De personenbelasting is ziek

Jef Wellens Fiscalist bij Wolters Kluwer

Meer dan ooit vreest de Belg zijn belastingbrief, bleek vorige week uit een enquête van Wolters Kluwer. “Terugbetaling belastingen vertraagd”, kopte De Tijd een dag later. Dan weet je, de vermaledijde zesde staatshervorming heeft weer toegeslagen. Niet alleen maakt ze de belastingaangifte onnoemelijk veel ingewikkelder, ze zet de berekening van de personenbelasting op haar kop, met een federaal en een gewestelijk spoor.

De omvang van het titanenwerk dat de fiscus wachtte, werd al in 2013 duidelijk. Op de eerste onheilstijdingen over de enorme impact van de staatshervorming — zeker voor wie een hypothecair krediet heeft — werd sussend gereageerd. “Maakt de staatshervorming de woonfiscaliteit complexer? Niet echt”, staat nog altijd te lezen op de website van de fiscus. Terwijl het antwoord moet zijn: zo complex dat het vandaag nog niet mogelijk is de belasting op de inkomsten van 2014 automatisch te berekenen. Daardoor zal de belastingafrekening dit jaar vertraging oplopen, zodat de volkslening van ongeveer 5 miljard euro aan terug te betalen personenbelasting nog wat langer loopt.

De fiscale staatshervorming was haastwerk. Over heel wat onduidelijkheden en interpretatieproblemen moet de fiscus zich nog uitspreken. En wat wel duidelijk is, was niet altijd de bedoeling, blijkt nu. De fiscus, gegijzeld door een wet die enkel met een nieuwe staatshervorming kan worden gewijzigd, wordt zo gedwongen standpunten in te nemen die volledig indruisen tegen de wet.

De hervorming bulkt van de anomalieën. Van een inkomen van 26.500 euro wordt soms een kleiner basisbedrag vrijgesteld van belasting dan van een inkomen van 28.000 euro. In Vlaanderen hebt u vanaf dit jaar systematisch meer belastingvoordeel voor een lening voor een tweede woning dan voor een eerste. En hebt u meerdere woonkredieten, dan is het soms beter niet alle leningsuitgaven in de aangifte te vermelden, omdat dat fiscaal meer oplevert. Dat zijn allemaal symptomen van een zieke personenbelasting. Terwijl juist die belasting het meest coherent en bevattelijk zou moeten zijn, omdat ze iedereen raakt.

De oorzaak van de anomalieën over woonkredieten is de opsplitsing van vastgoed in ‘eigen woningen’, waarvoor het gewest bevoegd is, en ‘niet-eigen woningen’ die federaal blijven. De chaos van fiscale hypotheekstelsels die daarmee gepaard gaat, heeft de limieten van de programmeerbaarheid al lang overschreden. De nieuwe bevoegdheidsverdeling zal zich ook vertalen in de belastingaangifte, met naar verwachting een verdubbeling van het aantal codes voor hypotheken. Het probleem is niet zozeer dat u correct moet beoordelen welk fiscaal stelsel op een lening van toepassing is — het kunnen er meerdere zijn — maar hoelang dat stelsel van toepassing blijft.

Het fiscale voordeel bleef vroeger stabiel gedurende de hele looptijd van de lening. Nu verandert het zodra een woning fiscaal in een ander kleedje steekt. Bent u vorig jaar verhuisd, verkocht u een woning, ging u een woning gedeeltelijk verhuren of gebruiken voor uw beroep, dan betaalde u in 2014 intresten en kapitaalaflossingen voor zowel een eigen als een niet-eigen woning. Die uitgaven moet u dan zelf splitsen over gewestelijke en federale aangifterubrieken. Voor een koppel kan dat betekenen dat ze alleen al voor de aangifte van hun intresten meer dan 35 aangiftecodes moeten gebruiken.

Bovendien moet u zelf uitzoeken welke betalingen van uw rekening gingen vóór uw verhuizing of vóór de verkoop of de verhuring van uw woning, en welke daarna. Met één enkel jaarbedrag aan intresten en kapitaalaflossingen op de fiscale attesten, zoals de banken die tot nu toe opstellen, komt u er niet meer. In dat geval bezorgt de kredietgever u het beste ook een overzicht van de betalingen per betaalmoment. Het zou hem sieren als hij dat spontaan zou doen. Maar hoop er niet te veel op. Twee weken geleden liet de fiscus in het Staatsblad laconiek weten dat “aangezien het slechts om een formele aanpassing gaat” (sic) de oude attesten “om praktische en organisatorische redenen” voorlopig worden behouden. Bijzonder praktisch voor fiscus en kredietgevers, maar allerminst voor de belastingplichtigen.

Jef Wellens is fiscalist van Wolters Kluwer.

JEF WELLENS

Een koppel moet mogelijk meer dan 35 aangiftecodes gebruiken om de intresten van een woningkrediet op te geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content