De nieuwe Mini: matchbox zonder dak
Dakloos rijden kun je op twee manieren. Met een cabrio of met een MINI. Trends Style reed in Californië met de nieuwe Mini Cabrio en verdiepte zich in een succesrecept zonder vervaldatum.
Surprise !”, riep de man met de microfoon. Het was een verrassing van klein formaat. Letterlijk. Voor de lancering van de nieuwe Mini Convertible, onder palmbomen zoals ze alleen in Los Angeles wuiven, brachten de verantwoordelijken van het merk een Mini Cooper Cabriolet uit het jaar 1993 mee. Inderdaad, de allereerste met een dak dat kon worden opengeschoven. Zelden zo met de neus op de feiten gedrukt geweest. Hoe auto’s groeien, mee met hun jaargangen, bijvoorbeeld. Telkens opnieuw een paar centimeter erbij, bij de lancering van elke nieuwe generatie. Om het thuis te kunnen vertellen, haalden we er een meetlat bij. We kwamen uit bij net geen 90 cm verschil in lengte, tussen generatie 2016 en het stamvadertje van 1993.
Mini Maxi : de Mini Cabrio was nooit groter dan vandaag. De strafste groeischeut kwam er met de komst van deze vierde generatie. Tien centimeter langer dan generatie drie. Zijn aaibaarheid is hij nu wel kwijt. Daar staat niet langer een duimspijker op wielen zoals 23 jaar geleden, maar een auto. Maar de almaar zwellende afmetingen doen niets af aan het charisma en de verleiding. Dit is en blijft een Mini, met nog altijd de contouren die de vormgeving van de allereerste Mini tonen. Hooguit loopt de snoet nu wat minder recht verticaal af dan destijds. Zoals gebruikelijk waakten de designers ook nu over de herkenbaarheid van de Mini. Die basisvorm genereert voor de cabrio trouwens een groot voordeel. In deze dak-loze zit je als bestuurder en passagier voorin niet onder een zeer schuine voorruit, maar onder de blote hemel. Zoals dat eigenlijk betaamt voor een cabrio.
Auto’s groeien. Telkens een paar centimeter erbij, bij elke lancering van een nieuwe generatie. Van 1993 tot nu is de Mini bijna 90cm langer geworden.
Afmetingen die blijven uitdeinen : niet alleen dat deed de Mini Cabriolet van 1993 ons nog eens goed beseffen. De meeste autoconstructeurs hebben van hun iconische modellen altijd nog wel een goed bewaard exemplaar van de allereerste generatie staan. Auto’s die dan bij speciale gelegenheden nog eens uit hun museum mogen. De eerste Golf GTi van Volkswagen of die eerste, shockerende Espace van Renault. Het betreft dan altijd collectiestukken die in perfecte conditie zijn. Maar nu kijken we in deze Mini Convertible van 1993, niet eens zo stokoud toch, en zien het gekraakte leder van de stoeltjes, of zijn het zelfs scheurtjes ? BMW, huidige eigenaar van Mini, heeft hard moeten zoeken naar een nog ordentelijk exemplaar. Van de eerste generatie Mini werden slechts een miezerige 1081 exemplaren gebouwd en verkocht. Van de tweede generatie, die rondreed van 2004 tot 2009, vonden er 164.000 een eigenaar. En van generatie drie (2009 tot 2016) nog een paar duizenden meer. Prestaties die deze vierde lichting moeiteloos zal herhalen, wat schrijven we, overtreffen. Zegt de interna-tionale pr-verantwoordelijke bij onze aankomst in Los Angeles, waar we een dag later mogen toeren met de nieuwe Mini Convertible : “We hebben het zo gemakkelijk. Veel te gemakkelijk. Dit model verkoopt vanzelf. Eigenaars van de vorige generatie leggen onze mailservers al jaren plat. Met telkens weer diezelfde vraag : ‘Wanneer komt de nieuwe nu eigenlijk uit ?'”
MADE IN MÜNCHEN
Een Mini, dat is zoals met de gadgets van Apple : ze hebben een zeer hoog lifestylegehalte. Wielen met een ziel. Je hoort erbij als je iets van Apple hebt. En met een Mini rijdt. Misschien worden ze zelfs gekocht, gewoon om ze te hebben. Maar dan blijken ze, zowel de toestellen van Apple als de Mini, degelijk en functioneel. En zo fun om ze te gebruiken.
Dat is nog altijd zo. Want dat was een grote zorg in de internationale autopers. Zou de Mini nog wel als een Mini rijden, nu hij alweer zoveel groter is geworden ? Ja dus. Vooral als je wat vaart in het ding steekt, en de wielen al eens wat virieler door de bocht gooit. Onderhuids zit dan ook het DNA van BMW. Het platform en de voorwielaandrijving komen van het huis uit München, net zoals de motoren, drie- of viercilinders, allemaal gelijk. In de vorige generatie zat in de versies met benzinemotor nog een viercilinder met turbo die BMW samen met Peugeot had ontwikkeld. Knappe mechaniek destijds, dat wel. Maar de nieuwe drie- en viercilinders van BMW hebben de deugden van de allernieuwste benzinemotoren : een maximaal koppel dat behoorlijk laag in de toerenteller al onder de voet schuift. Geen betere garantie om ook in traag verkeer een vlot rijgevoel te hebben. Maar niet alleen trekkracht in lage toeren is belangrijk. Ook het typische rijgevoel dat de Mini geeft wanneer het wat sneller kan : kort, gedrongen en strak, met wielen die tegen het wegdek kleven. Geen betere rit om dat uit te testen dan de weg die Los Angeles verlaat en de canyons ten noorden van Malibu, een paar uurtjes verderop, opzoekt.
EEN AUTO TEGEN DE OLIECRISIS
BMW. U las de naam hierboven al meermaals. De Mini is al een stevige poos geen Engelse auto meer, wel zo Duits als wat. Alleen de roots van het hebbeding liggen in Groot-Brittannië. In een ver verleden al, want behalve een auto is de Mini een mijlpaal in de geschiedenis van de vierwieler. In 1999 riep een gespecialiseerde jury het kleine autootje uit tot het op een na belangrijkste model in de geschiedenis van de auto, na de Ford T, de stamvader van de vierwieler. Omdat de Mini de autowereld veranderde, toen hij in 1959 op de markt kwam. Dat is best paradoxaal : hoewel de Mini vandaag groeit en bloeit dankzij zijn charme en uitstraling, die verleidingskracht van iets bijzonders, lagen puur rationele overwegingen ten grondslag aan zijn creatie. Dat zit zo.
De Suezcrisis van 1956 zaaide voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog twijfel over de benzineaanvoer in West-Europa. En dus gaf de grote baas van de British Motor Corporation zijn ontwerpers de opdracht een piepkleine auto te bouwen die zeer weinig zou verbruiken, maar toch een interieur had waarin een paar volwassenen konden plaatsnemen. Hij had zelfs al de afmetingen in zijn hoofd. De auto moest passen in een doos van 3 bij 1,2 meter breed en 1,2 meter hoog. Zoals een miniatuurtje van Matchbox in een luciferdoosje past. De ontwerpers dienden die ruimte maximaal te benutten. Het resultaat van hun oefening was een behoorlijk rechthoekige vorm die zich vandaag nog altijd in iedere Mini laat vermoeden en er tegelijk ook de herkenbaarheid van in stand houdt. Maar de Mini pionierde niet alleen met afmetingen, ook met technologie : de dwars geplaatste motor – in de breedte gemonteerd om de snoet zo kort mogelijk te houden – in combinatie met voorwielaandrijving was in die tijd vernieuwend. De techniek wordt nog altijd toegepast in de meeste kleine auto’s en zelfs bij veel compacte middenklassers.
In 1999 werd de Mini uitgeroepen tot het op een na belangrijkste model in de de geschiedenis van de auto, na de Ford T, de stamvader.
De Mini is ook een auto met twee levens. Sinds 2000 is het merk in handen van BMW. De Duitsers speelden in op de potente combinatie van historie en charisma, maar tilden de auto naar een veel hoger niveau op het gebied van technologie en kwaliteit van afwerking. Het autootje dat in 1959 werd gelanceerd om de oliecrisis te bezweren, evolueerde in een mum van tijd tot een hippe auto die vooral aanslaat bij een jong en vaak vrouwelijk publiek. Om zoveel onweerstaanbaarheid te verwerven, werd de Mini voor de tweede keer een pionier. Onder de hoede van BMW was het immers de eerste kleine auto die het begrip ‘personaliseerbaar’ niet alleen invoerde maar ook ver doordreef. Lees : de auto met kleuren en accessoires helemaal afstemmen op je persoonlijke smaak. Vandaar de oneliner in de marketingcommunicatie dat “geen twee Mini’s helemaal dezelfde zijn”. Zelfs de stoffen kap is personaliseerbaar : Anglofielen kunnen kiezen voor het motief van de Union Jack.
VOOR TWEE OF VOOR U ALLEEN
Ocean Drive, Highway number One, Mulholland Drive waar je altijd wel een filmcrew uit Hollywood aan het werk ziet maar steevast pech hebt omdat Brad Pitt net in zijn motorhome zit en koffie drinkt. Als we al die kilometers achter de rug hebben, komen we tot het besluit dat deze cabrio de lijn doortrekt van de nieuwste ‘gewone’ Mini die in 2014 al werd gelanceerd. De kwaliteit van afwerking is véél beter. Want laten we wel wezen : dat was toch wel een pijnpunt bij vorige generaties. Dan wist je misschien wel dat die kleine hartendieven al jaren door BMW werden gebouwd, maar moest je telkens vaststellen dat de kwaliteit van afwerking onder die Duitse norm bleef. Parasietgeluiden, bijvoorbeeld. Of knopjes die niet goed aanvoelden. Dat is verleden tijd. Mini leunt qua gebruikte mate-rialen en kwaliteit van afwerking nu wel heel dicht bij BMW aan. Natuurlijk zit nog wel wat plastic in dat interieur, maar het is allemaal krasvrij en heeft een zachte touch.
Daarvoor moet je wel vooraan gaan zitten. Ja, achteraan zijn er nog twee kleine stoeltjes. Niet doen. De Mini Convertible is een wagen voor twee mensen. Of voor u alleen, als u er absoluut mee wilt gaan werken of gaan shoppen. Ja, toch ?
TEKST JO BOSSUYT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier