De overheid moet straks weer afbouwen
De financiële crisis doet onze samenleving daveren op haar grondvesten. Tot nu toe zijn de overheden en internationale instellingen zoals de centrale banken zeer alert opgetreden. De overheid is vaak verguisd, maar triomfeert vandaag als Superman. Het liberalisme heeft verloren, luidt het op veel plaatsen waar gedroomd wordt van een nieuw etatisme. Het congres van de sp.a afgelopen weekend bijvoorbeeld. “Het verhaal van de rechterzijde, van de ongebreidelde vrije markt, heeft afgedaan”, zei Louis Tobback in De Standaard. Dat diezelfde socialisten met Steve Stevaert de eerste viool speelden bij Ethias en mee op de eerste rij zaten bij Dexia, daar werd op dat congres zedig over gezwegen.
Laten we die socialistische dromen meteen de kop indrukken. Het kapitalisme is gewond, zwaargewond zelfs, maar niet verslagen. Het kapitalisme blijft het minst slechte systeem dat er bestaat om onze economie te organiseren, om een bekende uitspraak over de democratie te parafraseren. Uit heel wat onderzoek blijkt dat geliberaliseerde landen meer vooruitgang boeken dan risicoaverse landen. Ook al krijgt die eerste categorie af en toe een stevige crisis te verwerken.
De roep naar meer regulering in de financiële sector klinkt luid. Terecht. Hogere kapitaalvereisten zijn bijvoorbeeld nodig, zodat banken steviger op eigen benen staan. Of het aan banden leggen van systemen als short selling (wat niet hetzelfde is als het verbieden). Of het onder bancaire controle brengen van hefboomfondsen. Minstens even belangrijk is de al bestaande regels goed te controleren.
Regulering en toezicht zijn twee kerntaken van de overheid. Ze mag echter geen actieve ondernemer worden in de economie. En dat is nu wat nu wel gebeurt in de financiële wereld. De overheid moest aandeelhouder worden van banken om het financiële systeem te behoeden voor de ineenstorting. De overheid heeft daar goed werk geleverd. Het is nu haar taak om zo snel als mogelijk die posities weer te verlaten.
De overheid is trouwens zaken aan het doen die ze niet aankan. De garanties van alle spaargelden en garanties van interbancaire leningen overstijgen de financiële marge van de overheid veruit mocht men ze daadwerkelijk uitoefenen. En toch roepen sommigen om nog meer garanties, voor het pensioensparen bijvoorbeeld (die vraag kwam nota bene dan nog van een liberaal, Karel De Gucht).
Al te veel mensen dromen van nog meer overheid. En niet alleen socialisten, denk maar aan de Franse president Nicolas Sarkozy. We moeten in de komende weken en maanden nauwgezet toekijken of onder het mom van de bestrijding van de financiële crisis en van de recessie geen maatregelen doorgedrukt worden die de vrije markt dusdanig belemmeren dat ze de groei in de toekomst beperken. Het woord ‘relance’ duikt meer en meer op. En wie dat hoort, moet op zijn hoede zijn.
In de Verenigde Staten wordt 25 miljard dollar aan leningen uitgetrokken voor de krakende automobielindustrie. In Europa zijn er ook probleemsectoren. Textiel bijvoorbeeld. Hebben we nood aan een nieuw textiel- plan? Neen. Ten minste niet als dat er komt om bedrijven in leven te houden die toch geen toekomst hebben. En die opportunisten de kans geeft om een imperium uit te bouwen op staatsgeld (vraag maar aan Albert Frère, die zich ten tijde van de ‘nationale sectoren’ lanceerde met subsidies voor de staalsector).
Een ander gevaarlijk idee is de grotere rol die men aan de Europese Investeringsbank (EIB) wil geven. De EIB zal extra geld krijgen, onder meer om bedrijven die kreunen onder de kredietcrisis financieel te ondersteunen. De stap naar overdreven overheidssubsidiëring is maar klein. Ook de beslissing dat de EU-regels over staatssteun aan privébedrijven soepeler toegepast worden, moet met argusogen bekeken worden. Die beslissing was nodig om de steun aan de banken mogelijk te maken, maar ze mag niet gaan spelen in de niet-financiële sector.
Moet de overheid dan lijdzaam toekijken bij een recessie? Zeker niet. Yves Leterme legt in interviews de juiste accenten (“We moeten de reactiecapaciteit van onze bedrijven versterken”, zei hij in Le Soir). Hij wijst het woord ‘relance’ trouwens af.
Bij een recessie horen onvermijdelijk meer werklozen. Die sneller en beter begeleiden naar een nieuwe job – via meer activering en eindigende uitkeringen – is een voorbeeld van goed en wenselijk overheidsbeleid. De overheid moet faciliteren en de juiste omgevingsfactoren creëren. Om zo te zorgen dat het beste economische systeem dat we kennen – de (gecontroleerde) vrije markt – kan voortleven. En, toegegeven, liefst in een betere vorm dan nu. (T)
de auteur is hoofdredacteur.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier