De papieren tijger krijgt tanden
Onder Europese druk wordt het moeilijker om aanbestedingen te manipuleren. Ondernemingen krijgen de tijd om een onrechtmatig verkregen overheids-opdracht in de kiem te smoren. Goed voor de belastingbetaler. En voor aannemers die mikken op de buurlanden. De advocaten wetten hun messen.
Aanbestedingen verlopen binnenkort een stuk transparanter en correcter. De aanbestedingswet van 23 december 2009 geeft verliezende kandidaten na de gunning van een overheidscontract vijftien dagen om de vernietiging aan te vragen bij de Raad van State. Tot nog toe was dat tien dagen. Nog een nieuwigheid is een reële sanctie. Als de overheid de termijn niet naleeft, kan de gunning ‘onverbindend’ worden verklaard en retroactief worden teruggeschroefd.
De regeling treedt in werking als een koninklijk besluit dat mogelijk maakt, vermoedelijk vanaf maart 2010. “Een goede zaak”, meent Robert Seghers, die als public affairs van het bouwbedrijf Heijmans aanbestedingsdossiers voorbereidt, ooit het tramproject Brabo en de Oosterweelverbinding. “De verlenging van de termijn is echt wel noodzakelijk. Sommige overheden maakten er een gewoonte van om de gunning te beslissen op een vrijdag, zodat twee weekends een doorwrochte voorbereiding van het dossier onmogelijk maakten. Andere lapten heel de procedure dan weer aan hun laars. De spelregels worden duidelijker, transparanter en strenger.”
Niet elke aannemer is even enthousiast. Guy Gillijns, commercieel directeur van Algemene Bouw Maes (Groep Van Roey), vreest reglementitis. “Onlangs stapte een concurrent voor een perfect normaal vergund ziekenhuisproject naar de Raad van State. De aanbestedende overheid gooide plots alles dicht omdat ze vreesde voor de publieke reactie. Ze deelde het project op in aparte werken. Gevolg: wij waren de opdracht kwijt en er kwam een uitstel van acht maanden. Dat kunnen we in deze tijden van recessie echt wel missen.”
Alternatieve sancties
Carlos De Wolf is een advocaat gespecialiseerd in aanbestedingsdossiers die België al twee keer liet veroordelen omdat het de Europese aanbestedingsregels negeerde (zie kader Strijder voor de vrije markt). Hij noemt de nieuwe wet een belangrijke stap voor de rechtsbescherming bij overheidsopdrachten. “Het aanbestedingsrecht was in België lang een papieren tijger. Dat leidt onvermijdelijk tot frauduleuze toestanden zoals in Nederland. Daar verdeelden de aannemers, bij gebrek aan doortastende beschermingsmaatregelen, de werken netjes onder elkaar tegen een veel te hoge prijs. Zo kwam iedereen aan de bak, op kosten van de belastingbetaler.”
De nieuwe wet voorziet ook in alternatieve sancties, zoals de inkorting van de looptijd van de opdracht, zodat de concurrenten eerder kans krijgen om mee te dingen op een eerlijke manier. De Commissie kan de overheid ook een boete opleggen als die het te gortig maakt. “Als een politicus een opdracht toewees zonder zelfs een aanbestedingsprocedure op te starten, kon er amper opgetreden worden tegen deze meest flagrante inbreuk. Het is voor de concurrenten van die aannemer achteraf moeilijk te bewijzen dat ze een kans verloren hadden. Dat is nochtans een voorwaarde om een schadevergoeding te verkrijgen. Ze waren niet eens kandidaat! Het komt dan meestal niet tot een rechtsgeding.”
Volgens De Wolf zullen politici extra voorzichtig worden omdat zo’n Europese veroordeling een publieke blamage is die snel op de schending kan volgen. “Alles hangt natuurlijk af van het handhavingsbeleid van Europa.” De Commissie kan alle overheidsopdrachten onderzoeken, hoewel er door een geschil met Duitsland nog onduidelijkheid bestaat of er al dan niet een financiële drempel geldt: 4,8 miljoen euro, de drempel om overheidsopdrachten te publiceren in het Europese Bulletin.
Voer voor processen
De wet is de omzetting van een Europese richtlijn en wordt dus in heel Europa mutatis mutandis toegepast. “Onze aannemers, die nu de facto worden geweerd uit heel wat buurlanden, kunnen met een eenvormige en transparante procedure ageren”, voorspelt Robert Seghers van Heijmans. “In heel wat landen bevoordelen hindernissen of belemmeringen nationale kampioenen. Deze praktijken komen onder druk te staan”, zegt De Wolf.
Er is een keerzijde. Seghers, zelf in dienst van een Nederlandse groep, denkt dat aannemers uit het noorden sneller de stap naar België zullen doen. “Nu worden ze afgeschrikt door de Belgische praktijk die hen weinig rechten geeft. Ze zullen nu sneller een offerte indienen.”
“Ik vrees een vloed aan procedures”, zegt Gillijns. “Er dagen steeds meer juristen op aan de start van een bouwproject. Terwijl ik er toch voor opteer om samen met de opdrachtgever alles uit te werken en later de documenten in orde te maken. Te veel advocaten in de aannemerij fnuikt het ondernemen. Het moet vooruitgaan.”
Door Hans Brockmans
Het aanbestedingsrecht was in België lang een papieren tijger. Dat leidde onvermijdelijk tot frauduleuze toestanden.
Er dagen steeds meer juristen op aan de start van een bouwproject.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier