De opgang van het technologiepessimisme
In 1982 werd de Derde Industriële Revolutie gelanceerd onder impuls van Gaston Geens. De Vlaamse regering wou zo de technologische vernieuwing aanmoedigen en de werkgelegenheid stimuleren in toekomstgerichte sectoren zoals micro-elektronica en biotechnologie. Ik herinner me uit die tijd vooral de onrust over de impact van de nieuwe technologie. Samen met de DIRV dook het spookbeeld van de onbemande fabriek op.
Ook vandaag leidt de snelheid van de technologische revolutie tot groeiend onbehagen. De impact van nieuwe technologie is nauwelijks voorspelbaar zolang ze niet ruim in gebruik is, maar ook niet langer controleerbaar zodra ze wijdverspreid is.
Bovendien breekt de nieuwe technologie vandaag in waar we het niet hadden verwacht. Airbnb zet met verstandig gebruik van technologie het onaantastbaar geachte bedrijfsmodel van hotelketens onder druk. Universiteiten zien hun veilige lokale markt opengebroken worden door de massive open online courses. Een legioen goed opgeleide accountants kan niet langer op tegen de fraudedetectie door dataminingalgoritmes. En wie gisteren dacht dat de zelfrijdende auto iets voor Futurama was, stelt vast dat Mercedes er al één in het verkeer heeft.
De sociale impact kan groot zijn. Aan Oxford University berekenden Frey en Osborne in The Future of Employment dat 47 procent van de jobs in de VS weggeautomatiseerd kan worden tijdens de volgende twee decennia. Het cijfer is in de pers een eigen leven gaan leiden. Aan MIT wezen Brynjofsson en McAfee in hun Race Against the Machine op de risico’s van the great decoupling: de vaststelling dat productiviteitsgroei en jobgroei niet langer gelijke tred houden. Ze zien in de razendsnelle vooruitgang in computertechnologie een belangrijke oorzaak van de trage jobcreatie in de jongste tien jaar.
Tegen zo’n achtergrond is technologiepessimisme snel gevoed. Technologiepessimisten kijken te weinig naar wat de technologie mogelijk maakt. Neem nu de impact van nanotechnologie op de geneeskunde. Om een diagnose te stellen wordt vandaag een bloedstaal gestuurd naar een laboratorium waar het aan een heleboel metingen wordt onderworpen. Beeld je eens in dat je de benodigde apparaten zou kunnen verkleinen en op één microscopisch kleine chip plaatsen. Futurisme? Niet in de labs van imec. De pessimist denkt dan wellicht eerst aan de jobs van huisdokters, laboranten en thuisverzorgers die door zo’n lab-on-chip worden bedreigd. De optimist denkt aan de winst in tijd, nauwkeurigheid en toegankelijkheid van medische zorg.
De pessimisten kijken enkel naar de jobdestructie. Voorbeelden zoals Kodak voeden het doemdenken: ooit een gigant met 145.000 werknemers en vandaag helemaal teloorgegaan onder de druk van dwergen zoals Instagram, dat bij zijn verkoop aan Facebook amper dertien werknemers telde. Maar het zijn zelden dwergen zonder groeiperspectief die de reuzen van gisteren op hun lemen voeten trappen. Google werkt even disruptief, maar telt vandaag wel 46.000 werknemers. Facebook startte op een studentenkamer, maar evolueert naar 9000 koppen. Technologie vernietigt niet alleen jobs. Ze creëert er ook nieuwe, en veelal betere.
We mogen er echter niet van uitgaan dat het allemaal wel goed komt. Want dan loopt het fout. Debat is dringend nodig. Niet over de wenselijkheid van technologische vooruitgang op zich, wel over de maatschappelijke gevolgen ervan, over de winnaars en de verliezers. De baten van technologische vooruitgang zijn heel ongelijk verdeeld. Ten gronde is de discussie over technologische ontwikkeling een debat over hoeveel sociale ongelijkheid we dulden, en of we die ongelijkheid zo willen laten ontsporen dat ze het échte risico van morgen wordt.
Dat had de generatie-Geens al begrepen. Ten tijde van de Derde Industriële Revolutie werd de Stichting Technologie Vlaanderen (vandaag de Stichting Innovatie en Arbeid) opgericht. Technology assessment was haar opdracht: de studie van de ethische en maatschappelijke impact van nieuwe technologie. Die ambitie is niet geheel waargemaakt. Vandaag lopen we weer achter. Vlaanderen noch België is lid van het European Parliamentary Technology Assessment-netwerk. Ook onze universiteiten moeten dringend werk maken van interdisciplinaire centra rond technologie en samenleving. Zodat we de technologische revolutie, met al haar mogelijkheden en risico’s, weer wat beter kunnen vatten.
De auteur is decaan van de faculteit Economie en Bedrijfsweten- schappen aan de KU Leuven .
LUC SELS
“Technologie vernietigt niet alleen jobs. Ze creëert er ook nieuwe, en veelal betere”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier