De nieuwe duivelspacten

Een nieuw energiesysteem ontwikkelt zich en het zal ongemakkelijke compromissen vergen.

In 2022 heeft een energieschok tot chaos geleid in Europa en grote delen van de wereld. Die dreef de inflatie op en verhoogde de kans op een recessie. In 2023 zal de wereld nog steeds kampen met onstabiele olie- en gasmarkten, maar zal ze ook dubbel zo hard proberen om een energiesysteem te creëren dat goedkoper, schoner en zekerder is.

Het tijdperk van de fossiele brandstoffen kende veel duivelspacten, gaande van het verbond van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt met de dynastie van Saud in 1945, tot de deals van Europa met het Rusland van na de Sovjet-Unie.

In 2023 zullen de meeste landen twee nieuwe verbonden met de duivel moeten sluiten. Op korte termijn zullen ze investeringen in vervuilende fossiele brandstoffen omarmen, in ruil voor meer energiezekerheid. Op lange termijn zullen ze een door de staat gecontroleerd industriebeleid aanvaarden in een poging om de uitbouw van hernieuwbare energie nog te versnellen.

De jaren van zuinigheid

De economische klap door de Russische invasie in Oekraïne is hard aangekomen. In de rijke landen was tegen september 2022 een derde van de inflatie van 9 procent te herleiden tot energie. Dat Vladimir Poetin de gastoevoer naar Europa afsloot, dwong bedrijven en consumenten om jaar op jaar 10 procent minder te verbruiken en wekte de vrees voor de instorting van de industrie. Omdat de Europeanen elkaar verdrongen om vloeibaar aardgas (lng) over zee in te voeren, steeg de wereldprijs pijlsnel en ontstonden in arme landen als Pakistan abrupte tekorten. De prijzen van ruwe olie bleven hoog en de OPEC toonde dat ze een bedreiging blijft door de productie te beperken, ondanks de smeekbeden van de Amerikaanse president Joe Biden om meer op te pompen. De vraag naar steenkool steeg tot een nooit gezien peil.

Zoals bij elk duivelsverbond zullen de nieuwe energie- akkoorden gevaren met zich brengen die mettertijd duidelijker worden.

Tegen november waren de gasprijzen op de spotmarkt gedaald, dankzij besparingen en het warme weer. Desondanks zullen de mondiale energiemarkten in 2023 verhit blijven. Europa zal de lente halen door zijn gasreserves te verbruiken. Maar tegen dan zal het duidelijk zijn dat er jaren van energiezuinigheid aankomen: Rusland leverde 36 procent van het Europese gas en zelfs de versnelde lng-import eind 2022 maakt daar maar een derde van goed. Als de economie van China in 2023 herleeft, zal zijn vraag naar olie en gas opveren, zodat de wereldmarkt nog krapper wordt. Het momentum om een beter energiesysteem te scheppen zal aan kracht winnen.

Aarzeling alom

Hoe zal dat eruitzien? Na de oliecrisis van 1973 daalden de consumptie en ontketenden hoge prijzen een investeringsgolf in nieuwe aanvoerbronnen en alternatieven zoals kernenergie. Deze keer is er een crisis, maar nog geen investeringsgolf. Voor 2023 wordt voorspeld dat de kapitaaluitgaven van de grootste 500 energiebedrijven van de wereld slechts 9 procent hoger zullen zijn dan voor de pandemie. Bedrijven worden afgeschrikt door de geopolitiek en de onzekerheden van de groene transitie.

Het vooruitstrevende idee van een mondiale energiemarkt – gecontroleerd door een algemene koolstoftaks en superefficiënte toevoerketens voor zonnepanelen en batterijen – is begraven. Een alternatieve organisatievorm met twee invloedssferen voor energie, een democratische en een autocratische, is onrealistisch. Amerika heeft gemengde gevoelens over de kans om de voornaamste energieleverancier van Europa te worden. Misschien beperkt het liever de export om de prijs voor de eigen consumenten en bedrijven laag te houden. China komt Rusland en Iran tegemoet, ondanks de westerse sancties tegen die landen, maar wil niet afhankelijk van ze worden.

Ook de groene transitie schept een bron van onzekerheid die investeringen afremt. Nieuwe gasprojecten zijn misschien geen lang leven beschoren door strakkere emissieregels, tenzij ze aan te passen zijn voor nieuwe technologieën zoals groene waterstof. De investeringen in hernieuwbare energie blijven te laag en de door veel landen in 2022 geïntroduceerde prijsplafonds en overwinstbelasting voor energieproducenten zijn niet bepaald stimulansen om de uitgaven op te voeren.

Grote problemen, grote overheid

En dus zullen regeringen in 2023 nog meer ingrijpen op de energiemarkten om een spreiding in de aanvoer te verzekeren en de investeringen te ondersteunen. Voor gas zal dat tot meer deals leiden, waarbij de staat het risico op zich neemt van langetermijncontracten en van bedrijfsmiddelen die stranded, nutteloos worden. Europese landen zullen hun inspanningen opvoeren om overeenkomsten te sluiten met gasleveranciers zoals Algerije en Qatar. Voor hernieuwbare energie betekent dat een uitbouw die door de overheid gecontroleerd en gesubsidieerd wordt. Dat zal ook betekenen dat die politiek verpakt wordt in een industrieel beleid met als doel de eigen werkgelegenheid en productie te stimuleren. China en India volgen die strategie al en de Amerikaanse Inflation Reduction Act omvat 400 miljard dollar (388 miljard euro) aan subsidies en Make-it-in-America-voorwaarden. Europa zal dat voorbeeld volgen om de industrie binnen zijn grenzen te houden.

Zoals bij elk duivelsverbond zullen de nieuwe energieakkoorden gevaren met zich brengen die mettertijd duidelijker worden. De door de staat gesteunde fossielebrandstofcontracten zullen een nieuwe generatie vervuilende bedrijfsmiddelen scheppen die over vijf à tien jaar tegen hoge kosten voortijdig moeten worden uitgeschakeld om de uitstootdoelen te halen. Een filosofie die nationalistischer en protectionistischer is, zal betekenen dat de uitbouw van een mondiaal schone-energiesysteem van 48,5 biljoen euro in het volgende decennium minder efficiënt zal zijn. Maar die kosten worden pas afgewogen lang nadat 2023 en de onmiddellijke energiecrisis voorbij zijn.

De auteur is redacteur bedrijfsleven van The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content