikbaarheid en werkwilligheid, dan moeten we ook kunnen bepalen welke jobs een werkzoekende mag weigeren dan wel moet aanvaarden, en eveneens welke zoekintensiteit volstaat om te kunnen spreken van werkwilligheid. We hebben dus aangepaste definities van passende dienstbetrekking en passend zoekgedrag nodig. Op een arbeidsmarkt die kreunt onder de mismatches, zijn de soepelheid van die definities en het succes van arbeidsbemiddeling zo vervlochten, dat met het ene best ook de bevoegdheid voor het andere geregionaliseerd wordt. Dat geldt ook voor de doelgroepspecifieke banenplannen, die mits maximale afstemming op de regionale populatie van werkzoekenden, de bemiddeling veel kracht kunnen bijzetten.

Is er dan nog ruimte voor een federale RVA? Natuurlijk wel. Ten eerste moeten ook uitkeringen betaald en zo nodig opgeschort worden. Dat zijn transactionele taken, die grote bedrijven zouden concentreren in shared service centres. Niet zozeer omdat dit doeltreffend is, wel omdat het doelmatig is. Naar analogie kan de RVA optreden als shared service van regionale tewerkstellingsdiensten. Of dan ook de sanctionering bij de RVA moet blijven? I couldn’t care less, zolang de sanctie maar conform is met de uitkomsten van de regionale beschikbaarheidstoets. Ten tweede wordt in dit moeilijke debat weleens vergeten dat de RVA-uitkeringstrekkers voor slechts 52 procent uit werklozen en bruggepensioneerden bestaan, en maar liefst voor 48 procent uit werknemers (onder andere tijdelijk werklozen en loopbaanonderbrekers). Een volledige regionalisering zou bijgevolg ook de uniformiteit van het arbeidsrecht onder druk kunnen zetten. Ik ken niet veel werkgevers die daar echt warm van worden. Ten derde creëert een splitsing van de RVA ook een barst in het huis van de sociale zekerheid. Alleen al het idee lanceren, lijkt voldoende om de laatste rek uit de regeringsonderhandelingen te halen. De tijd is er dus niet rijp voor.

U heeft het geraden, ik kan goed leven met een serieuze (maar begrensde) stap in de verdere regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Niet omwille van ‘eigen arbeidsmarkt eerst’, wel vanuit de overtuiging dat dit de doeltreffendheid van het arbeidsmarktbeleid in elke regio ten goede komt. Allemaal op voorwaarde dat regionalisering hand in hand gaat met versterkte samenwerking en uitwisseling van goede praktijken tussen de tewerkstellingsdiensten. Anders stranden we in de verkeerde logica: te kleine arbeidsmarkten met te kunstmatige grenzen, die omwille van te grote verschillen in beleid te ver uit elkaar drijven. Daar vaart niemand wel bij.

Decaan faculteit economie van de KU Leuven

LUC SELS

Een volledige regionalisering van de RVA kan de uniformiteit van het arbeidsrecht onder druk zetten. Ik ken niet veel werkgevers die daar echt warm van worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content