DE NIEUWE ‘TRAGEDIA’

Zuid-Amerika wordt het nieuwe dramagebied van de wereld. En dat heeft alles te maken met de populistische politieke leiders in die landen.

Grote menselijke drama’s vinden altijd hun wortels in politiek banditisme. Wat er vandaag in de provincie Darfur in West-Sudan gebeurt, is een brandend actuele bevestiging daarvan. Idem dito voor het drama dat zich afspeelt in het Zimbabwe van dictator Robert Mugabe. Niet alleen worden de meest elementaire mensenrechten daar stelselmatig geschonden, er speelt zich ook een regelrechte sociaaleconomische ramp af. Tussen 2000 en 2006 kromp de Zimbabwaanse economie met 40 %. Op het einde van de twintigste eeuw kon het land zich in het noodlijdende Afrika nog tot de ‘betere’ landen rekenen. Vandaag is Zimbabwe voor de doorsnee burger als gevolg van politiek banditisme één grote puinhoop.

Zimbabwe vormt met die ongelukkige evolutie een uitzondering op de regel dat het stilaan beter gaat met Afrika. Tussen 2000 en 2006 groeide de economie van het Afrikaanse continent met gemiddeld 4,5 % per jaar. Het meest geteisterde gedeelte – zuidelijk Afrika – deed met 4,6 % zelfs nog iets beter. Ter vergelijking: de wereldeconomie in haar geheel groeide tussen 2000 en 2006 met 4,3 %.

Afrika aan de beterhand. Een vergelijkbaar positief beeld krijg je als je kijkt naar de evolutie van het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking. Tussen 2000 en 2006 groeide dat gemiddelde in Afrika met 2,3 % per jaar. Voor het geheel van de rijke landen lag het stijgingspercentage op 1,9 %. De inkomensongelijkheid tussen Afrika en de rijke landen nam de voorbije zeven jaar dus gemiddeld af. Afrika is nog lang China niet, maar dat er een positievere sfeer rond het zwarte continent hangt, valt moeilijk te ontkennen. Onder meer de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) tonen zich erg positief over de beleidswijzigingen in grote delen van het continent.

Hetzelfde kan je helaas niet zeggen van Latijns-Amerika. Steeds meer indicatoren wijzen erop dat Zuid-Amerika het nieuwe dramagebied van de wereld wordt. De economische groei brandt er nu al jaren op een laag pitje. Tussen 2000 en 2006 nam het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking met 1,6 % per jaar toe, ruim 30 % lager dus dan het groeitempo in Afrika. De inkomenskloof tussen Latijns-Amerika en de rijke landen neemt gemiddeld genomen toe.

Populisme en corruptie. Het ligt niet meteen voor de hand om de redenen van die relatieve achteruitgang van het Zuid-Amerikaanse continent aan te duiden. Toch kan het geen toeval zijn dat de nieuwe verwording van Latijns-Amerika samenvalt met de brede opkomst van erg populistische leiders. Hugo Chavez in Venezuela en Evo Morales in Bolivia zijn de bekendste namen, maar de lijst van populistisch agerende presidenten kan nog verder worden aangedikt met figuren als Tabaré Vazquez in Uruguay en Nestor Kirchner in Argentinië. Zelfs de in Brazilië net herkozen Lula da Silva lijkt steeds meer op die lijn te zitten. Het kan ook geen toeval zijn dat het land waar populistische beleidstrekjes het meest onder controle blijven – Chili – structureel betere prestaties neerzet op sociaaleconomisch vlak.

Typisch voor dit populisme waaraan Latijns-Amerika in het verleden al wel meer ten prooi viel, is dat corruptie en herverdeling vooraan op de agenda komen te staan. De aandacht voor beleidsmaatregelen die het sociaaleconomische weefsel structureel versterken, is veelal erg klein. Politiek banditisme van het Mugabistische soort kan je zoiets nog niet noemen, maar op termijn leidt het wel tot vergelijkbare sociaaleconomische resultaten.

De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.

De column ‘De blik van… ‘ verschijnt wekelijks, met Johan Van Overtveldt en Rudy Aernoudt in beurtrol.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content