De Net-politie
Samen met het Internet kwamen ook de dromen van een wereldwijde markt voor financiële diensten. Juristen en reglemen- teringsdiensten houden er andere meningen op na.
De spraakzame bediende die de telefoon opneemt bij Charles Schwab, één van Amerika’s grootste on line-makelaars, is er zeker van : via het Internet is de aandelenmakelaarsservice waarvoor Schwab op zijn website reclame maakt, ook beschikbaar voor buitenlanders van overal ter wereld. Is hij daar wel echt zeker van ? Natuurlijk, maar hij zal het toch nog eens navragen. Wat later is hij al heel wat minder zeker. Grappig genoeg heeft Schwab met juristen in meer dan 100 landen over deze zaak gesproken. In hoeveel van deze landen kan Schwab zijn on line-service verkopen zonder de wet met de voeten te treden ? Eerlijk gezegd weet het bedrijf dat zelf niet.
Voor de ontelbare financiële bedrijven die hun diensten via het Internet aan de man brengen, zag cyberspace er beloftevol uit : een wereldwijde, telecomgestuurde markt en minder kosten voor kantoorruimte. In de financiële wereld is echter niets zo eenvoudig als het er uitziet. Daar waar de consument staat te springen voor de laatste virtuele beleggingen, is het best mogelijk dat er een dik boek werd volgepend met wetten om hem te beschermen.
Neem bijvoorbeeld E trade, een on line-makelaar in Palo Alto, Californië, die in 1992 werd opgericht en nu prat kan gaan op 182.000 actieve klantenrekeningen in Amerika. In januari kondigde E trade aan dat het zijn diensten ook in Canada ging aanbieden, in mei was het de beurt aan Australië en Nieuw-Zeeland. Nu wil E trade zijn diensten ook in Groot-Brittannië aan de man brengen. In al deze landen moest E trade van de wetgever eerst een heus bakstenen kantoor openen vooraleer het bedrijf er zaken kon doen. De Britse Securities and Investments Board (SIB vergelijkbaar met onze Beurscommissie) kan nog een stap verder gaan. Hij kan zich serieuze vragen gaan stellen over de juiste locatie van de koerslijsten en handelsactiviteiten van E trade. Hij is totaal niet onder de indruk van het argument van E trade dat cyberspace overal en nergens is en hij kan zelfs eisen dat het bedrijf zijn computers ook daadwerkelijk in Groot-Brittannië installeert.
Nu kunnen virtuele financiële firma’s de reglementeringsdiensten omzeilen door gewoon af te wachten tot de klant tot bij hen komt, in plaats van zelf aan actieve prospectie te doen. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld mogen buitenlandse bedrijven die van de reglementeringsdienst geen financiële diensten aan het publiek mogen verkopen, wel verkopen wanneer de klanten zelf contact met hen opnemen. De SIB kwam tot de conclusie dat een website op zich, ongeacht of die zich nu al of niet specifiek tot Britten richt, kan worden beschouwd als een instrument voor actieve prospectie wanneer de klanten via hun computer toegang tot de site hebben.
Dit heeft een zeer vervelend gevolg. Banken en makelaars die in Groot-Brittannië adverteren, moeten hun advertentie eerst laten goedkeuren door een daartoe erkende firma. Voor de SIB moet een advertentie op het Internet aan de Britse wetten voldoen. De SIB heeft honderden brieven verstuurd naar buitenlandse bedrijven waarin dit beleefd wordt toegelicht. De straf voor niet-toegestane publiciteit is volgens deze brieven een gevangenisstraf, een boete of beide. Volgens Richard Wastcoat, hoofd van de Europese retailmarkt bij Fidelity, een Amerikaanse fondsenbeheerder, maakt de SIB het nu toch wel wat te bont.
Maar zelfs dan is het niet moeilijk om de houding van de reglementeringsdiensten tegenover financiële diensen op het Internet te begrijpen. Zij moeten ervoor zorgen dat de nationale wetten worden nageleefd en hun taak wordt makkelijker wanneer de bedrijven die ze moeten controleren, ook hun kantoor hebben in het rechtsgebied waarvoor zij bevoegd zijn. Dat neemt niet weg dat het geen sinecure zal zijn om nationale wetten aan het Internet op te dringen.
Het Wilde Web
Het is om te beginnen al niet mogelijk om het Internet-verkeer automatisch op basis van het land van herkomst te filteren. En hoe zit het met een eventuele samenwerking tussen de nationale reglementeringsdiensten waarbij de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (de Amerikaanse beurscommissie) bijvoorbeeld akkoord gaat om de regels van de SIB op te leggen ? Daar kan inderdaad iets inzitten. Maar de reglementeringsdiensten kijken nu al aan tegen het titanenwerk dat de controle van de ontelbare websites waarin financiële services aan de man worden gebracht, met zich brengt. Investorama, één van de meest populaire Amerikaanse financiële websites, heeft op zich alleen al meer dan 4300 hypertext links naar andere sites. Een dergelijke aanpak zou trouwens ook een enorme last voor de bedrijven betekenen. Ze zouden zich dan naar de regels van tientallen verschillende landen moeten schikken.
Een alternatieve aanpak kan erin bestaan dat de reglementeringsdiensten elkaars wetten voor de verkoop van financiële diensten erkennen. De Europese Unie (EU) heeft ook een dergelijk schema voor haar lidstaten uitgedokterd. Onder dit schema kunnen financiële bedrijven die in één lidstaat zijn toegelaten, hun diensten zonder bijkomende toelating overal binnen de Unie verkopen.
Maar ook hier zijn er nog verschillende valstrikken. Om te beginnen vereist de Europese richtlijn die dit stelsel in het leven roept, gecoördineerde en gedetailleerde wetten in heel Europa. Daarnaast is het een utopie om te geloven dat er ooit ook sprake zal kunnen zijn van een wereldwijde en wederzijdse erkenning. Mensen die de wetten wensen te omzeilen, kunnen nog altijd met hun draagbare pc’s naar de Caraïben vliegen.
Er is nog een derde weg. De reglementeringsdiensten kunnen sommige wetten die van de eerlijkste Webgebruikers misdadigers maken gewoon schrappen en in plaats daarvan praktische begeleiding voor consumenten bieden. De SIB stelt voor dat de reglementeringsdiensten elektronische vliegertjes (stempels ter goedkeuring) zouden gebruiken die de controleurs dan kunnen aanbrengen op sites die aan hun normen voldoen. Zo een vliegertje kan dan bijvoorbeeld betekenen dat een bedrijf zijn diensten alleen maar aan Amerikanen mag aanbieden. Dit lijkt verreweg de verstandigste aanpak, want winkelen via het Internet heeft heel wat te bieden. Het zou zonde zijn dat de reglementeringsdiensten in hun bescherming van de consumenten zover zouden gaan dat ze de mogelijkheden van het Net gewoon geen kans zouden geven.
The Economist
POLITIE Vandaag geflitst op de weg, morgen op het Internet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier