DE ‘NATTE DROOM’ VAN GUY EN VERA

Piet Depuydt hoofdredacteur

Vanuit zijn paasverblijf in Toscanië gaf Guy Verhofstadt (Open VLD) vorige week de voorzet. Jawel, de premier gaf zich helemaal gewonnen voor een ‘minister van Klimaat’ als hij opnieuw deel zou uitmaken van de volgende bewindsploeg. Waarop Vera Dua (Groen!) gretig binnen kopte: ‘Alleen wij, de groenen, kunnen een geloofwaardige Klimaatminister leveren. ‘

Met uitzicht op een vijftal kamerzetels, zouden de ecologisten wel eens de krik kunnen zijn om een paarse of een rooms-rode coalitie te depanneren. Dus liet de Gentse politica niet na om hieraan de nodige dramatiek te koppelen: ‘Net als na de Tweede Wereldoorlog dient zich een historische kans aan. Toen is een sociaal pact gesloten, de grondslag voor de sociale zekerheid. Nu moeten we een ecologisch pact sluiten. ‘

En prompt liet ze het concrete traject zien: tegen 2030 moet België de CO2-uitstoot met de helft verminderen (nu spreekt de EU over 20 % tegen 2020), tegen 2050 met tachtig procent. Per jaar moet een budget van ten minste één procent van het bruto binnenlands product op tafel komen – ‘want milieu-inspanningen zullen geld kosten’ – en dit alles dient in een klimaatwet te worden gegoten.

Geen woorden, maar daden, zo luidt het groene motto. Want ‘als puntje bij paaltje komt, kiest men niet voor het milieu maar voor de economie,’ zo bekritiseerde Dua de huidige beleidsklasse. Volgens de groenen is er dringend nood aan een Klimaatminister die naast leefmilieu, mobiliteit en duurzame ontwikkeling ook energie in de portefeuille heeft en die kan ingrijpen op aanverwante domeinen zoals financiën en economie.

Is dit voorstel een zinnige piste? We durven het te betwijfelen. Nog los van het feit of de volgende bewindsploeg niet beter van klimaat een collectieve opdracht maakt, pleit Vera Dua impliciet voor een blanco cheque aan één minister. Zou u aan de huidige excellentie, bevoegd voor sociale zekerheid, de toelating geven om te putten uit een bodemloos vat zonder zicht op de inkomsten? Waarschijnlijk niet.

Nochtans is dat precies waarop Vera Dua – met in haar kielzog Guy Verhofstadt (of is het omgekeerd?) – mikken. Emissiereductie kost veel geld, terwijl de baten in een verre toekomst liggen, zo argumenteerde Stef Proost, gereputeerd milieueconoom, enkele weken geleden in deze Trends. Concreet: pas over dertig jaar zullen we de eerste baten van onze huidige inspanningen zien. En in eigen land zullen die nauwelijks voelbaar zijn. Daarvoor zijn we al te zeer afhankelijk van wat de rest van de wereld doet.

Critici zoals Bjorn Lomborg, professor aan de Copenhagen Business School en auteur van de ‘The Skeptical Environmentalist’, gaan nog verder. Zij bestempelen het actieplan van de Europese Unie als onrealistisch ambitieus en buitengewoon duur (zo’n 136 miljard euro per jaar). De effecten zouden tegen de helft van deze eeuw onmeetbaar klein zijn. Waarom zulke buitensporige offers voor nauwelijks meetbare resultaten – tenzij bij politici die door middel van doemscenario’s zieltjes bij de bezorgde kiezers proberen te winnen?

Om die scheve kosten-batenanalyse recht te trekken, is er een veel slimmere strategie voorhanden: stop het geld in onderzoek en ontwikkeling van koolstofarme energietechnologieën, efficiëntere isolatietechnieken, warmtewisselaars en zonnepanelen, betere bio-ethanol, biodiesel, biogas en biochemie of genetisch gewijzigde voedingsgewassen die minder water nodig hebben.

De kans is reëel dat er betere technologie beschikbaar zal komen om de opwarming van de aarde goedkoper te lijf te gaan, zo luidt de redenering. Een latere meerinspanning tegen lagere kosten. Ecologisch bouwen, is een voorbeeld: in tegenstelling tot tien jaar geleden, laat de techniek nu toe dat ‘passieve’ huizen, die 30 % minder energie verbruiken, voor een breed publiek beschikbaar zijn.

Dit is geen technologische prietpraat. In het Antwerpse havengebied wordt een initiatief gelanceerd waarbij restwarmte als energiebron voor woonblokken, serres of andere industrieën wordt aangewend: goed voor een besparing van 1 miljoen ton CO2 per jaar. In een ander project worden metaalslakken uit afval van Arcelor en Sidmar omgezet in bakstenen: een procédé waarbij op jaarbasis nog eens 1 miljoen ton CO2 kan worden geabsorbeerd.

De 7 miljoen euro financiële inspanningen die de Vlaamse regering in projecten van dit type stopt, bieden wel degelijk zicht op haalbare of realistische resultaten. Rond dit soort onderzoek wordt echter veel minder wind of ‘Al Gorehype’ verkocht. In 2005 stopte België slechts 1,9 % van zijn bruto binnenlands product in onderzoek en ontwikkeling, net onder het Europese gemiddelde.

Benieuwd waar ons land straks in de rangschikking zal eindigen, als de meest recente cijfers bekend worden gemaakt. Ooit werd voor de uitgaven in O&O een ‘norm’ in Lissabon vastgelegd: elke lidstaat zou 3 % van het bbp halen tegen 2010. Nu is er de ‘Kyotonorm’. Wie maakt de realistische koppeling tussen beide? Dit is niet de taak van één minister. Dit is de collectieve plicht van een volledige regering.

Op www.trends.be kan u uw reactie kwijt op deze en andere intro’s via de blog van de hoofdredacteur.

WWW.TRENDS.BE

Vraaggesprek met milieueconoom Stef Proost

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content