De Robin Hood van de e-commerce

Earnieland schiet vandaag officieel uit de startblokken. Het gaat om een digitale klantenkaart waarmee je kan winkelen in meer dan 300 webshops. De verzamelde extra kortingen schrijft Earnieland over naar de bankrekening van de klant.

Earnie is de naam van een rebelse eekhoorn die online kortingen sprokkelt. Hij woont in Earnieland. Zo heet het nieuwe internetplatform waarvan de betaversie in augustus ongemerkt online ging. Zonder reclame te maken vonden al meer dan duizend gebruikers hun weg naar Earnieland.be. Gezeten achter de computer van zijn thuiskantoor in Roeselare legt oprichter Steven Spillebeen uit hoe hij twee jaar lang sleutelde aan het concept voor hij de site afgelopen zomer online zette. Hij heeft grootse plannen. Hij wil van zijn site de Robin Hood van de e-commerce maken.

De bezoeker ziet een gebruiksvriendelijke site waar hij kan doorklikken naar zijn favoriete webwinkels om met diverse kortingen multimediaproducten, reizen of modeartikelen te kopen. Geen gespam met mailings vol kortingbonnen bij Earnieland, dat zich wil onderscheiden van concurrenten door zijn klanten op een leuke en gemakkelijke manier te laten winkelen via het internet. “Ik zie het als een nieuw soort klantenkaart, waarbij je de voordelen niet bij de bedrijven zelf krijgt, maar bij een apart sociaal netwerk”, zegt Folke Lemaitre, die in juli naar San Francisco verhuist om er zijn start-up Engagor voort uit te bouwen.

Hoe gebruiksvriendelijk de site ook is, de technologie erachter is wel ingewikkeld. Earnieland is een site die veel zaken combineert: het koppelt kortingcodes, cashbackkorting en andere onlinedeals aan een overkoepelend digitaal klantenkaartsysteem. Tel daar nog invloeden bij uit de wereld van de games en een sociaal netwerk zoals Foursquare (zie Hoe werkt Earnieland?).

“Het is een all-in-onecomplex en een hybride systeem, maar voor de consument hebben we het eenvoudig gemaakt”, zegt Steven Spillebeen. “Wij vragen dat de klant zich registreert en zijn rekeningnummer ingeeft, vanaf dan verloopt alles automatisch.” Van de termen ‘klantenkaart’ en ‘korting’ houdt de ondernemer overigens niet. “Klantenkaart heeft een negatieve connotatie en ik wil het ook geen ordinaire kortingsite noemen.”

Businessmodel

Spillebeen haalde de mosterd voor Earnieland uit het buitenland: “Iets kopen en daar cash voor op je rekening krijgen, bestaat in Amerika al heel lang, maar bij ons is dat nog niet doorgebroken. Onze backoffice is gebouwd om gebruikers eenmaal per maand via e-mail in te lichten over hun saldo, aankopen en korting. Wanneer een klant 10 euro extra korting of meer heeft verzameld op Earnieland, schrijven we dat bedrag maandelijks over naar zijn rekening.” Om dit jaar al de early adopters (enthousiastelingen die een technologie al gebruiken voor ze doorbreekt bij de grote massa) te winnen, wordt die 10 eurogrens voorlopig nog niet gebruikt en zien klanten de korting die ze hebben verdiend automatisch op hun bankrekening komen.

Het hart van het businessmodel is een affiliate-marketingmodel — ‘affiliate’ is Engels voor ‘partner’. Dat betekent dat de webshops Earnieland belonen voor de gerealiseerde verkoop of leads. Met andere woorden: Zalando, bol.com, Brussels Airlines, iTunes en andere partners — er zijn er ondertussen meer dan 300 — betalen Earnieland een commissie voor de klanten en de verkoop die de site voor hen genereert. Die commissie is de verklaring waarom Earnieland goederen en diensten via Earnieland goedkoper kan aanbieden dan in de webshop van de partner. “Van de tien klanten die Earnieland aanbrengt bij zijn partner-webshops, zijn er drie bestaande klanten. Op die drie maakt de partner minder winst omdat hij een commissie betaalt aan Earnieland, maar tegelijk wint het bedrijf er wel zeven nieuwe klanten bij.”

Delen

Hoe bekostigen die partners dan de commissie die ze aan Earnieland betalen? Spillebeen hoopt met Earnieland een deel van het budget aan te boren dat zijn partners nu besteden aan klassieke advertenties op televisie, billboards, radio of in de printmedia. “Onze marketingstrategie is gebaseerd op sharing revenu en is er vooral op gericht actieve fans te creeren door hen te belonen binnen Earnieland”, zegt Spillebeen. Daarmee bedoelt hij dat bedrijven een deel van hun reclamebudget beter kunnen spenderen aan Earnieland, zodat de klant een deel van de koek krijgt. Earnieland zet een deel van de commissie die het krijgt immers om in klantenkorting. “Voor on-linewinkels wordt Earnieland zo een extra marketingkanaal”, zegt Folke Lemaitre, die Spillebeen gratis coacht. “Zeker als Earnieland begint te groeien, wordt het interessant voor hen.” Het resultaat is een model waarbij zowel Earnieland, de partner-webshop als de klant wint.

Spillebeen investeerde 50.000 euro in Earnieland en haalde daarbovenop 200.000 euro op bij drie businessangels en daaraan gekoppelde leningen. Een crowdfundingactie via MyMicroInvest moet nog eens 100.000 euro opbrengen. “We hebben dan nog minstens 500.000 euro nodig, maar we zouden het liefst meer ophalen, zodat we zeer snel internationaal kunnen doorgroeien.” Earnieland bestaat voorlopig enkel in het Nederlands. De Engelse versie is bijna klaar. “We hebben al overeenkomsten met 400 webwinkels in het Verenigd Koninkrijk”, zegt Spillebeen.

Earnieland komt op een gunstig moment. Er is nog veel groeipotentieel. Het onlinewinkelen zal in ons land naar verwachting sterk stijgen en e-commerce via de smartphone staat nog helemaal in de kinderschoenen. “In België wordt er voor 13 miljoen euro per dag online gekocht. Dat is weinig als je het vergelijkt met de VS of Azië”, zegt Spillebeen. “Amerikanen besteden al 23 procent van hun inkomen online en Aziaten zelfs 31 procent. Bij ons ligt dat beduidend lager.”

De start-up bereidt ook een mobiele versie van het platform voor. Die moet op 1 oktober af zijn, zodat Earnieland klaarstaat voor de doorbraak van mobiele e-commerce. In die wereld kan Earnieland niet alleen kortingen aanbieden, maar biedt het volgens Folke Lemaitre klanten die pas met onlinewinkelen beginnen ook veiligheid. “Er zijn ook louche webshops.”

BENNY DEBRUYNE, FOTOGRAFIE IVAN PUT