De oude vrouw en de zee
De laatste vier decennia zeilde de 80-jarige Francine Duwez een ziltige kennissenkring bijeen. Van april tot oktober hijst de Oostendse nog altijd de zeilen om, gedreven door water en wind, de vrienden te groeten.
Rustig stuurt Francine Duwez haar negen meter lange, houten tweemaster vanuit de Oostendse North Sea Yacht Club aan de Visserskaai richting havengeul. De stramme botten bij het overstag gaan straks, compenseert de zeilster ruimschoots met bijna een halve eeuw ervaring. Haar Outka – Russisch voor eend – is veruit het oudste jacht van de club, maar overklast qua silhouet en outillage de vloot aangemeerde polyesterboten. “In de jaren zestig was onze boot nog één van de grootste in dit dok, maar de popularisering van de zeilsport, zorgde voor een fikse schaalvergroting in de pleziervaart. Nu hoort mijn boot tot de kleinste klasse kajuitjachten,” zegt de schipper.
Fascinatie.
In juli zeilde Francine de Zuid-Engelse kust af en tot eind oktober tref je haar dagelijks aan boord. Als ze al niet het zeegat uit is voor eendagtrips naar Blankenberge en Nieuwpoort of een weekendje Zeeland in haar scheepsjournaal logboekt. “De zee die altijd anders is, blijft mij dagelijks fascineren. Wat is er mooier dan een zonsopgang op volle zee en wat geeft meer voldoening dan na een dag zeilen een onbekend haventje te ontdekken. Ook de ongeschreven wet van hulpvaardigheid en fairplay die zeilers wereldwijd met elkaar bindt, heeft mij altijd sterk aangesproken,” zegt de vrouw die ooit een stuurloos vissersvaartuig op sleeptouw nam.
Francine zeilt bijna een halve eeuw. Haar man Victor, ooit fregatkapitein bij de Zeemacht, bouwde in de jaren vijftig een snipe, een houten, open zwaardboot. “Mijn echtgenoot las tijdens zijn ballingsschap in Duitsland veel over de constructiebouw van boten. Na de oorlog heeft hij de theorie aan de praktijk getoetst,” aldus de zeilster. Vijf jaar kweekte het echtpaar zeebenen met die eerste boot, maar ondertussen groeiden plannen voor de bouw van een eigen kajuitjacht. De toenmalige Oostendse jachtwerf Hots leverde het casco naar een Frans ontwerp en Victor werkte de mahoniehouten boot af. Tot de dood van haar man in 1976 zeilden ze zowat de Noordzee rond. Sindsdien is Francine de schipper. “Ik zeil nooit alleen. Ik heb een vaste ploeg die maar al te graag aanmonstert. Zo is Marcel Rahier al dertig jaar bemanningslid en vriend en dat zijn ze ondertussen allemaal geworden. Nergens anders leer je mensen sneller en beter kennen dan op een zeiltrip. Ooit kreeg ik iemand aan boord die verwachtte dat er elke dag filet pur op het menu stond en dat een wijnkaart tot de basisuitrusting van de kombuis hoorde. Ik heb die man in Boulogne van boord gezet!” Maar meestal is de schipper de rust zelve. Haar bevelen klinken zacht als uitnodigingen en ze luistert nog altijd leergierig naar ervaringen van anderen. Toch neemt ze als schipper de ultieme beslissingen: “Wel mijd ik onnodige risico’s. Tot 5 beaufort vind ik zeilen aangenaam, daarboven blijf ik binnen.”
Anekdotes.
De Outka werd een vertrouwd silhouet in vele jachthavens van de Noordzee. “Overal waar we binnenlopen, treffen we oude bekenden, worden er ‘s avonds aan dek bij een glas gezellig anekdotes opgehaald. Ja, ook dat hoort voor mij bij het zeilen,” aldus de schipper die een uitgebreide kennissenkring bijeenzeilde.
Maar een houten boot vraagt ook veel onderhoud. In de winter vertoeft Francine gemiddeld zes uur per dag op de werf. “Onderhoud doe ik nog altijd zelf. Vernissen, afschuren, polijsten… allemaal met de hand.” De zeilster geeft toe dat het onderhoud begint te wegen. Ze is daarom blij dat de Oostendse havenkapitein Patrick Vermandel volgend seizoen de Outka als nieuwe eigenaar zal schipperen. Een gentle(wo)man’s agreement voorziet wel dat Oostende de thuishaven blijft en Francine de vaste roerganger.
Terloops vertelt de schipper dat haar meisjesnaam De Brouwer is – een Oostendse familie die in de 17de eeuw een eminente kaper in de stamboom heeft. Ook tijdens de roemrijke Oostendsche Compagnie kleurt deze naam menig logboek. Zeemansbloed smoor je niet in enkele generaties, blijkt nog maar eens.
Marc Loy
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier