De Paul Janssen in Paul Carpentier

Paul Carpentier werkt waar hij woont, in een huis waar voordien Jan Leyers heeft gewoond toen die nog onderhuurde van toneelspeler Karel Vingerhoets. Vanuit Boechout is Paul Carpentier de chief technology officer van Caringo, een Texaanse starter die bij de meest veelbelovende spelers in moderne cloudopslagsystemen wordt gerekend.

Samen met zijn strijdmakker sinds 32 jaar, Jan Van Riel, verantwoordelijk voor advanced technology, heeft hij een palmares opgebouwd als seriële ondernemer in de informatica. En hij is een neef van wijlen dokter Paul Janssen, de stichter van Jansen Pharma.

PAUL CARPENTIER. “Dat research aandacht is voor het onverwachte. Dat klinkt heel simpel, maar je kunt ze op één hand tellen, de bedrijven die dat principe effectief toepassen. Paul Janssen vond het bijzonder arrogant en bijna getuigen van onkunde om te spreken van gerichte research. Dat noemde hij een contradictio in terminis. Een marketingafdeling die onderzoek beveelt voor bijvoorbeeld lichte slaapmiddelen, dat vond hij de grootste nonsens. Voor hem ging onderzoek over het ontdekken van interessante families van scheikundige stoffen, en dan pas over eventuele toepassingen. Niet andersom.”

Het onverwachte is een rode draad in uw eigen loopbaan.

CARPENTIER. “In 1996 hadden we 250.000 eindgebruikerslicenties verkocht van Filewave, onze software om Macintosh-computers over bedrijfsnetwerken te beheren. We zaten volop in de dure ontwikkeling van een Windows-versie. Toen besloten de Amerikaanse bedrijven plots geen Apple-computers meer te kopen. Onze geldkoe viel weg. We moesten reorganiseren en ons Windows-project terugbrengen tot de essentie.

“We staken er iets in waar ik al lang over nadacht: unieke identificaties voor digitale bestanden. Met een algoritme kan je een uniek getal berekenen op basis van de inhoud van een bestand. Als je twee keer dezelfde berekening maakt op hetzelfde object, krijg je twee keer hetzelfde getal. Op dat concept hebben we ons uiteindelijk geconcentreerd.”

Een ei van Columbus?

CARPENTIER. “Wij staan nog maar aan het begin. Wat je vandaag bijvoorbeeld niet kan, is een absolute referentie scheppen naar een document zonder dat je het insluit. Neem een pdf-bestand van de griffie. Als daar een referentie in zit, dan is dat een pointer naar een server en naar mappen op die server met daarin dan een document. Hoelang zal die verwijzing geldig blijven? Een jaar? Zodra iemand die server reorganiseert, is die link kapot. Als je dus over een dossier wil communiceren, moet je al die documenten bij elkaar nemen en insluiten. Als je refereert aan externe documenten kàn je ze soms niet insluiten.

“Stel nu dat je een unieke identificatie zou hebben. Het enige wat je dan moet doen, is op het netwerk broadcasten – een vraag rondsturen die iedereen hoort – ‘wie heeft het bestand met dit identificatiegetal?’ De computers op het netwerk hebben een index van al hun bestanden in hun geheugen. Die hoeven zelfs niet op de schijven zoeken om ze terug te vinden. Je kan dat document onmiddellijk beginnen te lezen. Het zou een gigantische kostenbesparing meebrengen in alle processen die te maken hebben met het doorsturen, stockeren en refereren van digitale informatie.

“Eigenaardig genoeg bleek dat er niet veel octrooien genomen waren op dat concept. We zijn daar dan octrooien beginnen voor te schrijven en we zijn een serieuze financiering beginnen te zoeken.

“We hadden geluk. Lernout & Hauspie Speech Products leerde dat je ook in Vlaanderen technologie kon scheppen. Plotseling was er kapitaal beschikbaar voor ons bedrijf, FilePool. In oktober 1999 hebben we 10 miljoen dollar (toen 9,6 miljoen euro, nvdr) opgehaald met Alpinvest als lead investor en voorts Gimv, Lessius, Flanders Language Valley Fund en KBC BankSecurities.”

Uw unieke concept bleek moeilijk te verkopen.

CARPENTIER. “Sommigen voelden zich heel ongemakkelijk bij die unieke identificaties. We werkten nochtans met het MD5-algoritme en een getal van 128 bits (39 cijfers, 340-maal een miljard miljard miljard miljard mogelijkheden, nvdr). De kans dat twee codes met elkaar botsten was ontelbare keren kleiner dan de kans dat de kosmische straling een bit doet verspringen in het geheugen van je pc. Dan nog waren er mensen die zeiden: zou je daar niet beter nog iets achter zetten, een datum of zo?

“De technologie op zich deed niks. We wilden ze aan ontwikkelaars en systeemintegratoren leveren voor inbouw in hun producten en diensten. Twaalf maanden verstreken. Geen beweging in de verkoop. De durfkapitalisten vervingen de CEO. Dat was ik.

“Begin 2000 had ik in de raad van bestuur ervoor gepleit een grote industriële partij als overnemer te zoeken. Het bestuur wou het op zijn Lernout & Hauspies doen. In Amerika nog eens 30 à 40 miljoen ophalen en 200 mensen aanwerven. Dat was in april 2000. In juli weigerde ik achter dat businessplan te staan. In september kwam het bestuur met lege handen terug uit de VS. De dotcomcrisis was losgebroken. Niemand was nog geïnteresseerd. In het najaar besloot de raad van bestuur eindelijk naar een overnemer uit te kijken. Met kerstavond kregen we een letter of intent. Op 12 april nam EMC (de wereldwijde marktleider in gegevensopslag, nvdr) de aandelen van FilePool over voor net geen 50 miljoen dollar. Een jaar later bracht EMC een nieuwe productlijn uit op basis van de FilePool-technologie. Met Centera vulde het een gat in zijn productenportefeuille: archivering. Het was in het begin hun snelst groeiende productlijn ooit. Daar ben ik nog altijd trots op.”

Nu bent u helemaal terug met Caringo, een trendsetter in opslag voor cloudcomputing. Hoe kon u telkens opnieuw starten? De intellectuele eigendom zat toch bij de firma’s waarvoor u werkte?

CARPENTIER. “De octrooien die ik voor FilePool heb geschreven, zijn aan EMC verkocht. Mettertijd kom je echter tot het inzicht dat sommige dingen die je fantastisch vond, vervelende kantjes hebben. Die serienummers berekenen met MD5-algoritmes was geweldig. Maar de computers worden zo krachtig dat je MD5’s kan kraken. Je kan zoveel variaties berekenen dat je uiteindelijk een bestand licht kan veranderen en toch dezelfde MD5 bekomen. Dat zet het hele concept op losse schroeven.

“Bovendien nam het inlezen van documenten te veel tijd. Niet zozeer het berekenen van de MD5, maar wel het nagaan binnen de cluster of het object al ergens bestond. Het is veel productiever om alle bestanden binnen te nemen tegen maximumsnelheid, een unieke identificatie te geven – een willekeurig getal – en dan een MD5 te stoppen bij de metadata die het object identificeren. Je kan die MD5 dan in de loop van de tijd opwaarderen tot bijvoorbeeld 256 bit. Een sterkere ketting leggen bovenop de zwakkere. Al die tijd hou je hetzelfde getal als identificatie.

“Ik ben dus nieuwe octrooien en concepten blijven ontwikkelen (ondertussen heeft Paul Carpentier er veertien op zijn naam, nvdr). Dat gebeurde bij Hypertrust, de spin-off van de KU Leuven in gecertifieerde e-mail, waar ik in 2002 ben ingestapt. Ze waren dus eigendom van Hypertrust. Toen we in 2005 met Mark Goros en Jonathan Ring in de VS Caringo begonnen, hebben we die intellectuele eigendom ingebracht bij Caringo. Alle Hypertrust-aandeelhouders werden aandeelhouders van Caringo.”

Hoe kwam u aan uw Amerikaanse partners?

CARPENTIER. “Zij hadden voor mij gewerkt in mijn periode bij Gnosis, het eerste bedrijf dat ik mee heb opgericht, in Florida. Mark Goros had ik weggehaald bij Oracle in New York. Hij was een van de eerste vijftig Oracle-werknemers. Jonathan Ring was hoofd kwaliteitsbewaking bij het ontwikkelingsteam van OS/2 van IBM. We zijn drie goede vrienden geworden en altijd in contact gebleven. In 2005 vonden we dat we er nog eens een ‘shot’ moesten tegen geven. We zijn gestart met geld van Mark, Jon en mezelf. Ondertussen hebben we Amerikaanse, Belgische en Nederlandse privé-investeerders, maar ook twee durfkapitaalfondsen, Vodafone Ventures en Austin Ventures. Onze eerste versie dateert al van 2006, CAStor 1.0. Nu introduceren we versie 6. Het is rijpe technologie.

“Onze belangrijkste toepassing is momenteel in medische beeldvorming voor het opslaan van scans. Dat is een exploderend domein. Onder meer Peake, een joint venture van Johns Hopkins-universiteit en Harris Corporation heeft CAStor gekozen voor zijn medische cloud. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht doet met ons een grote proof of concept. Maar er zijn veel ruimere toepassingen. Vodafone draait zijn Vodafone 360-platform bovenop CAStor. Telefonica komt helemaal onze richting uit. We onderhandelen nu met prospecten over systemen van tientallen petabyte (een petabyte is een miljoen gigabyte, nvdr). Dell verkoopt CAStor onder zijn eigen merk in zijn DX 6000 Object Storage Platform. Zonder verandering, honderd procent identiek.”

Caringo is ondertussen gedagvaard door de octrooitrol PersonalWeb, dat de rechten op uw patenten claimt. Dat is een compliment, want u bent daarmee in het gezelschap van kanjers als Google, Amazon, Dropbox en Netapp. Hoe gaat het met uw omzet?

CARPENTIER. “Die is nog relatief laag. Dell is vorig jaar maar langzaam op gang gekomen met onze distributie. Het is uitstel, geen afstel. Er is een goede reden waarom we sneller, meer schaalbaar en goedkoper zijn dan anderen. Omdat we anders zijn. Mensen moeten dat accepteren. Crisissen zijn een goed moment om dat te doen. Het beste bewijs is dat we in 2008 door de financiële crisis heen zijn gesjeesd, terwijl een heleboel concurrenten langs de weg is blijven liggen. We praten nu met partijen waar we zonder crisis niet bij zouden zijn ge-raakt.”

Hoe houdt u het enthousiasme om altijd opnieuw te beginnen? U hebt wel klappen gekregen.

CARPENTIER. “Daar moet je tegen kunnen. Ik ben twee keer manu militari geëscorteerd uit het bedrijf dat ik zelf heb opgestart. Eerst bij Gnosis in Amerika. Dat is achteraf geregeld, maar op dat moment mocht ik mijn boeltje pakken terwijl de boekhouder begon te discussiëren of ik de naamkaartjes kon meenemen of niet. En bij FilePool toen ik weigerde achter het businessplan te staan en om halftien ‘s morgens weer thuis was: ‘ Honey, I’m home!

“In dat verband moet je over Vlaanderen zeggen: hier is geen durfkapitaal, alleen durfnietkapitaal. Het enige durfkapitaal zit bij individuele mensen die vinden dat er iets moet gebeuren.”

BRUNO LEIJNSE EN BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

“Ik ben twee keer manu militari ge-escorteerd uit het bedrijf dat ik zelf heb opgestart”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content