DE REGERING VAN HET NU
Zullen we Verhofstadt & co. dan maar proficiat wensen? De economie groeit met 2 %, de werkgelegenheid neemt wat toe, de begroting is in evenwicht en de inflatie is onder controle.
Applaus, of mag het toch iets meer zijn? Die vraag wordt te weinig gesteld. We hebben geleerd om blij te zijn met een halfdode mus. We zijn het gewend om van de ene dip naar de andere kleine opleving te sukkelen en van de hoge werkloosheid kijken we ook al niet meer op. De overheidsfinanciën waren er lange tijd zo erg aan toe dat een begrotingsevenwicht nu het nec plus ultra is. We leggen de lat niet te hoog, want alleen zo raken we er nog over, hic et nunc. Maar morgen misschien niet meer, als de vergrijzing en de internationale concurrentie de laatste jus en veerkracht uit de economie persen.
Maar de lat hoger leggen, doet pijn. Via een Generatiepact bijvoorbeeld dat die naam waardig is – en dat is veel meer dan het huidige fletse afkooksel dat alleen maar dient om de geesten te rijpen voor het vervolg dat nog lang op zich kan laten wachten. Waarom de boel op stelten zetten, als de ‘nu-gaat-toch-alles-goed’-stelling relatief gemakkelijk te verdedigen valt? Ziedaar het standpunt van onze regering.
Ja, het herstel van onze concurrentiekracht moet hét thema van het jaar worden. Maar we zijn al eind februari, en veel haast is er nog niet bij om er wat van te maken. Pijnloos bricoleren is verheven tot ultieme staatsmanskunst. Voor critici rest het etiket ‘cynische zuurpruim’.
Dan is ook Quy Qaden, de gouverneur van de Nationale Bank van België, een cynische zuurpruim. In haar jongste jaarverslag smeekt de Nationale Bank om een langetermijnbeleid. Maar de boodschap gaat verloren. De regering zag er een aanmoediging in om op de ingeslagen weg verder te gaan. Dan zal het tempo toch hoger moeten.
Want intussen moeten we het stellen met 2 % groei. Mag de lat wat hoger? De halve wereldbol lacht onze miezerige groeiprocentjes weg. Jan modaal zag de jongste jaren zijn beschikbare inkomen amper stijgen. De economie groeit nog, maar wie van zijn pree moet leven, merkt dat niet meer. Loonmatiging is wat hij of zij te horen krijgt. Want we moeten het extra loon dat we ons kunnen gunnen, secuur afwegen op een apothekerschaaltje, of we zijn weer wat exportmarkten kwijt.
De begroting is in evenwicht, structureel zelfs. Ja, dankzij een fiscale druk van 45 %, een Europees record, en dankzij het bijna helemaal dichtdraaien van de investeringskraan. Zo kunnen we het ook. Mag de lat iets hoger? Het zijn begrotingsoverschotten die we nodig hebben, kwestie van uw oude dag te kunnen betalen, of straks is ook pensioen- en gezondheidszorgmatiging uw deel.
Er komen weer banen bij, dankzij de verlaging van de lasten op arbeid. De economie is daardoor arbeidsintensiever geworden. De schatkist vaart er wel bij, want een loontrekker betaalt veel belastingen. Mag de lat iets hoger? De regering zwaait graag met het succes van dit beleid, maar aarzelt om het voluit toe te passen. Waarom die extra inkomsten niet herinvesteren in lagere lasten, zodat de totale fiscale druk maximaal gelijk blijft of zelfs daalt? Herinvesteer de fiscale bonus in nieuwe jobs. Maar dat impliceert snoeien in de overheidsuitgaven – en over die lat raakt de regering al helemaal niet.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier