De onvermijdelijke renteverhoging van de Fed
De verwachtingen zijn hooggespannen: op 16 december zal iedereen vernemen hoe de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed), haar monetaire beleid aanpast. Doordat ze de belofte van haar voorganger, Ben Bernanke, klakkeloos overnam, zal de voorzitster van de Fed, Janet Yellen, niet anders kunnen dat haar rentetarieven optrekken. Ze zou anders haar geloofwaardigheid volledig kwijtspelen. In haar laatste betoog voor het Amerikaanse Congres heeft ze het herstel van de economie bevestigd, en dat was precies de voorwaarde die haar er tot op heden van weerhield een wijziging in haar beleid door te voeren. Grijpt ze volgende woensdag niet in, dan brengt ze de officiële statistieken in diskrediet.
Eendagsvlieg of trend?
De renteverhoging zal er dus komen. Nu is de vraag of die een trendommekeer in het beleid van de Fed aankondigt. De meningen zijn erg verdeeld. Sommigen zien een gestage verhoging tot 1 % tegen het einde van volgend jaar, anderen spreken liever van een eendagsvlieg en voorzien een versoepeling midden volgend jaar vanwege de achteruitgang van de conjunctuur die de actuele renteverhoging zou veroorzaken. Het heeft weinig zin te gissen hoe de toekomst eruit zal zien. Wat de Fed woensdag ook besluit, er zal beroering van komen.
Een rentedaling is zeker uitgesloten. Ongewijzigde tarieven behoren nog altijd tot de mogelijkheden. Te meer omdat de grondstoffenprijzen blijven dalen, wat elk inflatiegevaar verwijdert en de groei vertraagt. Maar ongewijzigde rentes zouden nefaste gevolgen hebben voor talloze markten, waar al geruime tijd duchtig op een stijging gespeculeerd werd. De speculanten zouden dan gedoemd zijn hun posities in allerijl af te sluiten, met stevige koersbewegingen als gevolg, en dat tegen het einde van het boekjaar.
Technische reden
Een rentestijging zou de markten eveneens flink door elkaar kunnen schudden, maar dan meer fragmentarisch. Nu al ondervinden tal van zwaar in de schulden zittende bedrijven moeilijkheden om zich overeind te houden. Het aantal faillissementen in de Verenigde Staten neemt de laatste maanden fors toe. Ook gespecialiseerde marktspelers zullen een rentestijging met moeite kunnen doorstaan. Dat heeft een zuiver technische reden: het renteverschil tussen de producten die ze hanteren, zal met een stijging inkrimpen en hun speelruimte aantasten. Dat kan een opdroging van de liquiditeit in die marktsegmenten veroorzaken, die zich gemakkelijk op andere markten kan voortplanten.
Ook internationaal kan de rentestijging, hoe gering die er ook zal uitzien, onvoorziene gevolgen hebben. Ze zou de dollar (USD) op de wisselmarkt verstevigen, wat nadelig is voor de ontwikkeling van de grondstoffenprijzen. Als hun daling niet door de dollarstijging gecompenseerd is, zullen de grondstoffenmunten onvermijdelijk verzwakken. Wat op zijn beurt de aflossing van de schulden van de betrokken landen in het gedrang kan brengen. En dat kan tot een ontwrichting van de obligatiemarkt leiden.
Zorgvuldig ontleed
De aanvullende voorwaarden die het besluit van de Fed zullen vergezellen, krijgen meteen een doorslaggevende invloed. De Fed, in tegenstelling tot de Europese Centrale Bank, is niet alleen belast met het monetair beleid, ze staat ook in voor de bevordering van de economische groei, de prijsstabiliteit en de werkgelegenheid. De wettiging van de renteaanpassing zal dus zorgvuldig worden ontleed. Blijkt in het commentaar iets te ontbreken, te kort te komen of, even erg, teleur te stellen, dan zullen de markten onmiddellijk hun ontgoocheling laten blijken, net zoals dat gebeurde na de renteverlaging door de Europese Centrale bank veertien dagen geleden. De forse daling van de petroleumprijs eind vorige week heeft bijna iedereen verrast. Het is nog te vroeg en te onduidelijk om te spreken van een speculatieve beweging. De trend is al maanden neerwaarts gericht, een versnelling van de beweging behoort dus tot de mogelijkheden. Maar op het einde van een jaar moeten tal van rekeningen afgesloten worden en de kans bestaat dat de huidige beweging hierdoor ontstaan is (door vervoegde afsluitingen van verlieslatende posities). Hoe dan ook, de instorting veroorzaakte heel wat opschudding op de markten.
Grondstoffenmunten onderuit
Op de wisselmarkt boerden alle munten die iets te maken hebben met oliewinning fors achteruit. De koploper is de Zuid-Afrikaanse rand (ZAR), die maar liefst 9,4 % kwijtspeelde. De inzinking werd versneld doordat president Zuma de minister van Financiën plots verwijderde, omdat hij liever een van zijn naasten op diens plaats zag. De ministerwissel had ook zware gevolgen op de obligatiemarkt, waar zo goed als alle obligaties in ZAR heel wat terrein verloren. Wie wisselverlies lijdt en een aanzienlijke positie in ZAR behoudt, raden we aan aanvullende aankopen te verrichten om de gemiddelde waarde van de positie te verlagen. Handel spaarzaam, spreid de aanvullende aankopen in de tijd en pas die alleen toe zolang de ZAR en de obligatiekoersen dalen. Andere oliemunten begaven het eveneens, zij in mildere mate. De Mexicaanse peso (MXN) verloor 3,9 %, de Russische roebel (RUB) 3,6 %, de Noorse kroon (NOK) 3 %, de Canadese dollar (CAD) 2,8 %, de Braziliaanse real (BRL) 2,4 % en het pond (GBP) 0,3 %. De USD zelf gaf 0,4 % prijs. De Chinese yuan (CNY) verloor 1,3 %, nadat vernomen werd dat de officiële wisselreserves met meer dan 90 miljard USD verminderden de afgelopen maand, wat op een kapitaalvlucht kan duiden. De zwakke CNY woog op de koersontwikkeling van de Australische dollar (AUD) die de week 1,85 % lager afsloot. De Zwitserse frank (CHF), daarentegen, verdapperde met 0,6 %.
Stevige verschuivingen
Op de kapitaalmarkt blijven stevige verschuivingen het beeld bepalen. In EUR, waar men gemiddeld tweemaal meer stukken à la hausse optekende dan omgekeerd, blonken de langetermijnleningen van zowel Europese soevereine emittenten als door hen gewaarborgde instellingen uit. Alle grondstoffenwaarden, en zeker die gekoppeld aan olieproductie, gleden zwaar onderuit, net als de meeste banken. In USD bleek de toestand nog onrustiger. Daar evenaarde het aantal dalers het aantal stijgers. De Zuid-Amerikaanse stukken wonnen flink terrein, en dit ondanks de politiek en economische toestand van die landen, die niet bepaald aantrekkelijk ogen. Oliewaarden en aanverwante, daarentegen, stortten in, net als elders. In GBP bood de woonsector de beste weerstand.
Op de primaire markt haastten de emittenten zich om dollarleningen uit te geven voor de rentetarieven worden opgetrokken. Er kwam eigenlijk niets uit bestemd voor de kleine belegger. Evraz (BB-), de Russische staalreus, maakt deel uit van het rommelpapier. Zijn uitgifte kwam net voor de instorting van de olieprijs. Dat heeft het onthaal ervan ondermijnd. Het stuk wisselt nu onder zijn uitgifteprijs op de grijze markt van eigenaar (alt. 4).
Wie van de zwakte van de RUB wil profiteren, kan gerust IFC (AAA, supranationaal), het privéfiliaal van de Wereldbank, aankopen. Deze driejarige lening biedt een rendement van 9,17 %, wat haar tegenover het gemiddelde van de EUR een wisselbuffer van 23 % oplevert. UnityMedia Hessen (BB-) in EUR maakt deel uit van het rommelpapier. De lening is vanaf 2021 vervroegd terugbetaalbaar tegen 102,313 %. Ze kan voor die datum ook terugbetaald worden tegen een prijs die een rendement waarborgt dat 0,5 % boven dat van de vijfjarige Bund ligt. Momenteel wisselt ze onder haar intekenprijs van eigenaar op de grijze markt (tegen 99,68 %). Geen aanrader.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier