De onthaasting van de fietsende fiscalist

Luc De Broe ruilt de ene toga voor de andere. Volgende week volgt de vennoot van advocatenkantoor Stibbe zijn leermeester Frans Vanistendael op als professor fiscaal recht aan de KU Leuven. De topfiscalist vertelt waarom hij zijn lucratieve job opgeeft en lanceert enkele voorstellen om ons belastingsysteem ingrijpend te hervormen.

Op 24 september wordt Luc De Broe (48) geïnaugureerd als hoofddocent fiscaal recht aan de KU Leuven. De voormalige topfiscalist van het advocatenkantoor Stibbe – gespecialiseerd in internationale en Europese fiscaliteit – treedt in het voetspoor van professor Frans Vanistendael, een politiek beest en levend monument in de Belgische fiscaliteit. Geen gemakkelijke opdracht. Maar de amateur-wielrenner staat bekend als een geduchte kuitenbijter en heeft al menige col overwonnen.

Zo bekroonde de International Fiscal Association zijn handboek over cross-border leasing met de Mitchell B. Carroll Prize. Als discrete adviseur van multinationals is De Broe nog niet gewend zijn licht over het Belgische belastingwezen publiekelijk te laten schijnen. Maar dat zal snel veranderen. In Trends lost de briljante advocaat, die als pionier zijn toga aan de haak hangt om zich aan een academische carrière te wijden, zijn eerste schoten voor de boeg. Het zullen zeker niet de laatste zijn. Zo droomt de chroniqueur internationaal belastingrecht van het Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap hardop van een samenwerkingsverband tussen economen en juristen binnen de Leuvense universiteit om het maatschappelijk debat over de structuur van het belastingstelsel in ons land nieuw leven in te blazen.

LUC DE BROE (KU LEUVEN). “( lacht) Ik zal het nooit vergeten. Eigenlijk is het allemaal te danken aan Willy Maeckelbergh, de flamboyante erevoorzitter van de Fiscale Hogeschool in Brussel. Op een mooie zomermorgen in 1990 belde hij me op om die dag samen iets kleins te gaan eten. Hij zocht een vervanger voor wijlen Jos Defoort ( nvdr – ex-topman van het internationale advieskantoor Tiberghien & co). Uiteindelijk zijn we in een restaurant met een prachtig terras aan de rand van het Zoniënwoud beland. Tijdens een uitstekende maaltijd, die vijf uur geduurd heeft, hebben we over van alles en nog wat gepraat, behalve over de concrete invulling van het vak. Twee weken later stond ik voor de klas het systeem van dubbelbelastingverdragen uit te leggen. Sindsdien ben ik niet meer van de pupiter weg te slaan. Maar mijn wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten stonden altijd in de schaduw van de advocatuur. Dat veroorzaakte frustraties.”

U raakte in een midlifecrisis?

DE BROE. “Niet echt, maar ik begon goed na te denken over mijn toekomst en besloot mijn focus te verleggen. Het alternatief van een chambre d’hôte in de Auvergne (Frankrijk) was niets voor mij – te onhandig en een slechte kok – dus koos ik voor de academische wereld. Maar het congres van de International Fiscal Association in Oslo vijf jaar geleden gaf de doorslag. Ik beleefde toen zo veel plezier aan mijn opdracht als rapporteur van de werkgroep Exit Taxes dat ik aan Frans Vanistendael, die daar ook aanwezig was, vroeg mij te begeleiden als promotor van een doctoraat over de grenzen van fiscale planning. ‘Als jij zo gek bent, zal ik je niet tegenhouden,’ was zijn antwoord. En nu zit ik op zijn stoel. Zo snel kan het allemaal gaan.”

Het betekent wel een financiële aderlating?

DE BROE. “Het verschil tussen de vergoeding van een professor en een vennoot in een groot advocatenkantoor is aanzienlijk. Je moet wat opzijgelegd hebben om probleemloos die stap te kunnen zetten. Maar volstrekt idioot – zoals een confrater me noemde – ben ik niet. Met steun van mijn echtgenote kies ik nu voor de academische wereld uit idealisme én intellectuele zelfbevrediging. Bovendien wou ik mijn tijdsbesteding meer zelf in de hand krijgen.”

Er komt dus ruimte vrij voor hobby’s?

DE BROE. “Ik sport graag. Tijdens mijn humaniora liep ik lange afstanden bij atletiekclub Hermes in Oostende, maar was er niet zo goed in. Op de universiteit in Leuven kocht ik een koersfiets. Volgens mijn moeder bots ik al sinds mijn tweede jaar op twee wielen overal tegen, maar de nieuwe uitdaging beviel mij. Toen ik in 1982 bij het advocatenkantoor De Bandt Van Hecke Lagae begon te werken, lijfde toenmalig partner Roel Nieuwdorp mij onmiddellijk in bij zijn vriendenclub van fietsende advocaten in Leuven, Les Amis du Tour de France. Tweemaal per week trainden we en elk jaar reden we meerdere Alpenritten. Zo heb ik ooit binnen een uur de Alpe d’Huez beklommen, wat niet slecht is voor een amateur. Sindsdien ben ik blijven fietsen, nu nog gemiddeld 2000 à 3500 kilometer per jaar. Maar de beste manier om me te ontspannen, is een uitstap met mijn dochter van zeventien naar een ruitertoernooi. We hebben twee paarden. Zij doet competitie dressuur en jumping. Ik ben haar begeleider. We moeten dan wel telkens vroeg uit de veren. Een Red Bull doet dan wonderen.”

En tussendoor vond u tijd om een doctoraat over misbruik van fiscale planning in Europa te maken.

DE BROE. “Ja, dat was een hectische periode. Gelukkig was het thema brandend actueel. Binnen het Europees Hof van Justitie vindt namelijk een belangrijke trendbreuk plaats. Terwijl de internationale rechtbank vroeger nog de delokalisatie van een onderneming als een misbruik veroordeelde, wordt fiscale shopping nu toegelaten, op voorwaarde dat er een economische activiteit in de nieuwe vestigingplaats plaatsvindt. Maar dat mag een minderheid zijn.”

Leidt deze evolutie op termijn tot een harmonisering van de belastingstelsels?

DE BROE. “Fiscale concurrentie zal altijd blijven bestaan, maar je kunt wel een harmonisering van de belastbare grondslag en/of tarieven vaststellen. Door steeds meer maatregelen als schadelijk voor de vrije markt te bestempelen, versnelt het Europees Hof van Justitie dit proces.”

Intussen ligt een voorstel voor een lagere personenbelasting op tafel van de regeringsonderhandelaars. Maar Vanistendael noemt dit de grootste oorzaak van het huidige begrotingstekort.

DE BROE. “Volgens mij bestaat er alleen een voorakkoord over een verhoging van het belastingvrije minimum en een tariefverlaging van de laagste schijven. Tegelijkertijd stelde Yves Leterme voor de vennootschapsbelasting te laten zakken tot 30 % en de crisisbijdrage af te schaffen. Maar de vraag is hoe je die operatie moet financieren. Een stijging van de consumptiebelasting biedt weinig manoeuvreerruimte, want hier zitten we vast aan Europese beperkingen en prijsstijgingen zijn niet uit te sluiten.”

Met een verhoging van de kapitaalbelasting, zoals de Hoge Raad van Financiën nu voorstelt?

DE BROE. “Dit lijkt me niet het moment om de belasting op sparen te verhogen. Zo los je hét maatschappelijke probleem van de toekomst (de vergrijzing) niet op. Als je de roerende voorheffing op interesten verhoogt, raak je vooral aan het spaargeld van de babyboomers uit de jaren zestig. Zij hebben altijd hard gewerkt en historisch de hoogste belastingen op arbeid betaald. Het zou niet gepast zijn om hen voor de rekening van de loonlastenverlaging te laten opdraaien.”

Wie dan wel?

DE BROE. “Dat is een vraag die grondig onderzocht moet worden. De personenbelasting is zo complex geworden dat een fundamentele hervorming nodig is. Toen ik in juni naar het ministerie van Financiën ging om een dossier voor een klant te verdedigen, zag ik een dubbele rij van honderd meter mensen aanschuiven aan het loket voor gratis inlichtingen om hun belastingbrief in te vullen. Dat bewijst dat er iets grondig fout zit met ons belastingstelsel. Maar je mag geen onverhoedse maatregelen nemen. Dat zou de situatie alleen maar verergeren. Daarom pleit ik voor de wederoprichting van een Koninklijke Commissie tot Harmonisering en Vereenvoudiging van de Fiscaliteit, zoals twintig jaar geleden. Een selecte groep van fiscalisten en economen zou tegen de volgende regeerperiode de krijtlijnen voor een nieuw stelsel moeten uitschrijven, dat rekening houdt met Europese richtlijnen (geen verboden staatssteun) en het mes zet in het ondoorzichtige kluwen van vrijstellingen en aftrekposten. In de handleiding bij de belastingaangifte staan vier bladzijden uitleg over hoe je fiscale uitgaven in verband met je eigen woning moet invullen. Dat kan toch niet meer.”

België behoort tot de Europese top met een belastingdruk van 47,7 %. Noopt de internationale concurrentiestrijd ons niet tot een drastische verlaging?

DE BROE. “Ja, maar niet onmiddellijk in de personenbelasting. Wel moeten de sociale bijdragen en de vennootschapsbelasting snel naar omlaag als we de trein van de globalisering niet willen missen. Bovendien spelen hier gevoeligheden zoals draagkracht en progressiviteit geen rol. Gelukkig beschikken we over de notionele interestaftrek – fiscale vrijstelling op inbreng van eigen vermogen – die de reële belastingdruk met enkele procenten verlaagt. Maar het nominale tarief zal minstens tot 30 %, en liefst 25 %, moeten zakken om binnen de EU competitief te blijven. Daarnaast zou ik graag een lans willen breken voor fiscale consolidatie (de samenvoeging van winsten en verliezen binnen dezelfde groep). Samen met Griekenland zijn wij de enige lidstaat die nog krampachtig vasthoudt aan de resultatenrekening van elke vennootschap afzonderlijk om de bijdrage van het bedrijf aan de schatkist te berekenen. De overdracht van verliezen naar het verleden (carry-back), zoals de christendemocraten voorstellen, volstaat niet. Ten slotte moeten de investeringen in kennistechnologie een extra stimulans krijgen om onze economie aan te zwengelen.”

Ook stijgt het aantal fraudedossiers van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) jaarlijks met 10 %.

DE BROE. “Hoge tarieven zetten aan tot belastingontduiking. Een verlaging van de aanslagvoeten kan deze neiging temperen. Er zal altijd fiscale fraude bestaan, maar een goede wetgeving is noodzakelijk. Daarom stel ik voor om onmiddellijk de antimisbruikmaatregel te herschrijven. Door een uitspraak van het Hof van Cassatie is het bijna onmogelijk voor de fiscus om een hogere aanslag te heffen. In de praktijk is dat echter onmogelijk bij ingewikkelde constructies. Zo blijft de oude Brepolsdoctrine overeind: alles mag wat niet expliciet verboden wordt. Maar dan zal de fiscus altijd achter de feiten blijven aanhollen. Een efficiënte antimisbruikbepaling in het belastingrecht vereist in de eerste plaats een wijziging van het grondwettelijke legaliteitsbeginsel, zodat de fiscus meer slagkracht heeft om constructies aan te pakken die strijdig zijn met het doel van de wet. In die zin moeten we de Belgische grondwet naar Nederlands voorbeeld aanpassen. Bij onze noorderburen staat de fiscale wet boven het burgerrecht.”

Eric Pompen – eric.pompen@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content