De terugkeer van de ruilhandel
Hoe koop je iets zonder geld uit te geven? Door gewoonweg te ruilen. Om deze praktijk te institutionaliseren, heeft Res Barter System een virtueel betaalmiddel voor KMO’s ingevoerd.
In de zakenwereld zijn heel wat liefhebbers van de ruilhandel te vinden: in plaats van in klinkende munt te betalen, proberen sommige ondernemers steeds vaker een dienst, een product of mankracht uit te wisselen voor iets gelijkaardigs dat zij nodig hebben. Het probleem is: wil iemand anders uw producten wel? Om aan dit probleem te verhelpen, heeft Walther Smets op Belgisch niveau een club in het leven geroepen waarin fictief geld – de trade euro – circuleert, dat de leden uitsluitend onderling kunnen overmaken om elkaar voor goederen of diensten te betalen.
Daartoe lanceerde de Leuvenaar in 1996 het bedrijf Res Barter System. Het bijzondere is dat deze ruilcirkel voorbehouden is aan KMO’s, zelfstandigen en vrije beroepen. “Het is de bedoeling dat KMO’s elkaar ondersteunen door bij elkaar dingen te kopen,” aldus Smets. “Dankzij de trade euros realiseren ze een extra omzet die onmogelijk was geweest als ze niet in het netwerk hadden gezeten.”
Geen ketens of grote bedrijven
Momenteel telt het netwerk 4500 leden. Het staat open voor alle professionele categorieën (restauranthouders, drukkers, advocaten, loodgieters, winkeliers enzovoort), zolang het maar om kleine structuren gaat. Brussel en Wallonië, die veel later van start gingen, tellen elk nog maar 400 leden. Maar de brutogroei bedraagt momenteel 50 tot 100 nieuwe leden per dag. “We zijn momenteel goed voor ruim 2,5 miljoen trade euro’s aan transacties,” aldus Smets. “De geldmassa die in omloop is, schatten we op ongeveer 1900 trade euros per lid.”
Hoewel het aantrekkelijk is, deed het Res-systeem van meet af aan vragen rijzen. “Wij zijn niet de uitvinder van het ruilsysteem op zich,” erkent Walther Smets. Het werd in de jaren dertig door twee Zwitsers uitgewerkt. Sindsdien bestaan er wereldwijd maar liefst 500 concepten van dit type.” Het Res-systeem werd voor België uitgewerkt en werd volgens de uitvinder goedgekeurd door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ( CBFA). Dat wordt echter ontkend door Peter Piu van de CBFA. De werking van het systeem is trouwens gelinkt aan de klassieke praktijk van de facturatie. “Uiteindelijk is er alleen het betaalmiddel dat wisselt,” zegt Gérard Nys, verantwoordelijke voor de ontwikkeling voor Wallonië. “De BTW wordt in contante euro’s betaald.”
Wisselgeld
Er is natuurlijk ook een máár. Om opgenomen te worden in het systeem betaalt elk lid een eenmalige bijdrage van 500 euro, exclusief BTW. Daar komt nog een jaarlijkse deelname in de kosten van 150 euro exclusief BTW bovenop. En tot slot moeten de koper en de verkoper op elke transactie nog een commissie betalen van 3,5 % (2,5 % in contant geld en 1 % in trade euros). “Dat is onze belangrijkste bron van inkomsten,” geeft Walther Smets toe, die in 2003 het boekjaar voor het eerst met winst kon afsluiten. 160.000 euro op een omzet van 2,8 miljoen euro. Smets: “Het systeem is verleidelijk, maar alleen voor bedrijven die marges hanteren die ruim genoeg zijn om deze commissies te compenseren.”
Om te vermijden dat sommige KMO’s niet meer weten wat ze met hun trade euros aan moeten, voorziet het reglement dat elk lid het deel van de transacties dat via Res betaald zal worden, zelf kan kiezen. Dat gaat van 25 % tot 100 %, op voorwaarde dat dit niveau voor de totaliteit van de transacties wordt gehandhaafd en dat dit duidelijk wordt aangegeven in de gegevensbank van het netwerk. Smets wil nu een nieuw product lanceren, de Barter Alliance, een soort kredietkaart voor de wereld van de ruilhandel waarvoor hij al principeovereenkomsten heeft ondertekend met verenigingen in een tiental Europese landen. Een oplossing voor grote spaarders in trade euros die niet meer weten wat ze moeten doen om de ruilbalans in hun voordeel te doen uitslaan.
Jean-Michel Lalieu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier