De onderweghoreca lijdt
Het Italiaanse Autogrill baat vooral horeca uit in stations, in luchthavens en langs snelwegen. Onlangs strooide de aswolk roet in het eten. Maar door de crisis was het sowieso al minder druk, te land en net niet in de lucht. Diversifiëren, zegt CEO Jean-Paul Van Avermaet.
Het zit de horecagigant Autogrill niet mee. Een aswolk die de luchthavens en hun eetgelegenheden liet leeglopen. Wegenwerken en bijhorende files die bestuurders ervan weerhouden om nog tijd door te brengen in wegrestaurants. Om van de impact van de economische crisis op het reis- en eetgedrag van de consumenten nog te zwijgen. “2009 was uiteraard beneden de verwachtingen”, zegt Jean-Paul Van Avermaet, de gedelegeerd bestuurder van Autogrill Benelux nadat hij een cappuccino met vanille heeft besteld bij Starbucks.
Autogrill baat internationaal franchiseconcepten uit en heeft naast Pizza Hut, Postpunt en Délifrance ook Starbucks in portefeuille. Het Italiaanse beursgenoteerde familiebedrijf is in ons land toch nog altijd vooral bekend als de overnemer van Carestel en de AC restaurants. “De omzet klokte vorig jaar in België en Luxemburg af net boven de 100 miljoen euro. In 2008 was de omzet nog zo’n 122,5 miljoen euro, maar toen beheerden we op twee autowegvestigingen ook het tankstation en de winkel ervan. Vooral onze winst is in 2009 flink teruggevallen, al zijn we niet onder nul gedoken. De horecasector moet het nu eenmaal hebben van een goede economie, van mensen die geld kunnen besteden. We moeten eerlijk zijn. Om de cijfers van 2007 weer te bereiken, hebben we enkele jaren nodig.”
Met de cijfers van 2007 in het achterhoofd investeerde Van Avermaet in 2008 nog volop in nieuwe horecaconcepten op de luchthaven van Zaventem. Tot het passagiers-aantal een jaar later niet met de verwachte 5 procent steeg, maar daalde van 18,5 miljoen tot 17 miljoen. “Als de mensen er niet zijn, kunnen we er niet aan verkopen”, stelt Van Aver-maet het simpel voor. “Dankzij de investeringen konden we wel meer klanten bereiken, waardoor onze omzet op de luchthaven ongeveer gelijk bleef. En er vlogen vorig jaar minder zakenreizigers. Zij spendeerden wel meer op de luchthaven omdat er een groter aanbod was. Waarschijnlijk ook omdat er in tegenstelling tot vroeger geen maaltijd meer in hun ticket was inbegrepen.”
Toch steekt Van Avermaet niet onder stoelen of banken dat de horecafaciliteiten van Autogrill erg hebben afgezien op de nationale luchthaven, die tekent voor zo’n 40 procent van de omzet in België en Luxemburg. Maar er lijkt beterschap op komst. “De passagierscijfers daalden de eerste twee maanden niet meer. Het zakenverkeer zal dit jaar zeker weer aantrekken. Je voelt toch dat de economie in de startblokken staat om weer aan de start van een wedstrijd te verschijnen.”
De prijzen worden bij Autogrill pas uitgedeeld aan het einde van de wedstrijd. Die wordt in België nog altijd grotendeels op de baan gelopen. Of langs de weg in dit geval, want het horecabedrijf is uitbater nummer één van de eetgelegenheden op autosnelwegparkings. “Die business wordt elke dag moeilijker. Onze autosnelwegactiviteit is dus niet de meest rendabele, maar onze afdelingen waren het afgelopen jaar echt communicerende vaten.”
Verval aan einde contract
De reizigers die de zonbestemmingen niet opzochten om hun portefeuille te sparen, reisden in eigen land. Zij hielden de consumptie langs de autosnelwegen op peil terwijl anderen hun weekenduitstappen inruilden voor een namiddag in eigen tuin. “Wanneer je al je uitgaven optelt, is reizen in België soms duurder dan naar een all-inhotel in een warm land te trekken. Wie dat merkte, boekt in 2010 weer een goedkopere vliegvakantie”, verwacht Van Avermaet. Eén verandering verliest hij even uit het oog. Sinds begin dit jaar vallen er steeds meer ontslagen. “We moeten ons geen illusies maken. De impact op de horecasector zal niet onbelangrijk zijn. Autogrill moet het bovendien nog hebben van mensen die onderweg zijn, dat kost sowieso al geld. Als de consumptie op het niveau van 2009 blijft, mogen we dus al gelukkig zijn.”
Toch doken de meeste moeilijkheden van de wegrestaurants van Autogrill al op voor de economische crisis uitbrak. Het valt op dat Van Avermaet zijn uitleg hierover niet voor het eerst doet, maar eerder ook al afstak op het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits. De CEO wil immers een omwenteling op gang brengen in het uitbatingsmodel van zijn restaurants. De concessies die Autogrill krijgt toegewezen van de overheid moeten volgens hem bijvoorbeeld korter worden dan 25 of 20 jaar. Sterker nog, Van Avermaet zou liefst zien dat de overheid de wegterreinen en gebouwen zelf beheert en ze laat uitbaten door derden.
“Dan kunnen wij gemakkelijker investeren in onze kernactiviteit, want vandaag is dat puur bedrijfseconomisch niet altijd haalbaar. Het is bijvoorbeeld erg moeilijk om investeringen in een hotel terug te verdienen binnen de duurtijd van een concessie. Of vernieuwen als een concessie ten einde loopt, doen we niet omdat we te weinig tijd hebben om af te schrijven. We evolueren dan niet echt meer mee met de trends. De vestigingen die er niet meer zo goed uitzien, lopen meestal op het einde van hun contract.” De kans dat de overheid werkelijk beheerder van het vastgoed wordt, lijkt hem toch klein. “Daar zijn waarschijnlijk onvoldoende middelen voor in deze tijd.” Het kabinet-Crevits bevestigt dat het de voorkeur geeft aan een privaat-publieke samenwerking. “Om de samenwerking rendabel te maken, moet wel rekening worden gehouden met de afschrijvingen van de investeringen. Daarom wordt een concessie afgesloten voor twintig jaar.”
Maar zelfs als de overheid op die vraag ingaat, zijn niet alle problemen van wegrestaurants als Carestel van de baan. De afstanden tussen twee stopplaatsen en bijhorende eetgelegenheden zijn van oudsher behoorlijk kort. Ook dat drukt op de rentabiliteit. In combinatie met de crisis lijkt diversifiëren dus meer dan ooit aangewezen. Na de overname van Carestel in 2006 moest Autogrill België al enkele vestigingen laten gaan omwille van de mededingingsregels. Extra restaurants zijn dus geen optie.
Het bedrijf opende als franchisenemer daarom al een Quick met drive-in en een uitgebreidere Délifrance in plaats van een self-serviceconcept op de stopplaats in Ruisbroek. Een test die naar Van Avermaets mening een wissel op de toekomst kan betekenen. “Er is een evolutie op komst, maar ze komt traag. De contracten blijven lopen en de overheid houdt sterk vast aan een totaalaanbod op de terreinen.” Het kabinet van Crevits stipt aan dat er in de concessievoorwaarden geen beperkingen van restaurantformules zijn opgenomen.
Geen concurrentie op toplocaties
Het heil moet op kortere termijn komen van differentiatie op andere terreinen. Restaurants van musea, ziekenhuizen of sportcomplexen overnemen is een mogelijk groeipad. Autogrill liet zijn oog ook al vallen op locaties in metro- en treinstations. “We zijn er nog niet sterk aanwezig terwijl ook daar veel reizigers zijn. Op die locaties zijn ook nog veel lokale zelfstandigen actief. Die zoeken vaak een overnemer. We plannen dit jaar de opening van een paar vestigingen van Pizza Hut Express. Ook onze vier Starbucks – drie op de luchthaven, één in het Centraal Station van Antwerpen – evalueren we verder. Als daar een extra winkelopening uit voortvloeit, zal dat tegen het einde van 2010 zijn.”
Door te groeien op nieuwe locaties wordt Autogrill wel steeds vaker een concurrent van bedrijven die ook hun franchisegever zijn, zoals Quick en Pizza Hut. “Wij specialiseren ons op de markt van consumenten die zich van punt a naar punt b verplaatsen. Onze restaurants zijn niet hun enige bestemming. We zullen onze franchisegevers dus nooit beconcurreren op hun toplocaties, behalve misschien in de toekomst met Starbucks.”
Het argument dat een werknemer voor het oprijden van de snelweg evengoed eerst in bijvoorbeeld een concurrerende Pizza Hut in of net buiten de stad kan binnenspringen, wuift hij weg. “Dan bezoeken de consumenten een vestiging van Pizza Hut met volledige service. Wij baten enkel Pizza Hut Express uit.”
Wie zijn dan Autogrills concurrenten? Van restaurantketens als Lunch Garden, McDonald’s en Colmar wil Van Avermaet alleen die laatste groep met restaurants aan afritten eventueel zo benoemen. Al merkte hij wel dat de crisis ook zijn klanten naar fastfoodrestaurants met een goedkoper imago lokte. De winkels van tankstations en particuliere restaurants aan afritten blijven toch de belangrijkste afsnoepers van klanten van Autogrill.
Btw-verlaging stap in de goede richting
Over de btw-verlaging die de overheid onlangs doorvoerde in de horecasector, is Van Avermaet wel te spreken. Hoewel. “Onze inkomsten stegen er een beetje door, maar de btw-verlaging moest er alleen al komen om de loonsverhogingen te compenseren.”
Samen met zijn collega’s van de sectorfederatie Bemora, die restaurantketens overkoepelt, onderhandelde hij in 2007 het loonakkoord met de vakbonden. De lonen van de werknemers stijgen sindsdien over een periode van acht jaar met 13 procent bovenop de automatische indexering. Van Avermaet stapte tijdens de moeilijke onderhandelingen nog op als voorzitter van Bemora. Hij zat niet op dezelfde lijn als zijn collega’s. “Ik vind dat mensen juist betaald moeten worden, maar ik vond het ook maar normaal dat de btw-verlaging er effectief tegenover stond. In Frankrijk ging de btw in de hele horecasector trouwens van 19,6 procent naar 5,5 procent. Ik juich onze btw-verlaging dus toe, maar ik zie ze meer als een eerste stap in de goede richting.”
Door sjoukje smedts, fotografie jelle sluyts
“De horeca moet het nu eenmaal hebben van een goede economie, van mensen die geld kunnen besteden” Jean-Paul Van Avermaet, Autogrill
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier