De oplossing is blokvorming
Mooi meegenomen, die hoogconjunctuur. De bouwsector herleeft. Maar zelfgenoegzaamheid kan de bouwindustrie nog niet worden verweten. De concurrentie is moordend en dwingt tot fusies, overnames en allianties. De prefabbetonboeren kunnen ervan meespreken.
De economie gaat met sprongen vooruit en de bouwsector springt lekker mee. Doordat de winter van 1999 zachter dan die van 1998 was, konden de ondernemingen hun slechte resultaten uit 1998 wegwerken. De 223.590 bouwvakkers in ons land (8% van de beroepsbevolking) realiseerden vorig jaar een geconsolideerde omzet van 1130 miljard frank, een nominale stijging van 8,4%. Hun toegevoegde waarde nam in reële cijfers met 8% toe tot zo’n 277,8 miljard frank (zie grafiek: Toegevoegde waarde van de bouwbedrijven).
In 2000 zal de vraag verder toenemen, aldus een voor haar doen euforisch jaarverslag van de Confederatie Bouw ( CB). Tijdens de voorstelling van dit rapport vorige week kondigde CB-voorzitter Jean-Pierre Corbay zelfs 3000 tot 4000 nieuwe jobs in de sector aan. Dat is ook goed nieuws voor de Federatie van de Betonindustrie ( FeBe), die alle prefabbetonbedrijven vertegenwoordigt. Prefabbetonboeren maken geen stortklaar beton of cement. Ze leveren betonnen basiselementen. Deze subsector ondergaat een aantal belangrijke ontwikkelingen.
Het totale productievolume van de Belgische prefabbetonindustrie steeg het afgelopen jaar van 9,8 naar 10,6 miljoen ton. In 1999 groeide de prefabbetonsector met ruim 4%. Willy Simons, algemeen directeur van de FeBe: “In 2000 verwachten we zelfs een stijging van 5,1%. Een jaar met gemeenteraadsverkiezingen is altijd gunstig voor onze portemonnee.” Er zijn nu meer dan 6000 mensen in de prefabbetonbusiness actief. De 330 Belgische prefabbetonbedrijven boekten een gezamenlijke omzet van 26 miljard frank.
Vooral Limburg gooit er flink wat beton tegenaan. Het aandeel van deze provincie nam in het totaal aantal gewerkte uren in de bouw toe van 20% in 1990 tot 27% in 1999. Samen met Antwerpen nemen de Limburgers iets meer dan de helft van de werktijd in de Belgische bouwsector voor hun rekening. West-Vlaanderen verliest langzaam maar zeker veld: van 23% in 1990 naar 19% in 1999. De vijf Waalse provincies samen halen nog slechts 14%.
Door de toenemende globalisering werd de bouwsector wereldwijd overspoeld door een fusiegolf. Uitgezonderd enkele internationale groepen – zoals Etex, Besix en Koramic – bleven de effecten van de overnamekoorts beperkt in de Belgische bouwsector. Traditioneel worden gebouwen door mensen en met materialen uit eigen streek opgetrokken om de kostprijs te drukken. Vandaag zijn de werven zo complex, de kwaliteitseisen zo hoog en de concurrentie zo moordend, dat synergie onvermijdelijk is. “De betonindustrie ontsnapt niet aan de trend van schaalvergroting,” zegt FeBe-voorzitter Patrick Declerck. “Door de sterke groei hebben veel bouwbedrijven behoefte aan bijkomend kapitaal om de nodige investeringen te financieren.”
Een vijftal
prefabbetongroepen overschrijden vandaag de kaap van 1 miljard frank omzet.
Met de overname in maart van Vaheja uit Sint-Huibrechts-Lille versterkt Echo uit Houthalen zijn positie als Belgisch marktleider met een omzet van zo’n 3 miljard frank (exclusief buitenland). Bovendien heeft de Limburgse groep de ambitie uit te groeien tot een van de belangrijkste producenten van betonnen vloerelementen in Europa.
De tweede plaats van de rangschikking wordt door CHR ingenomen. Als moeder van Marlux, Max Pels Beton en Remacle kocht deze Ierse bouwmaterialenreus in maart Gerard Welkenhuysen en Omnidal via haar Nederlandse dochter Struyk Verwo. Hiermee wordt haar totale omzet uit prefabbeton in ons land op ruim 2 miljard frank geschat.
Ex aequo staat VCR Van Cauwenbergh. Na de opslorping van Groep Mermans (inclusief Arbefa en Arbecon) telt VCR 300 medewerkers en boekt het bedrijf een geconsolideerde omzet in betonnen bestratingsmaterialen van eveneens 2 miljard frank.
Nummer vier ligt in Limburg: Klaps Beton. Dit klinkerbedrijf nam in oktober vorig jaar de vier Belgische betonbedrijven van de Nederlandse Savelkouls Groep over: Betolux/Beta/Schmidt, Bimsbel Beton, Savelkouls Beton en Onssels Beton. Met 230 werknemers bedraagt de geconsolideerde omzet nu naar schatting 1,8 miljard frank.
Een nieuwkomer op de markt is Accentis, het voormalige Synergia. In een mum van tijd schoot deze holding van de West-Vlaamse miljardair en VLD-volksvertegenwoordiger Aimé Desimpel naar de topvijf. Dochter DML Composites verwierf eind 1999 een meerderheid van 64% in het Moeskroense familiebedrijf Decomo, een specialist in architectonisch beton. Hierdoor verstevigde DML Composites – de koepel van Marbra-Lys, Eurotile, Eurostairs, Eurobuild en Euroton – haar positie als West-Europese marktleider in dit segment. Daarnaast telt Accentis nog drie bouwgroepen: Simec, SHHM en Derlo. Ten slotte sloot Marbra-Lys in maart 2000 nog een samenwerkingsakkoord met Bomarbre, eveneens gespecialiseerd in de productie van bouwmaterialen op basis van cementgebonden composietmaterialen. De alliantie past in de expansiepolitiek van DML Composites en brengt de geconsolideerde omzet van de groep op zo’n 1,5 miljard frank.
De betonindustrie investeert steeds meer in het analyseren van de levenscyclus van haar producten om de invloed op het milieu tot een minimum te beperken. Febe-directeur Simons: “Beton is een groen materiaal. Het is sterk, gaat lang mee en kan niet branden. Bovendien kunnen de producten makkelijk voor andere toepassingen hergebruikt of gerecycleerd worden.” Ook biedt de waterdoorlaatbaarheid van betonnen wegen een oplossing voor de jaarlijks terugkerende overstromingen. En speciale materialen, zoals kunstmatige granulaten en schuimmiddelen, kunnen in beton de warmte isoleren. Hierdoor daalt het energieverbruik van gebouwen.
Een studie van het onderzoeksbureau Dimarso heeft bovendien aangetoond dat betonnen straatstenen de verkeersveiligheid verhogen. Simons: “Vooral in dorpskernen en woongebieden hebben klinkers een snelheidsremmend effect. Door het gehobbel en het lawaai nemen de meeste bestuurders vanzelf wat gas terug. Een ander voordeel is dat je wegsignalisatie niet telkens hoeft bij te verven, zoals op asfalt. Als je stenen in verschillende kleuren gebruikt, kan je de signalisatie permanent in het wegdek verwerken.”
eric pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier