De properste manager van Zaventem

Als milicien ging Stéphane Verbeeck stiekem bouwketen schoonmaken. Sinds 1 juni poetst hij als CEO van schoonmaakbedrijf ACS samen met 120 man de luchthaven van Zaventem. En u vond dat de legerdienst een verloren jaar was?

Bijklussen kan zware gevolgen hebben. Toen Stéphane Verbeeck (33) in 1990 zijn legerdienst deed, wou hij wat bijverdienen met het schoonmaken van bouwketen. “Ik dacht dat er snel geld mee te verdienen viel,” zegt de chief executive officer (CEO) van Antwerp Cleaning Services ( ACS). De business bleek zo florissant dat hij er ook na zijn legerdienst mee doorging. “Ik richtte een CVBA op en had een klant of drie-vier. Anderhalf jaar heb ik zelf schoongemaakt; daarna moest ik mijn eerste werknemer in dienst nemen.”

In de jaren daarna groeide ACS uit tot een verdienstelijke KMO met een omzet van ongeveer één miljoen euro. De top van de schoonmaaksector was nog veraf, maar het bedrijf rijfde meer en meer interessante contracten binnen. In 1993 ondertekende ACS een overeenkomst met DePersgroep voor het onderhoud van alle kantoren, opslagruimtes en de drukkerij in Kobbegem. In 1995 haalde het bedrijf een eerste contract binnen voor het onderhoud van de trottoirs en de parkeerterreinen op de luchthaven van Zaventem.

Een eerste echte uitschieter kwam er in 2002, toen een bijkomend contract werd afgesloten met luchthavenuitbater Biac voor de schoonmaak van de werf van pier A. Sinds 1 juni 2003 is daar nu ook het onderhoud van pier B en van de nieuwe terminal bijgekomen. Daarmee is ACS – naast Asbo, dat de oude terminal schoonmaakt – het enige schoonmaakbedrijf dat instaat voor de netheid van de nationale luchthaven.

Terug naar de stofzuiger

Tussen 1997 en 2001 steeg de omzet van 5 naar 10,7 miljoen euro. Toch wees een solvabiliteitsratio van 16 % in 2001 erop dat de financiële basis van het bedrijf niet van beton was. “Die cijfers zijn inmiddels achterhaald, want ons eigen vermogen is, mede dankzij de overname van een middelgroot bedrijf in de sector, gestegen tot 1,4 miljoen euro. Daarmee zouden we uitkomen bij een ratio van 25 %.” Het bedrijfsresultaat schommelde in de periode 1999-2001 tussen de 327.000 (1999), 94.000 (2000) en 172.000 euro (2001).

Verbeeck besliste eind 2002 om de ACS-groep grondig te herstructureren en ontdeed zich onder meer van het waste management-bedrijf Ecosmart, dat werd verkocht aan Van Gansewinkel, en van Lease Plant, dat werd overgelaten aan het management. Verbeeck: “We hebben ons opnieuw geconcentreerd op het schoonmaken.”

Behalve de terugkeer naar de kernactiviteit zijn er volgens hem nog meer redenen voor de spectaculaire groei van zijn bedrijf. Dankzij het relationele netwerk van zijn familie, die onder meer actief is in de projectontwikkelaar Kairos, heeft de business van Verbeeck af en toe een duw in de rug gekregen. “Ik ben me daarvan bewust, al weet ik ook dat een goed netwerk nog geen garantie is voor een bloeiend bedrijf. Dat werk hebben wij zélf verricht.”

De CEO schrijft de groei vooral toe aan de vernieuwende communicatie met de klant. Via een internetsysteem kunnen klanten klachten melden, hun facturen inkijken, de producten controleren die op hun werf zijn opgeslagen, en de samenstelling van de schoonmaakploegen bekijken.

Met meer dan 300 klanten heeft ACS zich in de toptien van de Belgische schoonmaaksector weten te nestelen. Het Antwerpse bedrijf maakt onder meer de kantoren schoon van VTM, Coca-Cola Vlaanderen en Goodyear Benelux, en staat in voor het onderhoud van industriële ruimtes bij Bekaert, Innogenetics en Stora Feldmuhle. “We hebben nu eindelijk het volume en de knowhow om te kunnen meedingen naar de grote contracten,” zegt Verbeeck, die de managersvaardigheden uit zijn praktijkervaring aanscherpte met een MBA aan Insead in Fontainebleau. De toekomst van ACS ligt volgens Verbeeck in nicheactiviteiten als glaswas en tapijtreiniging. “Maar ook de traditionele schoonmaak in grote bedrijven biedt nog perspectieven; daar zitten nog interessante marges.”