De slechte adem van Arco
Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van de denktank Itinera, schreef een boek over de financiële crisissen van 2008 en 2011, waarin hij de roekeloosheid van bankiers en politici hekelt. Trends publiceert in exclusiviteit enkele boeiende passages over Dexia, de betrokkenheid van de aandeelhouders, en de aanbevelingen tot strafvervolging van de experts in de parlementaire commissie.
Sinds de staatsinterventie van 2008 bij Dexia had de enige prioriteit het algemeen belang moeten zijn. Het is echter overduidelijk dat de overheid daarnaast nog een ander bord in de lucht probeerde te houden. Dat bord was of is Arco. Zo is men begin 2010 zelfs actief gaan lobbyen bij de Europese Commissie tegen de gevraagde snelle afbouw van de risico’s bij Dexia. De vertegenwoordiger van de Europese Commissie sprak in de Dexia-commissie vernietigende woorden uit over de houding van de premier en zijn minister van Financiën. Gebeurde dat om de aandeelhouders de dividenden te bezorgen waar ze zo hard naar snakten? In dat geval heeft een belangenconflict wel een heel hoge prijs gevraagd. Is er dan niemand die inziet dat we het belang van 2 miljard euro van Arco op die manier misschien hebben laten primeren op het staatsbelang?
Onze houding tegenover de particuliere belangen van Arco is symptomatisch voor de bredere klaarblijkelijke weerzin om risicodragers verliezen te laten nemen. In plaats daarvan wordt de rekening steeds maar doorgeschoven naar de belastingbetaler. En de rest wordt blauwblauw gelaten. Eind november 2011 koos Arco voor de vereffening. Alle activa die in de holding zaten, werden te gelde gemaakt, en de belastingbetaler moest dan maar opdraaien voor een residuair verlies van 1 miljard euro. Je kan je de vraag stellen of de beleidsmakers de rekening nog bijhouden.
Ook in het Arco-dossier is het opnieuw schrijnend dat niemand de verantwoordelijkheid opneemt. Vanwege de bestuurders van Arco hebben we tot nu toe geen enkel woord van berouw gehoord. Een biecht zit er blijkbaar niet in. Nochtans kan bezwaarlijk geopperd worden dat de bestuurders zich gedragen hebben als goede huisvaders. Er wordt wel gesteld dat de Arco-coöperanten als spaarders moeten worden beschouwd. Maar impliceert dat dan niet dat Arco daar ook naar had moeten handelen? En is dat gebeurd? Ik denk het niet. De holding belegde 96 procent van haar middelen in één aandeel, Dexia, wat je moeilijk als een gediversifieerde belegging kunt beschouwen. Welke spaarder zou zijn spaargeld aan zo’n instelling toevertrouwen? Impliceert dat niet dat de coöperant toch een aandeelhouder was en dus ook als een aandeelhouder behandeld mag worden?
Hoe verantwoord was het dan om diezelfde bestuurders kwijting te verlenen? Gaven zij wel voldoende informatie over de aanwezige risico’s? Achter het argument dat ze niet op de hoogte waren van de risico’s bij Dexia, zoals de renteswaps, kunnen ze zich alleszins niet verstoppen. De verantwoordelijke van Arco zetelde zelf in het auditcomité van de Franse tak van de bank, Dexia Crédit Local.
Het was dan ook ontstellend om te horen verklaren dat Arco als referentie-aandeelhouder geen invloed kon uitoefenen op de manier waarop het in België ingezamelde spaargeld werd beheerd door de Dexia-holding. Als dat echt zo was, dan kon je als bestuurder maar één conclusie trekken: je aandelenpositie van de hand doen. Maar in de plaats daarvan werd er speculatief gehandeld, zoals het schrijven van opties. Daardoor zag Arco zich verplicht jarenlang het aandeel Dexia bij te kopen tegen een prijs die een veelvoud bedroeg van de beurskoers. Een put die de belastingbetaler nu mag dempen.
Smaad aan de bevolking
Laat ons nog even doorgaan over Dexia. Als feitelijke aandeelhouder mogen we dat. Waar ik het over wil hebben is het Dexia-rapport, dat in maart 2012 door de parlementaire commissie werd afgeleverd. Volgens de gebruiken van dit politiek correcte land, waar iedereen verschrikt en geprikkeld opkijkt als gevestigde waarden ter discussie worden gesteld, was het ei dat de Dexia-commissie legde ongebruikelijk hardgekookt. Op pagina 352 van het rapport staat bijvoorbeeld te lezen: ‘Dat de heren Mariani en Dehaene volkomen op dezelfde golflengte zaten, heeft tot gevolg gehad dat de beheerders en bestuurders van Dexia Bank België niet langer vertrouwen hadden in het vermogen, en zelfs de wil van de laatstgenoemden om de belangen van het Belgische klantenbestand te verdedigen’. Terwijl Dehaene precies werd aangezocht om de Belgische belangen te behartigen, goed wetende dat CEO Mariani vooral voor Parijs zou rijden.
Als je dit rapport leest, bekruipt je vooral een gevoel van smaad aan de bevolking. Talloze passages in het rapport bevestigen het beeld van een Belgische cultuur waarin het absoluut niet gebruikelijk is om verantwoording af te leggen. Dat blijkt ook uit de parlementaire vaudeville die zelfs een van de grootste catastrofes uit onze financiële geschiedenis geen voldragen parlementaire onderzoekscommissie gunde. Het rechtstreeks gevolg hiervan was dat wie bestuursverantwoordelijkheid droeg, er zich vanaf kon maken met te vertellen wat hij wou. Van meet af aan was geweten dat de commissie niet bij machte zou zijn om tegenstrijdige verklaringen met elkaar te confronteren. Helemaal kafkaiaans wordt het als je weet dat de parlementsleden de tienduizenden bladzijden technische documenten enkel mochten inkijken; ze mochten dus geen kopie nemen of dossierelementen doornemen met een medewerker. De getuigenis van de Oostenrijkse Irmfried Schwimann van het Europese directoraat-generaal Concurrentie, die vernietigend was voor de Nationale Bank en de FSMA, werd zelfs uit de parlementaire gegevensbank verwijderd. En wat te denken van een voormalige premier die het betaamde om vier keer op rij een schriftelijke uitnodiging om te komen getuigen gewoon naast zich neerlegde?
Wie deze elementen op een rij zet, kan niet anders dan concluderen dat de commissie niet tot op het bot ‘mocht’ gaan. De bevolking mag wel betalen, maar wordt voor het overige met een kluitje in het riet gestuurd.
Ik heb in dit boek nog een aantal passages uit het rapport van de Dexia-commissie opgevist. Het is goed dat nu iedereen zwart op wit kan lezen hoe megalomaan de leiding was voor 2008. In het rapport staat ook letterlijk dat de aandeelhouders van Arco en de Gemeentelijke Holding door hun gedrag ‘de levensvatbaarheid van Dexia in het gedrang’ brachten. Voor de rest kan een groot deel van het verslag vervangen worden door de zin dat de toezichthouder zijn werk moet doen.
Wat sneuvelde in het Dexia-rapport
Het drama van de parlementaire commissie is dat de experts paragrafen wilden toevoegen met de aanbeveling de vroegere directie én bestuurders van Dexia strafrechtelijk te vervolgen. Maar die aanbeveling heeft de ultieme versie van het rapport uiteindelijk niet gehaald. Ze heeft wel in de tekst gestaan, maar sneuvelde in het laatste weekend voor de publicatie in maart 2012.
Om u een idee te geven, citeer ik hierbij uit de niet-definitieve versie van het rapport zoals de tekst eruitzag voor het laatste weekend waarin er geschrapt werd:
“Het staat vast dat er vermijdbare vergissingen en mogelijks zelfs fouten zijn begaan; in dat opzicht is het niet normaal dat de betrokkenen hun burgerrechtelijke, strafrechtelijke en beroepsmatige verantwoordelijkheid zouden ontlopen.”
“Uit de opeenvolgende verslagen van de bijzondere commissies blijkt dat in het Dexiadossier het management in de periode 2006-2008 (dus na de goedkeuring van het strategisch plan 2006) geen oog heeft gehad voor de risicoanalyse, waarover nochtans communicatie binnen de raad van bestuur en de interne en externe controle-instanties aan moet zijn voorafgegaan. Het driehoeksverslag van het Core Supervisory College van 2009 vestigt de aandacht op belangrijke pijnpunten op het vlak van risicobeheer, het toezicht op de verschillende entiteiten en de communicatie.”
“Nu de ontmanteling een feit is, kan men niet om de volgende vaststelling heen: in oktober 2008, op het ogenblik van de herkapitalisatie, was Dexia er veel slechter aan toe dan de op dat ogenblik beschikbare economische en financiële gegevens (onder meer de beurskoers) toentertijd lieten vermoeden. De informatie waarover de onderhandelaars beschikten, stemde overeen met het beeld dat het management en de raad van bestuur van de groep wilden uitdragen. Het was onmogelijk de omvang van de risico’s die Dexia potentieel liep, precies in te schatten, temeer daar de vanuit het risk management aangereikte belangrijke informatie, die nochtans in het directiecomité besproken was, nooit de raad van bestuur noch de toezichthoudende instanties heeft bereikt. Sommige bestuurders, die aandeelhouders vertegenwoordigden die aan de herkapitalisatie hebben deelgenomen, zijn dus voorgelogen over het werkelijke risicoprofiel van de groep. Met name de overheidsaandeelhouders die de staat en de deelgebieden vertegenwoordigen en die voor de herkapitalisatie geen zitting hadden in de raad van bestuur, beschikten slechts over fragmentarische en bovendien onjuiste informatie.”
“Hierbij kan niet voorbij worden gegaan aan de verantwoordelijkheid die het management van Arco en de Gemeentelijke Holding in 2008 hebben genomen toen zij hebben besloten te participeren aan de herkapitalisatie van Dexia. (…) Aangezien de vertegenwoordigers van die twee aandeelhouders al voor 2008 in de raad van bestuur zitting hadden, konden zij niet anders dan een heel duidelijke kijk hebben op het risicoprofiel van Dexia op dat ogenblik. Indien nog enigermate onzekerheid had bestaan omtrent de werkelijke risicoblootstelling, dan hadden zij op verantwoordelijke wijze moeten handelen door zich afzijdig te houden.”
Dreigen met een bankrun
Destijds heb ik er al op gewezen dat dit een zware inschattingsfout ten nadele van de Belgische bevolking kon zijn, maar tot op heden blijft de Arco-groep ontkennen dat ze verantwoordelijk was voor het creëren van het monster Dexia. We zijn veel gewoon in dit land, maar dit verhaal heeft de grenzen van het vatbare bereikt. Impliciet werd nu gezegd dat indien Arco geen vergoeding meer krijgt, het niet kan ‘garanderen’ dat de spaarders van haar achterban de bank niet zullen verlaten. Dit is tussen de lijnen dreigen met een bankrun. En dan komen we tot de vaststelling dat het blijkbaar gewone kost is geworden dat men de belastingbetaler kan afdreigen. Of nog: eigenlijk moet de belastingbetaler betalen opdat Arco geen misdaad zou begaan door op te roepen tot een bankrun. Feitelijk is dit niet meer of niet minder dan de eis tot protectiegeld.
PATRICK CLAERHOUT
De Arco-groep blijft ontkennen dat ze verantwoordelijk was voor het creëren van het monster Dexia.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier