De scherpe pennen van Leo Neels

Zijn sterrenbeeld is ‘Tweeling’, maar eigenlijk heeft topadvocaat en mediaspecialist Leo Neels meer gemeen met ‘Waterman’. “Als ik een speciale pen zie, is de kans groot dat ik ze koop, ook al heb ik ze niet echt nodig. Ik pleit dan onweerstaanbare drang.”

In de boekenkast op zijn kantoor, volgepropt met juridische literatuur, prijkt bovendien een klassiek ogende bordprent die de notoire ‘Meisterstücke’ van pennenfabrikant Mont Blanc aan de man wil brengen. Elders op het bureau vindt u fraai gemodelleerde potjes met Chinese inkt. Het moge duidelijk zijn: in het leven van Leo Neels (53) zijn pennen alomtegenwoordig.

250 pennen

“In mijn vak _ zowel als advocaat als professor _ speelt formuleren en redigeren van teksten nu eenmaal een cruciale rol,” licht Neels zijn merkwaardige hobby toe. “Het gebruik van de vulpen is daarbij steeds een gewoonte geweest. Mijn hobby is dan ook in eerste instantie functioneel. Zo kocht ik er al eens eentje bij of wisselde van pen om een schrijfkramp te voorkomen. Zonder er echt bij stil te staan, zat ik op die manier opgescheept met 250 pennen. Niettemin blijf ik in vergelijking met een echte verzamelaar allicht maar een marginaal.”

Hoewel het aantal vulpennen en vooral hun prominente aanwezigheid anders doen vermoeden, wil Neels daarom nog niet meteen gewag maken van een heuse collectie. Een vitrinekast waarin zijn schat netjes opgeborgen ligt om op geregelde tijdstippen te worden bewonderd, heeft hij niet. Ook al liggen er weliswaar thuis enkele exemplaren veilig weggestopt in een kluis.

Ook ruilbeurzen of antiekmarkten afdweilen op zoek naar dat ene unieke exemplaar is niet bepaald aan hem besteed. “Eigenlijk is het mijn omgeving die me op mijn fascinatie voor vulpennen gewezen heeft,” bekent hij schamper. “Ik heb er nu eenmaal altijd wel enkele op zak. In tijden van laptops en spreadsheets is dat blijkbaar al voldoende om van een afwijking te kunnen spreken. Al geef ik graag toe dat het aantal vulpennen dat ik bezit mijn gebruiksbehoefte ruimschoots overstijgt.”

Nostalgische gevoelens

Om de aanzet tot het verzamelen van vulpennen beter te begrijpen, moeten we volgens Neels een hele duik in de tijd nemen. Neels behoort immers nog tot de generatie die _ gebogen achter de schoolbanken _ kladschriften volpende met de klassieke collegepen. Bovendien studeerde hij af toen de eerste elektronische schrijfmachines pas zoetjesaan hun intrede deden. Anders dan nu werd er dan ook nog veel met de hand geschreven.

Vooral de ebbenhouten Lamy waarmee hij, gedrenkt in gitzwarte inkt, het manuscript van zijn doctoraatsverhandeling _ over economisch publiekrecht _ neerpende, roept bij Neels nog steeds nostalgische gevoelens op. “Daarmee is het eigenlijk allemaal begonnen. Die Lamy blijft me aan een periode herinneren die toch een mijlpaal betekende in mijn academische carrière.” De persoonlijke band _ een vluchtige mijmering over het verleden _ is dan ook het voornaamste wat hem aantrekt in deze fraai gevormde en performante hebbedingen. Wat de precieze waarde is van een vulpen, of die intussen is uitgegroeid tot een lustobject voor vulpen-fetisjisten; dergelijke trivia kunnen hem niet veel schelen. Zijn directe omgeving heeft met andere woorden niet meteen onder zijn hobby te lijden.

Comeback bij jongeren

In tegenstelling tot de meesten van zijn collega’s gebruikt Neels de vulpen nog steeds bij zijn drukke dagtaak. Juridische en andere teksten worden weliswaar vlotjes ingetikt op de computer, maar steeds bijgewerkt en geredigeerd met de hand. Geen thread-changer die hem op andere ideeën kan brengen én een gegeven waarmee ‘s mans secretaresse intussen heeft leren leven. “Bovendien stel ik bij mijn studenten vast dat de vulpen stilaan een comeback beleeft. Misschien is dat wel een goedgunstige invloed van mijn afwijking,” voegt hij er met zichtbaar genoegen aan toe. “Pelikan heeft zelfs de ouderwetse collegepennen met inktpompjes en zwart-groene streepjes opnieuw op de markt gebracht.” Voor een man die nooit of te nimmer vullingen gebruikt en dweept met de ouderwetse maar deugdelijke inktpomp, alvast een gelukkige commerciële zet.

Neels prijst dan ook de robuuste degelijkheid van de traditionele vulpen. En dat met de eloquentie die een hoogleraar Mediarecht past. Hoewel de meeste exemplaren al jaren frequent worden gebruikt, lijken ze immers onverslijtbaar. Als echte liefhebber springt hij er duidelijk zorgvuldig mee om: geregeld worden ze intensief gereinigd en opnieuw gevuld.

Twee pennenvriendinnen

Hoewel men voor een vergulde vulpen toch gauw 248 euro of 10.000 frank moet ophoesten, lijkt de beleggingswaarde ervan Neels nauwelijks te interesseren. Nochtans leert een eenvoudig rekensommetje dat de man voor zo’n 61.973 euro (2,5 miljoen frank) aan pennen bezit. Ook collector’s items of gelimiteerde oplages weken weinig enthousiasme los. Hoewel ze een zeker cachet uitstralen, voor Neels zijn en blijven het louter gebruiksvoorwerpen. Niettemin is het verzamelen van vulpennen stilaan uitgegroeid tot een respectabele hobby.

Op internet vindt u tal van gespecialiseerde websites waar unieke exemplaren tegen een concurrentieel prijsje worden geveild. Deze verzamelwoede laat Neels echter rustig aan zich voorbijgaan. Ook op het antiquarisch tijdschrift Pen’s World _ de bijbel voor pennenverzamelaars _ is hij niet geabonneerd. Om aan het nodige gerief te geraken, volstaat blijkbaar een bezoekje aan zijn Antwerpse pennenvriendinnen, twee dametjes die op de Melkmarkt een gespecialiseerde winkel uitbaten. “Wanneer er een nieuw model uit is, brengen de dames me daarover steeds op de hoogte. Als ik binnenspring, koop ik geregeld iets, ook al heb ik het niet echt nodig. Ik pleit dan onweerstaanbare drang.”

Vanop een afstand kijkt Neels dan ook gefascineerd naar obsessieve collectioneurs die dwangmatig speuren naar antieke modellen of per se het hele assortiment van een bepaald merk in handen willen hebben. Neels beoefent zijn hobby daarentegen zonder de minste scoringsdrang. “Het enige speciale exemplaar dat ik bezit, is een remake van de oude Parker duo-fold. Die heeft een bolletje bovenaan, in plaats van het beroemde pijltje dat er pas na de jaren vijftig in werd gegraveerd.” Niettemin laat zijn schuchtere glimlach een zekere melancholische trots vermoeden. De trots van een verzamelaar, zou men in een onbewaakt moment durven denken.

Wellicht ligt u er ‘s nachts niet over te tobben, maar niettemin vroegen we ons af of deze hobby iets kan reveleren over het karakter van een mens. In het geval van Leo Neels lijkt het antwoord alvast positief. Het kost hem dan ook niet zo veel moeite om zijn nostalgische inborst toe te geven. Anders hadden we ook niet verwacht van iemand die ‘s zomers of ‘s winters rondtoert met een sportieve Mercedes SL 300, een pronkstukje van autodesign uit het reveil van de jaren zeventig. “Het is echter het enige folietje dat ik me veroorloof. En ook hier geldt dezelfde stelregel: ik moet die wagen ook effectief kunnen gebruiken. Iets bezitten om te bezitten, zegt me niks.” Die advocaten toch; zelfs zonder het te vragen, gaan ze resoluut in het verweer.

Afnemend vakmanschap

Als voorzitter van het persagentschap Belga en voormalig directeur van VTM heeft Neels fundamentele bedenkingen bij het afnemende vakmanschap in de media. Zijn toewijding voor vulpennen _ toch een anachronisme in de hedendaagse informatiemaatschappij _ is daar misschien wel een indirecte uiting van. “Alles moet tegenwoordig zo snel gaan in deze stressmaatschappij dat het de kwaliteit allerminst ten goede komt,” zucht hij. “Het ambachtelijke, het uitpuren van een tekst zou zeker wat meer aandacht mogen krijgen. En heus niet alleen in de audiovisuele media. Met de huidige tekstverwerkers koestert men te vaak de illusie dat een tekst af is als hij gelay-out is. Op een knop drukken volstaat.” Volgens Neels werkt schrijven met de hand dan ook niet alleen stimulerend; het bevordert ook een zorgvuldige formulering. Bij de digitale revolutie plaatst hij daarom graag enkele kritische kanttekeningen. Als het even kan met een vulpen van Schiffer of Dupont, dat spreekt.

Of misschien gaat zijn voorkeur wel uit naar een kalligrafische pen van Rotring? Kalligrafie, de edele kunst van het schoonschrift, kan toch worden beschouwd als het summum van ambachtelijke tekstschrijverij. “Misschien wel. Ik heb daar wel belangstelling voor, maar een cursus kalligrafie heb ik toch nooit gevolgd. Wees gerust, mijn respect voor pennen blijft echt wel binnen de redelijke grenzen.”

Ook tegenover grafologie _ een efemere ‘wetenschap’ die tegenwoordig zelfs enkele volgelingen heeft in het wereldje van selectiebureaus en consultants _ koestert Neels grote scepsis. Een typische eigenschap voor het sterrenbeeld Tweeling, zou een uitgeslapen astrologe pertinent opmerken. Ook al heeft Neels duidelijk meer gemeen met Waterman.

Dave Mestdach

“In tegenstelling tot tekstverwerkers, dwingen vulpennen je om na te denken over de zorgvuldige formulering.”

“Iets bezitten om te bezitten, zegt me niks. Ik wil mijn pennen ook kunnen gebruiken.”

“Ik heb altijd vulpennen op zak. In tijden van laptops is dat blijkbaar voldoende om van een afwijking te kunnen spreken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content