‘De overheid betaalt haar energie te duur’

Ruim drie jaar heeft het geduurd sinds de aankondiging in het Vlaams regeerakkoord, maar nu kan het Vlaams Energiebedrijf echt van start gaan. Voorzitter Andries Gryffroy predikt realisme.

Een grap.” “Overbodig.” “Volkomen nutteloos.” De termen waarmee vooral de oppositiepartijen Open Vld, Groen en LDD het Vlaams Energiebedrijf bedachten, laten weinig aan de verbeelding over. Bij de meerderheidspartijen was er vooral ongeduld over de trage totstandkoming van het idee van toenmalig N-VA-secretaris Andries Gryffroy. “Daar heb ik me vergist”, geeft Gryffroy toe. “Ik heb 25 jaar ervaring als bedrijfsleider in de energiesector, maar de democratische weg volgen, duurde langer dan ik had verwacht.” Zijn energie-adviesbureau werkt voor alle duidelijkheid niet voor de overheid.

Nu staat de nieuwe entiteit in de startblokken. De Vlaamse regering keurde twee weken geleden het businessplan goed, waarmee de voorzitter nu voor het eerst naar buiten komt. 200 miljoen euro krijgt de nieuwe organisatie mee als startkapitaal. Dat wordt wellicht nog aangevuld met Europese subsidies. De wensen en dromen van sommigen — een concurrent van Electrabel worden, het slimme elektriciteitsnetwerk uitbouwen en beheren — zijn ingeruild voor realistischer ambities.

“Tijdens de regeringsonderhandelingen had ik destijds al snel door dat we geen kerncentrales zouden uitbaten of zelf een slim stroomnetwerk aanleggen. We moesten terug naar de kerntaken: energie besparen, de overige energie zo goedkoop mogelijk aankopen en ondersteuning bieden aan kleine initiatieven die anders niet tegen grotere spelers op kunnen.”

Het huis van het Vlaams Energiebedrijf (zie schema op blz. 30) rust op twee pijlers: investeren in innovatieve technologie en de overheid ontlasten.

Investeren in technologie

De investeringstak wil innovatieve technologie helpen te vermarkten. Dat kan heel ruim gaan: het stopcontact op zee, watermolens op de zeebodem of een energiebesparende lichtschakelaar. De bedoeling is een verbindingsstuk te zijn tussen de markt en wat er gebeurt bij onderzoeks- en kenniscentra en de universiteiten.

“We mikken op technologie die het proefstadium voorbij is, maar die nog een duwtje in de rug nodig heeft. Daar willen we optreden als een industriële investeerder, niet als een financiële. Dat betekent dat we de producten toetsen aan ons businessplan, maar ook dat we eventueel mee in het management van het bedrijf stappen. Maar we willen een rolling fund worden: nieuwe investeringen financieren door andere te verkopen. Het break-evenpunt voor het totale businessplan hoop ik te halen tegen 2017-2018.”

Ongeveer een derde van de werknemers zal in deze pijler actief zijn. Eind dit jaar hoopt Gryffroy tien medewerkers te hebben, op kruissnelheid moeten dat er ongeveer veertig worden. “Wij hebben twee grote doelstellingen: we willen de privémarkt niet storen, en we willen geen doos worden met twee- of driehonderd man. We willen faciliterend werken, zeker niet zelf alles beginnen te doen.”

Energie besparen

De overheid ontlasten, de tweede pijler, omvat drie taken: energie-efficiëntie, energie leveren en investeren voor eigen gebruik. “Vergelijk het met een winkelketen met 100 of 150 vestigingen. Die zorgt ervoor dat al die filialen een bepaalde energie-efficiëntie halen, en koopt centraal de energie aan. Bij de overheid hebben sommige entiteiten de aankoop van energie op hun niveau gecentraliseerd, maar een gestructureerde aanpak over alle entiteiten — administratie, scholen, De Lijn, VDAB, BLOSO, Aquafin, enzovoort — is er niet.”

Zonder de gebouwen van het gemeenschapsonderwijs mee te rekenen, omvat het patrimonium van de Vlaamse overheid 3600 gebouwen. Om die energiezuiniger te maken, opereert het Vlaams Energiebedrijf als een Esco, een Energy Services COmpany. Esco’s werken volgens het principe van de derde betaler. Daarbij zoekt de Esco een bedrijf dat de nodige aanpassingswerken wil uitvoeren. De eigenaar van het pand geeft zelf geen geld uit, maar blijft een aantal jaar een even hoge energiefactuur betalen, en het verschil met de werkelijke factuur wordt doorgestort naar de uitvoerder van de werken.

“Groen verweet ons ooit dat het al een succes zou zijn als we tegen 2014 één dak zouden isoleren. Wel, dat gaan we dus niét doen”, grijnst Gryffroy. “We gaan er wel voor zorgen dat de privésector onder andere de isolatie aanpakt, maar ook kijkt naar de verwarming, de raampartijen, het lichtgebruik, enzovoort.”

Daarvoor is het Vlaams Energiebedrijf van plan voor clusters van gebouwen aan gespecialiseerde bedrijven offertes te vragen, waarbij zij een energiebesparing moeten garanderen. “Alles staat of valt met onze eerste cluster”, meent Gryffroy. “Die hopen we eind dit jaar op de markt te brengen. Als die een succes is, zullen de andere overheidsentiteiten ook graag met ons in zee gaan.”

Als alles volgens plan loopt, kan Vlaanderen zo ook de nieuwe Europese energie-efficiëntierichtlijn halen. Die bepaalt dat vanaf 2014 jaarlijks 3 procent van de oppervlakte aan overheidsgebouwen adequaat moet worden gerenoveerd.

Energieleverancier

Daarnaast ziet het Vlaams Energiebedrijf voor zichzelf een rol weggelegd als energieleverancier. Uit analyses van de federale energieregulator CREG blijkt dat de overheid haar stroom en gas gemiddeld 10 tot 15 procent duurder betaalt dan bedrijven. Gedeeltelijk omdat bedrijven meer gestructureerd te werk gaan, en ook omdat de overheid de Europese regels voor overheidsopdrachten moet volgen. “We gaan in elk geval een leveranciersvergunning aanvragen voor Vlaanderen en Brussel. Dan kunnen we de centrale energie-aankoper zijn voor de Vlaamse overheid. De echt risicovolle activiteiten, zoals trading van energie, besteden we uit.”

“We starten nu met de voorbereiding, effectief leveren verwacht ik begin 2015 te kunnen doen”, hoopt Gryffroy. “Dan lopen de meeste contracten af. Dat de overheid een beetje meer betaalt dan het bedrijfsleven, is wellicht niet te vermijden, maar in ons businessplan gaan we ervan uit dat we het verschil kunnen halveren, en dat lijkt me vrij pessimistisch.”

Voor het eigen gebruik van de overheid willen gedelegeerd bestuurder Dirk Meire (een ex van Electrabel, Studiecentrum voor Kernenergie, Umicore, Nuon en SPE-Luminus) en voorzitter Gryffroy ook kunnen investeren in stroomproductie, “door in te stappen in een bestaande of nieuwe projectvennootschappen”.

Al wil het nieuwe overheidsvehikel niet met geld gooien naar niet-levensvatbare projecten. “We zijn industriële investeerders, dus we zullen technici hebben die kunnen beoordelen of een project zin heeft en of het businessplan haalbaar is. Bovendien moeten onze investeringen ESR-neutraal zijn: ze moeten aan de Europese regels voldoen om niet in de Vlaamse begroting te worden opgenomen. Dat betekent dat voor elke participatie een externe auditor moet beoordelen of we instappen tegen een marktconforme prijs.”

Die ESR-neutraliteit zal gelden voor de innovatiepijler (goed voor 35 % van het budget) en de investeringen in eigen productie (55 %). Maar de 10 procent die naar de taken als energieleverancier en opdrachtencentrale voor energie-efficiëntie zal gaan, komt in tegenstelling tot wat eerder was gezegd wél op de begroting terecht. “In de praktijk gaat dat om een beperkt bedrag, ongeveer 1 miljoen euro voor 2013, maar de winst voor de overheid op middellange termijn zal minstens 10 tot 15 miljoen euro op jaarbasis bedragen. Bijkomend geeft het ons wel de mogelijkheid de diensten binnenshuis te regelen. Als De Lijn of de VDAB een openbare aanbesteding moeten uitschrijven als ze op ons een beroep willen doen, zal het resultaat zijn dat ze dat níét gaan doen.”

LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE

“We willen geen doos worden met 200 of 300 man” Andries Gryffroy

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content