“De Munt is wereldtop en dat moet zo blijven”
“Stel dat mijn vorige seizoen slecht was geweest, dan stond in elke krant: ‘De Caluwe faalt’. Maar het was een fantastisch seizoen, en ik lees nergens iets.” Kan de intendant van De Munt vanaf september op het elan van zijn geslaagde debuutjaar voortgaan? Een gesprek over autoriteitsproblemen, mecenaat en musicals.
Het nieuwe seizoen in De Munt begint indrukwekkend: vanaf 4 tot 23 september loopt Pelléas et Mélisande, de enige voltooide opera van Claude Debussy, in een scenografie van Anish Kapoor. Een dieprode oorschelp die overloopt in een soort baarmoeder: dat is de gigantische decorsculptuur die de befaamde Britse kunstenaar ervoor bedacht. Intendant Peter de Caluwe is terecht trots. “Werken met een beeldend kunstenaar is altijd een aparte ervaring”, vertelt hij. “Toen ik aan Kapoor voorstelde om de scenografie te ontwerpen, heeft hij meteen toegezegd. Ik werkte al samen met kunstenaars als Georg Baselitz, Jannis Kounellis en Olafur Eliasson, dus ik wist waar ik aan toe was. Zo’n kunstenaar werkt op zichzelf. De rest van het productieteam en de ateliers moeten dan reageren op zijn artistieke suggestie. Dat is een totaal andere, minder traditionele maar uitdagender manier van werken, ook voor ons personeel.”
Dat Peter de Caluwe (45) in staat is om artistiek ambitieus te denken, bewees hij intussen ruimschoots het voorbije seizoen. We blikken samen met hem terug.
TRENDS. U nam een dik jaar geleden het roer onverwacht vroeger over van Bernard Foccroulle, die zijn mandaat niet uitdeed. Hoe is die bliksemstart verteerd?
PETER DE CALUWE (DE MUNT). “Het was een overgangsseizoen met twee directies die elkaar overlapten. Dat was niet evident. Ik zie er jonger uit dan ik ben, dus ik liep het risico van een autoriteitsprobleem. Velen dachten dat ik eens om de hoek kwam kijken hoe het moest, terwijl ik intussen al 45 ben en twintig jaar ervaring heb in alle domeinen van de opera. Akkoord, Gerard Mortier was amper 37 toen hij aan het hoofd kwam van De Munt, maar dat waren andere tijden. Hij stelde een volledig nieuw team samen met allemaal dertigers en veertigers. Mortier was voor hen de vaderfiguur. Zijn opvolger, Foccroulle, was voor de ploeg de spreekwoordelijke broer, en ik de zoon.”
U kon ook het team wandelen sturen. Als directeur hebt u dat recht.
DE CALUWE. “Ik koos er bewust voor om verder te werken met de bestaande ploeg, aangevuld met een paar eigen mensen. Het loopt goed, al staan nog niet alle neuzen in dezelfde richting. Iedereen heeft jarenlang in zijn eigen wereldje geleefd, dus er is vooral op het vlak van communicatie veel werk aan de winkel. Tussen 2003 en 2007 zijn al behoorlijk wat afslankingen gebeurd, en dat voel ik nu aan de werkdruk. Het laatste seizoen van Foccroulle en mijn eerste zijn de drukste ooit in de geschiedenis van De Munt. We zijn een bijzonder performant bedrijf, als ik zie wat we allemaal verwezenlijkt hebben met onze beperkingen.”
Hebt u het gevoel dat het publiek uw komst geaccepteerd heeft?
DE CALUWE. “Stel dat mijn vorige seizoen slecht was geweest, dan stond in elke krant: De Caluwe faalt. Het was een fantastisch seizoen, en ik lees nergens iets. Dus dat is een goed teken. De ticketverkoop liep beter dan ooit, en ook voor dit seizoen gaan de abonnementen vlot de deur uit. Het publiek voelt dat er een upgrade is gebeurd: een andere stijl, nieuwe regisseurs, sterkere castings. We hebben wellicht het meest complete seizoen achter de rug: we hadden nieuwe producties met een beeldend kunstenaar, een estheet, een theatermaker én een choreograaf. We deden geen enkele herneming, en dat was in mijn eerste seizoen als directeur natuurlijk een enorm risico. Dit jaar gaan we op dat elan voort: we brengen vier megaproducties, terwijl een normaal operahuis er maar één van die grootte zou aandurven.”
Waarom steekt u uw nek zo uit?
DE CALUWE. “De Munt is altijd een van de top-tienoperahuizen in de wereld geweest, en dat moet zo blijven. Niet eenvoudig, want de topopera’s hebben budgetten van boven de 100 miljoen euro, wij moeten het stellen met 40 miljoen. Kijk, de opera van Parijs heeft 2400 plaatsen, wij 1000. Alleen al door de ticketverkoop is hun omzet per voorstelling dubbel zo groot. We halen er dus wel degelijk het maximum uit.”
De Munt krijgt 30 miljoen euro subsidies van de federale overheid. Dreigt u als overheidsinstelling in gevaar te komen door de politieke malaise van het jongste anderhalf jaar?
DE CALUWE. “Voor 2008 zijn de onderhandelingen rond. Voor 2009 ga ik ervan uit dat we minimaal dezelfde subsidies krijgen. Om hetzelfde kwaliteitsniveau te garanderen, heb ik eigenlijk geld nodig. Daarom heb ik bij de politici om enkele technische aanpassingen gevraagd die eigenlijk al lang in orde zouden moeten zijn. Ten eerste moeten onze lonen geïndexeerd worden. En ten tweede wil ik af van de 820.000 euro die wij jaarlijks betalen voor de leasing van gebouwen. Eigenlijk zou de Regie der Gebouwen dat bedrag op zich moeten nemen, niet wij. Al tien jaar betalen wij die som, dus zou ik in principe 8 miljoen euro moeten terugvorderen. Al gaat dat niet zomaar natuurlijk.”
U werkt sinds uw aanstelling als intendant ook aan een revolutionair plan: privésponsoring en mecenaat mogelijk maken. Hoever staat u?
DE CALUWE. “Voor 2008 is er nog geen resultaat, maar vanaf 2010 zullen we wellicht ons budget met privékapitaal kunnen aanvullen. Het is een werk van lange adem. Om bedrijfsleiders en mecenassen over de streep te trekken, moet op politiek niveau eerst gewerkt worden aan een goede structuur voor schenkingen. Zodra dat mecenaat fiscaal beter aftrekbaar is, kunnen we starten. In Amerika draait de culturele sector al jaren op privékapitaal. Maar daar krijgen sponsors een enorme zeg in de artistieke programmering. In operahuizen kiezen zij wie zingt en regisseert. Dat wil ik niet.”
Met andere woorden: kunst moet gesubsidieerd blijven.
DE CALUWE. “Absoluut. Al blijft mijn positie van intendant wel schizofreen: ik moet artistiek op lange termijn denken en ambitieuze projecten uitzetten. En tegelijk ben ik totaal niet zeker of we wel genoeg middelen zullen hebben in de toekomst. Maar dat subsidiesysteem is toch nog altijd beter dan de volledige liberalisering. Want als je het aan de vrije markt overlaat, bestaat het aanbod binnen de kortste keren uitsluitend uit musicals. Terwijl mensen die voor de eerste keer een opera zien, zeggen: Verdorie, dit is veel knapper dan een musical, hier wordt tenminste zonder micro gezongen.”
PELLéAS & MéLISANDE LOOPT VAN DO 4/9 TOT DI 23/9 IN DE MUNT. TEL.: 070 23 39 39 OFwww.demunt.be
Door Thijs Demeulemeester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier