De sluipwegen van het geld (slot)

Europa wil de belastingen op spaargelden gelijktrekken voor de hele Unie. In 2011 gaat het bankgeheim voor de bijl. Reden genoeg voor veel spaarders om met hun centen naar belastingparadijzen te trekken. Drie weken lang volgt Trends de sluipwegen van het stiekeme geld. Na New York en Noord-Cyprus meren we aan op het Britse Kanaaleiland Jersey.St. Helier (Jersey).

St. Helier (Jersey).

Vriendelijk maar kordaat verwijst de bediende van de Bank Brussel Lambert in La Motte Street (St. Helier) mijn aanvraag naar de prullenmand. Als niet-inwoner van Jersey kan ik geen persoonlijke bankrekening op het Britse Kanaaleiland openen. Alleen vennootschappen komen in aanmerking, en dan moet ik bijgevoegd pak formulieren invullen.

“Maar ik heb hier een koffertje vol cash bij me,” probeer ik nog. Het gezicht van de loketbediende vertrekt plots in een vijandige grimas. “Grapje,” lach ik schaapachtig. Zichtbaar opgelucht valt het gezicht van de vrouw achter de balie weer in de plooi. “Gelukkig, want zeker na de aanslag op het World Trade Center van 11 september 2001 lacht de lokale overheid hier niet mee.”

“Klopt,” bevestigt Colin Powell, voorzitter van de Jersey Financial Services Commission ( JFSC), de plaatselijke bankcommissie. “Jersey heeft niet alleen de strengste antiwitwaswetgeving ter wereld, maar controleert sinds 12 oktober 2001 ook nog eens alle transacties op mogelijke banden met terroristische organisaties.” Ook moeten de financiële instellingen elke verdachte kapitaalbeweging melden. “Vorig jaar openden we 972 dossiers, een stijging van 54%. Voorts onderhoudt de JFSC goede relaties met het Amerikaanse ministerie van Justitie, dat dankzij onze inlichtingen heel wat belastingfraude kon opsporen. Als dank kregen we een tijd geleden een cheque van enkele miljoenen dollars.”

In de smalle straten van het toeristische eilandje vind je dan ook geen koperen platen van postbusvennootschappen meer. Jersey doet er alles aan om zijn imago van betrouwbaar financieel centrum hoog te houden. “De financiële sector neemt minstens 60% van de fiscale ontvangsten van het land ( nvdr – een totaal van 507 miljoen euro of 19% van het bruto nationaal product) voor zijn rekening,” zegt Phil Austin, gedelegeerd bestuurder van Jersey Finance, de belangenvereniging van 140 banken, verzekeringsmaatschappijen, auditfirma’s en advocatenkantoren. “Eind maart steeg het totaal van de bankdeposito’s tot ongeveer 135 miljard pond (211 miljard euro), terwijl de waarde van de investeringsfondsen tot 107 miljard pond (167 miljard euro) opliep. Het land is dus erg afhankelijk van zijn goede naam op financieel vlak. Zonder een onberispelijke reputatie zouden veel beleggers zich uit Jersey terugtrekken.”

Tegelijk moeten we het belang van Jersey als uitvalsbasis voor vreemd geld niet overschatten, vindt Austin. “Zo raamt het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) de totale offshoremarkt op meer dan 5000 miljard dollar. Slechts 15% bevindt zich in zogenaamde belastingparadijzen zoals Jersey. Ruim 60% zit in de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk.”

Europese gedragscode voor fiscaliteit

Eind vorig jaar kwamen de Europese ministers van Financiën overeen om vanaf 2011 het bankgeheim op te heffen en fiscale informatie over inkomsten uit intresten uit te wisselen. Alleen België, Luxemburg en Oostenrijk mochten tijdens een overgangsperiode hun systeem van roerende voorheffing bewaren. Daarnaast besloot de Europese Unie tegen 2005 alle concurrentievervalsende gunstregimes af te schaffen, en een uniforme belasting op rente en royalty’s in te voeren. Tegen eind 2002 moet dit zogenaamde EU Tax Package in een definitieve richtlijn worden gegoten.

Afgelopen zomer ondertekenden de meeste Europese banken noodgedwongen een akkoord met de Amerikaanse belastingdienst IRS om zowel persoonlijke als financiële gegevens over hun klanten mee te delen. Een weigering zou immers betekenen dat ze in de Verenigde Staten geen zaken meer mogen doen. Ondertussen onderhandelt de Europese Commissie met Zwitserland, de VS en de belastingparadijzen om vanaf 2011 informatie uit te wisselen over spaargelden van burgers uit andere lidstaten. Want zonder hun medewerking blijven de voorstellen een maat voor niets.

“We onderhandelen niet met Europa, maar we wisselen wel ideeën met elkaar uit,” benadrukt John Mills, algemeen directeur van het Policy & Resources Department, het ministerie van Financiën op Jersey. “De mensen vergeten vaak dat wij een autonoom gebied zijn, met een eigen rechtssysteem en een eigen parlement met fiscale bevoegdheden. Wij maken deel uit van een gemondialiseerde markt, dus volgen we de internationale ontwikkelingen op de voet. Zo sluiten we ons aan bij de wens om discriminerende gunstregimes aan banden te leggen met een gedragscode. Maar wij gaan voor de Europese Unie niet de kastanjes uit het vuur halen. Als de lidstaten en de andere betrokken partijen – de zogenaamde afhankelijke en geassocieerde landen – werkelijk hun afspraken in de praktijk omzetten, zullen wij zonder probleem volgen. Maar zover zijn we nog lang niet.”

De autoriteiten op Jersey zijn dan ook niet onder de indruk van de dreigementen van Dawn Primarolo, de Britse staatssecretaris van Financiën en voorzitter van de gelijknamige werkgroep die in november 1999 een lijst van 66 schadelijke belastingregimes in de Europese Unie publiceerde. Op die lijst stonden trouwens ook de Belgische coördinatiecentra, internationale ondernemingen die hun financieel centrum in België vestigen en daardoor een zeer lage belastingvoet genieten. In augustus vroeg Paul Le Claire, een senator uit Jersey, nog een referendum om volledig onafhankelijk te worden van het Verenigd Koninkrijk en zo de speciale belastingstatuten te kunnen behouden. Senator Pierre Horsfall, de feitelijke minister-president van het eiland, ging daar niet op in. John Mills: “Wel beloofden wij eind februari aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso) om vóór 31 december 2005 de nodige maatregelen te nemen om niet meer te beantwoorden aan hun definitie van belastingparadijs. Dat impliceert een transparantere boekhouding en de uitwisseling van informatie over de inkomsten van belastingplichtigen.”

Modernisering van het belastingstelsel

Vier maanden geleden onderschreef Jersey ook de doelstellingen van de Europese ontwerprichtlijn op spaarfiscaliteit, op voorwaarde dat iedereen zich aan dezelfde spelregels houdt. Tegelijk ondertekende het financieel toezichtsorgaan JFSC een samenwerkingsakkoord met de Amerikaanse beurswaakhond SEC (Securities & Exchange Commission).

“Daarom bereiden we nu een aanpassing van ons belastingsysteem voor,” zegt John Mills van het Policy & Resources Department. “Wij moeten namelijk de aantrekkelijkheid van ons eiland voor buitenlands kapitaal – lees: inkomsten – gaaf houden.”

Onder druk van de internationale strijd tegen elk discriminerend belastingregime heeft het eiland Man aangekondigd dat het een nultarief voor vennootschappen invoert. Jersey denkt aan een gelijkaardige maatregel. Mills: “Om het verlies aan staatsinkomsten te dekken, zoeken we naar mogelijkheden om de overheidsuitgaven in te krimpen en de inkomstenbelastingen – vandaag amper 4% voor meer dan de helft van de belastingplichtigen – wat op te krikken. In die zin zijn wij de EU en de Oeso zelfs dankbaar dat zij ons fiscale systeem hebben aangevallen, want die kritiek heeft ons ertoe aangezet om ons stelsel te moderniseren.”

Samen met drie topambtenaren werkt John Riva, tax partner bij KPMG in Jersey, aan een concreet voorstel om de discriminatie tussen de verschillende vennootschappen en privé-personen op te heffen. Zo onderzoekt de werkgroep de mogelijkheid om de huidige voordelen voor beleggingsvennootschappen van niet-ingezetenen (volledige vrijstelling) en holdings (een tarief van 0,5 à 2%) te behouden en uit te breiden naar alle mogelijke belastingplichtigen, in ruil voor een lichte verhoging van de inkomstenbelasting en/of de invoering van een BTW. Eind deze maand hoopt de werkgroep een concreet voorstel te kunnen indienen.

Volgens Riva zal het EU Tax Package geen negatieve invloed hebben op het buitenlands kapitaal in Jersey. “Integendeel. Dankzij de huidige ontwerprichtlijn zal onze belastingdruk op termijn nog verder verlagen, waardoor we nog meer bedrijven en vermogenden zullen aantrekken. Bovendien vragen we ons af of Europa wel in zijn opzet zal slagen. Enerzijds weten we niet hoe het die uitwisseling van informatie zal organiseren. Anderzijds lijken Zwitserland en de VS niet geneigd het spel mee te spelen.”

Ten slotte gelooft Jan Roels, internationaal belastingspecialist van Deloitte & Touche, dat de soep niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend. “De gesprekken met de niet-EU-lidstaten verlopen stroef. Bovendien past Europees commissaris voor de Mededinging Mario Monti met succes dezelfde techniek als de Europese gedragscode toe, door discriminerende subsidies en marktverstorende fusies te verbieden. Zo wil hij dat ons land het gunstregime voor de coördinatiecentra tegen eind 2005 opdoekt. Ook legt Monti enorme boetes op wegens kartelvorming of misbruik van de marktpositie. Eigenlijk komt dat op hetzelfde neer als het afschaffen van schadelijke fiscale gunstregimes. Maar hier rijst het probleem dat de huidige ontwerprichtlijn niet in sancties voorziet als hij niet wordt nageleefd. Zo’n maatregel lijkt me politiek niet haalbaar, aangezien de lidstaten op fiscaal vlak helemaal niet op dezelfde golflengte zitten.”

In tegenstelling tot het EU-plan heeft het Oeso-initiatief rond schadelijke belastingpraktijken wel een stok achter de deur. Roels: “De dertig rijkste industrielanden hebben er zich namelijk toe verbonden om economische maatregelen – zoals het beslag op activa – te nemen, wanneer een lidstaat zich niet aan de afspraken houdt. Maar aangezien de Oeso geen rechtskarakter heeft, blijft de juridische afdwingbaarheid van deze straffen een groot vraagteken. Personen of vennootschappen die in goed gestructureerde offshorecentra zoals de Kanaaleilanden zakendoen, hoeven voorlopig dus zeker niet bang te zijn.”

Eric Pompen [{ssquf}], eric.pompen@trends.be

Jersey onderzoekt de mogelijkheid van een uniform nultarief voor vennootschappen.

Op Jersey wordt op vermogensaangroei geen belasting betaald.

Jersey wil de belastingvrijstelling voor beleggingsvennootschappen van niet-ingezetenen uitbreiden naar alle belastingplichtigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content