De schuchtere start van een staten-generaal

De kopstukken van de Vlaamse regering pakken morgen uit met een staten-generaal, die zich moet buigen over de toekomst van de industrie in Vlaanderen. Dat moet dan wel gebeuren in amper drie uur. Want ondanks de wat pompeuze titel is de staten-generaal niet meer dan het startschot van een denkoefening voor alle sectorfederaties, met op kop Agoria (automotive), essenscia (chemie en life sciences), Fedustria (textiel-, hout- en meubelnijverheid) en Fevia (agro-voeding), die in juni afgerond moet zijn. Hun voorstellen worden dan gegoten in een actieplan dat dan aan de Vlaamse regering wordt voorgelegd en na de zomer dient als input voor het volgende politieke werkjaar. Waarschijnlijk mondt dat uit in diverse sectorale rondetafels.

De staten-generaal brengt naar verluidt een honderdtal vertegenwoordigers van overheden, sociale partners en sectorfederaties samen, onder het voorzitterschap van baron Paul Buysse. De genodigden mogen zich verwachten aan een rist korte interventies van de ministers Kris Peeters, Ingrid Lieten en Philippe Muyters, van sectorafgevaardigden en onder meer ABVV-topvrouw Caroline Copers, en ook van Koen Geens, de voorzitter van Vlaanderen In Actie.

Het idee van zo’n staten-generaal werd eind oktober vorig jaar gelanceerd door Peeters en werd als onderdeel van het werkgelegenheids- en investeringsplan van de Vlaamse regering in december goedgekeurd.

Een cruciale rol lijkt, althans volgens Lieten, weggelegd te zijn voor de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI), de vroegere VRWB die werd geleid door Karel Vinck. Een hele uitdaging voor de nieuwe voorzitter Dirk Boogmans, die pas deze week offi-cieel aan de slag is gegaan.

Een van de doelstellingen van de staten-generaal is de autosector een ‘groene metamorfose’ laten ondergaan. Voka-topman Peter Leyman, een van de sprekers op de staten-generaal, wijst trouwens al enkele jaren – en lang voor de crash van Opel Antwerpen – op de noodzaak daarvan.

Hoewel de staten-generaal erg laat komt en op het eerste gezicht nog niet veel om het lijf lijkt te hebben, wordt het initiatief wel gunstig onthaald. “Het zorgt mee voor bewustwording dat er een sense of urgency is”, zegt Koen Debackere, professor technologie en innovatiemanagement aan de KU Leuven. “Maar op die staten-generaal zal ook het warm water niet opnieuw worden uitgevonden. Er wordt namelijk al langer getransformeerd”, aldus Frans Dieryck, de gedelegeerd bestuurder van essenscia Vlaanderen. “Maar het is een heel goed initiatief, en we gaan ervoor.”