De slimme stad
Onze steden worden langzaam maar zeker slimmer en efficiënter. En daarvoor moeten we ze niet eens helemaal heropbouwen.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur internationaal van The Economist.
Het is natuurlijk niet meer dan een term, maar ‘hypecyclus’ is wel degelijk een nuttig concept om de evolutie van de technologie te omschrijven. De term werd bedacht door de marktonderzoeksfirma Gartner. In een eerste fase wekt een nieuw idee hooggespannen verwachtingen. Dan volgt een ‘dal van ontgoocheling’, dat op zijn beurt het veld ruimt voor de ‘klim van verlichting’, wat betekent dat de technologie haar echte potentieel begint te tonen.
Die trend zien we duidelijk in het concept van de ‘slimme steden’, het idee dat informatietechnologie en digitale gegevens steden veel efficiënter maken. Na een hype in 2010 en groeiende ontgoocheling in de volgende twee jaar, wordt in 2013 duidelijk dat de steden inderdaad slimmer kunnen worden. Alleen wordt het allemaal anders dan de meeste visionairen hebben gedacht.
Oorspronkelijk was ‘slimme steden’ een label waaronder ambitieuze projecten van glinsterende metropolen werden voorgesteld, het liefst in de woestijn. Het bekendste voorbeeld is Masdar in Abu Dhabi, een stad waar 40.000 mensen wonen en die gebouwd is op een gigantisch podium. Onderaan zit de slimme infrastructuur, zoals waterleidingen vol sensoren en een netwerk van magnetische banen voor zichzelf besturende wagens. Aan de oppervlakte is het een etalage voor allerlei groene technologie.
Hoewel het nog te vroeg is om zulke projecten uit te roepen tot mislukkingen, kennen ze allemaal hun problemen. De afwerking van Masdar is uitgesteld tot minstens 2025. Niet alleen door de financiële crisis, maar ook door een gebrek aan bedrijven en mensen die bereid zijn naar daar te verhuizen. Songdo City, een al even ambitieus opzet in de buurt van Seoel, wordt omschreven als een extravagant vastgoedproject op zoek naar een bedoeling. Planit Valley, dat in Portugal nabij Porto uit de grond moet rijzen, zit vast in de planningsfase.
Hup Holland
Die van bovenaf opgelegde projecten hebben het moeilijk, maar sommige bestaande steden worden van onderuit slimmer. Amsterdam geldt als de voortrekker. In plaats van weer eens een nieuw masterplan, heeft het een ‘Smart City-platform’ in het leven geroepen: een combinatie van instellingen en infrastructuur die de ondernemingen en de burgers moet helpen groene projecten te ontwikkelen en uit te testen.
De website van het initiatief vermeldt dertig projecten, gaande van de installatie van slimme meters tot de aansluiting van schepen op het elektriciteitsnet, zodat ze hun dieselgeneratoren niet langer hoeven te gebruiken in de haven. Andere ideeën zijn een zogenoemde ‘Klimaatstraat’, die tot doel heeft het energieverbruik van een hele winkelstraat naar beneden te halen, en een nieuw supersnel glasvezelnetwerk.
Londen heeft geen vergelijkbare organisatie, maar de Olympische Spelen hebben de stad ertoe gedwongen haar inspanningen te verhogen, vooral voor het openbaar vervoer. Transport for London (het doel schuilt in de naam) maakt steeds meer van zijn gegevens beschikbaar: informatie over storingen, bijvoorbeeld, of aankomsttijden van bussen in real time. Daarmee kunnen programmeurs gebruiksvriendelijke apps schrijven die de reizigers helpen hun reis te plannen.
De Olympische Spelen lieten ook zien hoe data gebruikt kunnen worden om de stad efficiënter te beheren. Door gegevens te verzamelen die opgeslagen zitten op de Oystercard, een plastic kaartje dat de meeste Londenaars gebruiken om op het openbaar vervoer mee te betalen, kon het Centre for Advanced Spatial Analysis analyseren hoe de mensen hun reisgewoonten veranderden tijdens de Spelen. Een van de conclusies is dat, in tegenstelling met wat men zou verwachten, de Londenaars echt luisteren naar de raad die hun gegeven wordt. Regelmatig geüpdatete borden die de reizigers vertellen welke route het snelst is, kunnen dus wel degelijk effect hebben.
Slim Singapore
De voorlopig slimste stad ter wereld is wellicht Singapore, omdat geografische beperkingen de stadsstaat al vroeg in die richting dwongen. Toen aan het begin van de jaren zeventig het centrum dichtslibde, werd het allereerste stedelijke tolsysteem ingevoerd. In 1988 was dat ook het eerste dat geautomatiseerd werd. Nu is Singapore van plan een nieuwe versie uit te bouwen, die gebruikmaakt van satellieten om de plaats van het voertuig te bepalen.
Het wil echter nog veel verder gaan en uitgroeien tot wat Carlo Ratti, het hoofd van het SENSEable City Lab van het Massachusetts Institute of Technology, een ‘realtime controlesysteem’ noemt. Dat wil zeggen dat de gegevens waarover de stad beschikt, gebruikt worden om haar werking te optimaliseren. Een vroeg voorbeeld is het samenvoegen van weers- en vervoersgegevens om de vraag en het aanbod van taxi’s beter op elkaar af te stemmen. In Singapore kan het plots beginnen te regenen, wat de vraag naar taxi’s doet stijgen.
LUDWIG SIEGELE, ILLUSTRATIE WARD ZWART
De van bovenaf opgelegde projecten hebben het moeilijk, maar sommige bestaande steden worden van onderuit slimmer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier