De slakken lopen goed

Terwijl Floridienne in tien jaar tijd een imperium uitbouwde als wereldleider op de markt van de wijngaardslakken, blijft het bedrijf ook gefocust op non-ferrometalen. Hoe een beursgenoteerd – atypisch – bedrijf risico’s durft te nemen in ongewone nichemarkten, met het oog op een eerste plaats op de markt.

Hoe kweek je wijngaardslakken en hoe maak je ze klaar? En welke zijn de eigenschappen van het metaal bismut? Jean-Marie Delwart, hoofd van de Belgische holding Floridienne – bijna zestig en steeds gehaast – vertelt je dat meteen. Dat een groep met belangen in de gastronomie ook investeert in non-ferrometalen, wijst erop dat Floridienne altijd al een buitenbeentje is geweest. Terwijl politici en industriëlen zich bewust worden van de voordelen van recyclage, zegt Delwart verbaasd: “Wij zijn al sinds 1928 op die markt actief.” Terwijl grote voedingsgroepen een verbeten merken- en prijzenslag leveren die gepaard gaat met fusies en overnames, legt hij een andere focus: de ambachtelijke markt van de wijngaardslakken een industriële inslag geven.

“Floridienne is een industriële holding die industriële producten maakt voor de hele wereld,” aldus zijn predisent. “Binnen de niches die we bewerken, willen we wereldwijd de eerste of de tweede plaats innemen.”

Door deze ambitie

gedreven, lanceerde het befaamde Floridienne uit de non-ferrosector zich vanaf 1989 in de agro-industrie. Na de overname van de Franse holding Camargo – gespecialiseerd in slakken en champignons, een nevenactiviteit die snel werd afgestoten – verwierf het bedrijf uit Waterloo op korte tijd een belangrijke positie in de verwerking van slakken op basis van een overnamebeleid.

Gastronomie op het menu

De start verliep enigszins chaotisch: Floridienne nam de Conserveries du Velay over, een Franse conservenfabrikant van champignons en rode vruchten die deel uitmaakte van Camargo, maar sloot het bedrijf onmiddellijk, omdat de vroegere aandeelhouders zich aan verduistering schuldig hadden gemaakt. Maar, geleidelijk aan zou de Belgische holding een alimentaire afdeling opbouwen met een omzet die dit jaar 2,2 miljard frank zou bedragen. En met een productie die naar meer dan 40 landen wordt uitgevoerd, waarvan Frankrijk meer dan 60% opslokt. “Eerst kochten we bedrijven op die gespecialiseerd waren in de verwerking,” zegt Eric Delcroix, president-directeur van Floragro ( nvdr – de agro-industrietak van Floridienne). Weldra werd het ons duidelijk dat we moesten zorgen voor een continue bevoorrading. Bovendien was het belangrijk het spoor te volgen van onze basisbestanddelen. Floragro investeerde daarom in filialen in Turkije (Menetrel), Roemenië (Pomarom), Madagaskar (Sopral), Oekraïne en sloot joint ventures af in Polen en Litouwen.

Wanneer de slakken eenmaal verwerkt zijn, worden ze overgebracht naar de veredelingsfabrieken in Frankrijk, waar ze opnieuw worden verpakt. “We zijn snel overgestapt van conserven naar diepvriesproducten en verse, bereide gerechten”, vervolgt Eric Delcroix. In tien jaar tijd bereikte Floridienne zijn eerste doel: het slaagde erin een ambachtelijke markt op te trekken naar een industrieel stadium. “Het is onze taak om enigszinspoëtische markten industrieel te organiseren”, glimlacht Jean-Marie Delwart. Dat zijn bedrijf op korte tijd wereldleider (40% van de totale markt) kon worden in deze alimentaire niche met een verkoopcijfer van 1,5 miljard frank en een productie van 15.000 ton per jaar, stemt hem tevreden. Nu de activiteit een voet aan de grond heeft, wil Floragro een tak voor “feestelijke” voedingsproducten uitbouwen. Het label “Française de Gastronomie” geeft deze plannen vorm: sinds twee jaar verenigt het de verschillende producties van de groep onder zijn naam. Op het menu staan kant-en-klare gerechten op basis van kikkerbillen, garnalen, sint-jakobsschelpen of gevulde mosselen. Dankzij deze uitbreiding van het gamma nam het aandeel van de alimentaire sector in de globale omzet met 400 miljoen frank toe. “Slakken vertegenwoordigen vandaag 75% van de activiteit van Floragro,” stelt de algemeen directeur. “Op termijn zouden we dat percentage tot 50% willen inperken.” Het bedrijf mikt daartoe op slaatjes en visterrines – verse producten die aan een opmars bezig zijn (van 10 naar 15% per jaar op de Franse markt). Na de overname van het Normandische bedrijf Gel Manche in januari 1998, brengt Floridienne dit soort producten nu ook zelf op de markt. “Dankzij de slaatjes lossen we ons probleem van seizoengebonden succes op,” verklaart Eric Delcroix. Floragro haalde voordien twee derde van zijn omzet tijdens het laatste trimester van het jaar, terwijl de slakkenoogst al moet worden gefinancierd in het voorjaar. “Op de nieuwe markt halen we twee derde van onze omzet tussen het voorjaar en de herfst.”

Exotische troeven

De Brabantse groep heeft nog andere projecten achter de hand, en ongetwijfeld ook andere overnames. “Er zijn plannen voor krab,” onthult Eric Delcroix. In Madagaskar staat de toekomst van de groep in het teken van vanille en groene peper. Voor vanille loopt een aantal testprojecten met het oog op de aanleg van plantages.

Tot slot kocht Floridienne vorig jaar 25% van het Franse bedrijf Hugou Dumas (Var). Via deze participatie hoopt de groep de gespecialiseerde markt van verse truffels te veroveren, om ze te verspreiden via de grote distributieketens, in diepvriesverpakking of luchtdicht verpakt.

Wat voor Jean-Marie Delwart

tien jaar geleden nog behoorde tot zijn droomplannen – de agro-industrie – ziet hij vandaag als een “kleine, maar goed gestructureerde machine”. Het bord van Floridienne is vandaag rijkelijk gevuld met wijngaardslakken, en dus verwachtte iedereen dat er een ommezwaai zou volgen en dat de chemische activiteit zou worden afgebouwd. Maar dat gebeurde niet. De activiteit breidde zelfs verder uit, meer bepaald vanuit de vestiging in Aat. De groep investeerde verder in nieuwe diversificaties. In West-Henegouwen heeft Floridienne Chimie zich bijvoorbeeld toegelegd op de productie van non-ferrometalen waarmee het drie sectoren bevoorraadt: oplaadbare batterijen, verzinking op hogere temperatuur en additieven voor plastic stoffen. Met een omzet van 1,3 miljard frank en 150 medewerkers, heeft het bedrijf uit Aat zich toegespitst op een aantal specifieke niches op de markt en op de verkoop van tussenproducten. “Wij putten onze kracht uit het feit dat we producten maken waarvoor de chemiereuzen geen belangstelling hebben en die buiten het bereik liggen van de kleintjes,” aldus Philippe Lecomte, algemeen directeur van Floridienne Chimie.

Nieuwe metalen

Naast deze chemische pijler – die 90% van zijn productie uitvoert, waarvan een derde buiten Europa – kocht het bedrijf belangen in ondernemingen die geïnvesteerd hebben in productieprocessen met een toekomst op zeer korte termijn. Floridienne Chimie, dat reeds in Aat actief was op het vlak van de verwerking van reststoffen, kocht in 1996 50% van de aandelen van het Franse bedrijf SNAM ( Société Nouvelle d’Affinage des Métaux), dat wereldwijd erkend is als leider voor de recyclage van nikkel en cadmiumbatterijen. Het gerecupereerde metaal is voor 99,99% zuiver en vormt dus een belangrijke bron van grondstoffen voor de Belgische aandeelhouder.

Bij de metaalchemie groeit Delwarts belangstelling voor de kleinere metalen, die volgens hem op relatief korte termijn een mooie toekomst tegemoet gaan. In 1998 kocht hij in twee fases 33% van het Zwitsers bedrijf Aramayo dat onderzoek voert rond metalen als bismut, indium, gallium en selenium. Vorig jaar verhoogde hij eveneens de participatie van Floridienne in Sidech met 8% tot 20%, een bedrijf uit Tilly (Charleroi) dat hij voorstelt als de eerste producent ter wereld van bismut. “Bismut en indium zijn in volle expansie,” aldus de baas van Floridienne. “Hun mogelijkheden zijn legio. We willen koste wat het kost in deze sector aanwezig zijn, via verschillende kleinere participaties. Bismut, ook wel het groene metaal genoemd, zou in staat zijn maagzweren van bacteriologische oorsprong te genezen. Het zou bovendien een interessant alternatief bieden voor het lood in de kogels waarmee jagers schieten. Sidech gebruikt het metaal bijvoorbeeld zowel voor legeringen, als bij geneesmiddelen, verfpigmenten en lippenstiften. Een uitgebreid programma.”

Mikken op gezondheid

Met het oog op de toekomst, zegt Jean-Marie Delwart: “Elk bedrijf moet een gedeelte van zijn budget aan onderzoek en ontwikkeling besteden. Zo hebben wij een aantal minderheidsparticipaties in jonge, vernieuwende bedrijven waarvan we denken dat hun resultaten kunnen helpen bij de ontwikkeling van onze activiteiten.” Floridienne richtte daartoe in 1987 het bedrijf voor durfkapitaal Florinvest op, met een honderdtal miljoen frank om te investeren. De beoogde ontwikkelingsas? ” Neutraceuticals,” zegt de baas van Floridienne. “Producten die op de grens liggen tussen voeding en gezondheid. We denken dat de consumenten hun voeding steeds meer zullen kiezen naargelang de invloed die ze heeft op hun gezondheid.”

De Brabantse groep aarzelt dan ook niet te investeren in bedrijven die zich toeleggen op onderzoek. Wanneer dat resultaten oplevert, kan de financiële participatie worden opgetrokken tot een opname in één van de polen van de groep. “Het gaat om investeringen met een hoge risicofactor die evenwel tot wereldpremières kunnen leiden”, vervolgt Jean-Marie Delwart, terwijl hij een dossier inkijkt over een mogelijke investering in een uniek procédé voor de productie van morieljes. “Het gaat om een wereldmarkt van 800 miljoen frank. We zouden perfect de nummer één van de morieljes kunnen worden. Ons filiaal Hugou Dumas produceert er al.” Als eeuweling zet het bedrijf – dat zijn naam dankt aan de fosfaatprospectie in Florida vanaf 1894 – de ontwikkeling van nieuwe uitvalspunten rond zijn twee hoofdactiviteiten voort: chemie en voedingsmiddelen. Twee sectoren die de wetenschap en het bijbehorend biologische onderzoek, zouden kunnen samenbrengen voor een enkel doel: het welzijn van de mens ten opzichte van zijn lichaam en zijn omgeving.

JEAN-MICHEL LALIEU

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content