De spurt vooruit
De voorbije tien jaar zag Decca zwarte sneeuw. Eind 2015 nam Jan Vanpraet de producent van gepersonaliseerde sportkledij in fietsen, triatlon en running over van de familie De Clercq. Hij wil het bedrijf terug naar de voorste gelederen van het peloton loodsen. Een gesprek over herstructureren en herpositioneren, met een knipoog naar het verleden.
Een bedrijf dat zichzelf niet op tijd heruitvindt, is ten dode opgeschreven. Dat is in een notendop het verhaal van Decca, een acroniem voor De Clercq Confectie Atelier. In 1930 startte August De Clercq een eenmanszaak die uitmondde in de nv Breigoedfabriek De Clercq Gebroeders. Specialiteiten: pullovers, cardigans en debardeurs.
In 1970 zagen de gebroeders De Clercq een gat in de markt: gepersonaliseerde sportkledij, voornamelijk gericht op fietsers. De wielerploegen Watney-Maes en Marc Zeepcentrale, twee vaste waarden in het toenmalige profpeloton, werden uitgedost door de nieuwkomer uit Zottegem. Nadien reden wielericonen als Joop Zoetemelk, Freddy Maertens, Jan Raas, Edwig van Hooydonck, en recenter Alexander Kristoff en Joaquim Rodriguez rond in een Decca-uitrusting, en samen met hen duizenden Vlaamse fietsliefhebbers.
Vanaf de jaren negentig kreeg Decca het moeilijker. De afdeling breigoederen kreeg klappen. In die periode verdwenen of delokaliseerden tientallen confectiefabrieken in Vlaanderen. Decca maakte in zijn sportkledijafdeling de overstap van natuurlijke naar synthetische vezels en bleef de productie hardnekkig in België houden. Maar de concurrentie werd almaar moordender. Grote retailers begonnen meer sportkledij aan te bieden.
Schone slaapster
“Toen ik als freelancer in het familiebedrijf kwam begin 2015, zag ik meteen dat het een schone slaapster was. Decca was ingedommeld en had te weinig vernieuwd”, zegt Jan Vanpraet. De vijf familiale aandeelhouders gaven hem de opdracht de verkoop en de marketing te optimaliseren, en op zoek te gaan naar een investeerder. Jan had onder andere zijn strepen verdiend bij Eddy Merckx Cycles, waar hij in tweeënhalf jaar het netwerk van internationale distributeurs had uitgebreid van 3 naar 23.
In april 2015 kwam Vanpraet tot de conclusie dat het bedrijf niet zou overleven als de productie volledig in België bleef. “Ik stelde voor de productie te laten balanceren tussen Zottegem en Litouwen, en daarover transparant te communiceren naar onze twee grote doelgroepen: sportclubs- en verenigingen en bedrijven. Produceren we in het buitenland, dan krijgt de klant zijn uitrusting na zeven weken. Wil hij die binnen de drie weken, dan produceren we lokaal en betaalt hij iets meer. De kwaliteit en de afwerking moeten in beide productieomgevingen even goed zijn. Onze klanten reageren positief.”
In september 2015 gingen de aandeelhouders ermee akkoord dat Jan Vanpraet het algemeen bestuur zou overnemen en alle aandelen zou overkopen. “Voor het einde van het jaar was ik de nieuwe eigenaar van Decca.” Hij beklemtoont dat alles in de beste verstandhouding verliep, “maar op een bepaald moment moet je ervaren bloed met nieuw bloed mengen. Een bedrijf moet zich elke dag ter discussie durven te stellen.”
Toen Vanpraet het roer overnam, kleurden de cijfers rood. Intussen is de herstructurering volop bezig. “We moeten efficiënter werken en de kosten optimaliseren. Daarnaast wil ik nieuwe collecties lanceren om de continuïteit te waarborgen op langere termijn. Dit bedrijf heeft een veel te mooie geschiedenis om verloren te laten gaan. Onze nieuwe lijn zal voor het eerst ook in de retail te koop zijn en hier geproduceerd worden. Het label ‘Handmade in Belgium’ moeten we veel meer uitspelen.”
Vorig jaar draaide het bedrijf een kleine 2 miljoen euro omzet met 19 werknemers, waarvan 75 procent in sport en 25 procent in aanbestedingen van stukken breigoed, zoals gebreide truien voor de politie en De Lijn.
De heilige graal
Vanpraet wil investeren in innovatie: met technische stoffen, speciale coatings en vooral met zemen van topkwaliteit. “Samen met het kennis- en innovatiecentrum Centexbel hebben we een dossier opgestart om meer materialen te gebruiken die niet enkel het comfort maar ook het rendement van de sporter verhogen. Je zult niet sneller fietsen, maar wel minder energie verbruiken.”
Het zeem noemt Vanpraet de heilige graal van de koersoutfit. Op de fiets heb je drie contactpunten: handen, voeten en achterwerk. Vooral dat laatste krijgt veel te verduren. Na maanden testen heeft Decca met zijn Italiaanse partner een geperforeerd zeem ontwikkeld dat zweet snel afvoert. Zo wordt het zeem nooit vochtig en vermijd je irritaties. Het poronschuim zorgt voor een goed zitcomfort. Vanpraet beklemtoont dat afwerking en kwaliteit geen synoniemen zijn: “Je kunt een koersbroek hebben met een fantastische afwerking, maar dat betekent nog niet dat ze kwaliteitsvol is. Onze naad is misschien niet de mooiste, maar hij zal nooit loskomen.”
Al die stukken textiel worden aan elkaar genaaid en gestikt door dames met veel ervaring. In het Zottegemse productieatelier zijn de meeste stiksters niet meer van de jongste. “Deze dames en de hele ploeg zijn goud waard. Als ik geen Vlaamse stiksters meer vind, moet ik mijn heil zoeken via uitzendbureaus die werken met buitenlandse werkkrachten. Ik heb ook een partnership opgestart met de afdeling modetechnologie van de HoGent. Ik wil investeren in jonge mensen met een passie voor mode en textiel in combinatie met sport.”
De sportende vrouw
Uitdagingen bij de vleet bij Decca. Ook het distributiemodel wordt grondig heropgebouwd. “Er zijn twee markten, die van de gepersonaliseerde sportkledij en die van de retailspecialisten. Nu komen beide in elkaars vaarwater. Retailspecialisten beginnen gepersonaliseerde outfits te maken, alleen is hun businessmodel niet afgestemd op snelle levering. Omgekeerd kijken wij ook naar het retailkanaal. Onze nieuwe collectie zetten we in de markt via geselecteerde dealers en de webshop.”
Decca, dat nu 15 procent van zijn omzet uit export haalt, wil meer internationaliseren. Vandaag verkoopt het al sportkledij in Nederland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Jan Vanpraet ziet toekomst in de sportende vrouw. Die markt groeit heel sterk. De vrouwelijke wielertoeristenclubs schieten als paddenstoelen uit de grond. “Saartje Vandendriessche is ambassadrice van Decca. We gaan samen een initiatief op de markt brengen, gericht op de actieve, sportende vrouw. Decca sponsort vanaf dit jaar ook twee seizoenen lang het UCI Lensworld-Zannata-Etixx Ladies Team. Samen met die wielerploeg wil ik het vrouwenzeem optimaliseren. Ik sluit een partnership met een bedrijf in een compleet andere maar complementaire omgeving niet uit.”
Vanpraet kijkt niet alleen naar de klanten, maar besteedt ook veel aandacht aan leveranciers en partners. “Ik wil een ecosysteem van partnerships creëren. Decca is ook trouwe partner van de wielerploegen Leopard en Cibel en in triatlon hebben we partnerships met SMO, XCD en 3MD.”
Anno 2016 combineren stoffenfabrikanten natuurlijke vezels, zoals wol, opnieuw met synthetische vezels. “Dat willen we doen met onze toekomstige microcollecties: erfgoed verbinden met techniciteit en performantie”, zegt Jan Vanpraet.
Retro is hip
Retro is meer dan ooit in. Tijdens de voorjaarsklassiekers zit elke B&B in de Vlaamse Ardennen vol met Britten, Amerikanen, Australiërs, Japanners. Ze doen drie zaken: fietsen, naar de koers kijken en authentieke Vlaamse wielerspullen kopen, zoals retro koerstruitjes. Vanpreat: “We zijn in de jaren zeventig als eerste in Vlaanderen gestart met gepersonaliseerde wielerkledij voor teams, alles in wol toen. Nu ontwikkelen we weer een microlijn in merinowol met een retrolook. Zo willen we ook de jongere sporters bereiken. We hebben 45 jaar knowhow opgebouwd in sportpatronen. Begint het plots stenen uit de grond te vriezen, en je wil een ijsschaatspak, dan hebben we die patronen in voorraad. Want hoewel we vooral op fietsen, lopen en triatlon focussen, kunnen we voor bijna elke sport tenues maken.”
Vanpraet hoopt dat zijn bedrijf opnieuw een veilige stek in het peloton verwerft, of misschien wel een koploper wordt. In de gevarenzone, net voor de bezemwagen, wil hij niet lang meer vertoeven. Jan: “Ik schat de toekomst positief in. Onze nieuwe investeerder, die binnenkort aan boord komt, zal niet enkel werkkapitaal meebrengen, maar ook extra competenties en capaciteit voor de lange termijn. Er zijn ook al stappen gedaan om de organische groei te ondersteunen met een overname.”
Sam De Kegel, fotografie Thomas Sweertvaegher
“We hebben een dossier opgestart om meer materialen te gebruiken die niet enkel het comfort maar ook het rendement van de sporter verhogen”
“Met onze toekomstige microcollecties willen we erfgoed verbinden met techniciteit en performantie”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier