De mogelijkheden zijn oneindig

Vindt u ook dat Australië alleen maar een paradijs is voor kangoeroes, koala’s en avontuurlijke toeristen? Het Australië dat de Olympische Spelen organiseert, zal u wel op andere gedachten brengen.

Craigieburne, Sydney, Canberra, Melbourne (Australië).

In een werkplaats overschaduwd door een metershoge prikkeldraadversperring spuwt een blauwe stalen kubus vellen knalrode twintigdollarbiljetten. In dit atelier in het onooglijke Craigieburne, een gat op vijftig kilometer van Melbourne, wordt de Australische economie van geld voorzien.

Naast de gebouwen van de Belgische plasticfilmproducent UCB heeft Securency (omzet 1999: 524 miljoen frank) immers zijn sterk beveiligde optrekje. Securency, de 50/50 joint venture tussen UCB en de Federal Reserve Bank of Australia ( Fed), drukt via dochter Note Printing Australia sinds 1998 elke nieuwe Australische dollar. De Guardian-polymeerbankbiljetten waar Securency een wereldwijd patent op heeft, zijn volgens de uitvinders ervan sterker, veiliger en door hun speciale hologrammen moeilijker na te drukken. Zegt Securency-directeur Cliff Gerathy: “Sinds de lancering van onze bankjes is het aantal vastgestelde gevallen van valsemunterij in Australië gedaald van 1200 naar 100 per maand.”

Australië heeft vandaag zo’n slordige 70 miljoen bankbiljetten in omloop. De bankjes uit Craigieburne wisselen nogal eens van hand, want de gemiddelde Ozzie – een sportieve surfer met halflange blonde krullen – gooit vlot en vrolijk centen over de balk.

Waaraan zo’n Ozzie dan zijn rooie Craigieburne-dollars uitgeeft? Aan nieuwe hoogtechnologische snufjes, bijvoorbeeld. Australiërs zijn de tweede GSM-gebruiker in de wereld en de nummer vier in internetgebruik. Palmtops of internet-GSM’s slaan er sneller aan dan in de rest van de wereld. En voor de mooie dingen des levens wil de gemiddelde Australiër best ook wel een paar dollars méér op tafel leggen. Daarom doen de Belgische pralineproducenten het uitstekend in de Australische winkels, en daarom vloeit Stella, het premium beer van Interbrew zo rijkelijk in de stijlvollere cafés van Sydney en Melbourne. “Vorig jaar verkochten meer en meer speciaalzaken Stella,” zegt Interbrew-vertegenwoordiger voor Australië en Nieuw-Zeeland Robert Briers. “En we zien onze omzet in de komende jaren alleen maar stijgen naarmate Australië nog meer de geïmporteerde bieren boven de lokale pilsen verkiest.”

“De binnenlandse consumptie

is de motor van de Australische economie,” weet Andrew Gilkes, topman van Investment 2000, een onafhankelijk orgaan dat in het kielzog van de Olympische Spelen buitenlandse investeerders naar Australië wil lokken. “Het land heeft nauwelijks 19 miljoen inwoners, maar die geven gemiddeld veel méér uit aan duurdere producten dan de inwoners van de meeste andere landen uit de regio.” Dat heeft de Australische economie geen windeieren gelegd: het afgelopen decennium groeide het bruto nationaal product (BNP) jaarlijks met minstens 4%, ongeveer evenveel als het BNP van die andere dollareconomie, de Amerikaanse.

Het economisch plaatje van Australië werd in de jongste twee decennia nochtans grondig hertekend – de Australische regering privatiseerde méér dan Margaret Thatcher in Groot-Brittannië in de jaren ’80, ze hervormde integraal het banksysteem en draaide de subsidiekraan dicht voor onrendabele bedrijfstakken. Er kwamen ook allerlei maatregelen om de arbeidsmarkt flexibeler te organiseren en de focus verschoof van landbouw en textiel naar de dienstensector, met IT-consulting en de entertainmentindustrie als snelste groeiers. De Australische economie overtreft vandaag de Zuid-Koreaanse, is drie keer zo groot als de Thaise economie en vier keer die van Singapore. De meeste prognoses geloven in een aanhoudende forse groei. “De recente invoering van een soort BTW zal de groei hooguit heel even afremmen tot 2,5%,” denkt woordvoerder Jenny Wilson van de Australische nationale bank, “maar binnen het jaar krijgt de economie haar normale groeiritme van 4% en meer terug.”

Dat Australië plots minder zou consumeren, dat komt ginderachter inderdaad bij niemand op. Want de economie boert uitstekend, en Australiërs laten geld nu eenmaal graag rollen.

Zoals een Vlaming heeft een Ozzie een baksteen in de maag – al ziet de Australiër volgens waarnemers een huis eerder als een interessante belegging dan als een thuis. Het zou kunnen, want Australiërs blijken gedreven investeerders, ondanks het schrijnende gebrek aan hightech aandelen op de Australian Stock Exchange ( ASX) in Sydney. Net als België wacht het land vol ongeduld op de privatisering van zijn nationale telefoonmaatschappij, Telstra, een bedrijf met 206.000 werknemers en een geschatte beurswaarde van 1800 miljard frank. De Sydney Futures Exchange ( SFE), een optiebeurs, is intussen erg in trek. SFE is de grootste futuresbeurs van de regio, en de eerste na Nasdaq die volledig elektronisch ging.

“Australische beurzen zijn de wereldtop qua liquiditeit en eenvoud van handelen,” zegt Les Hosking, huidig directeur van Global Finance Center, de financiële denktank van de overheid in Sydney.

Het gemak waarmee de Australiërs hun centen uitgeven, maakte van de Australische economie een performante machine met een stevig budgetoverschot – 3,4 miljard dollar in 1999 – een inflatie van nog geen 2%, lage intrestvoeten en flexibele arbeidsmarkten. Het land zou met andere woorden zonder problemen voldoen aan het eisenpakket van het Verdrag van Maastricht, dat de criteria vastlegde om toe te treden tot de Europese Unie.

Maar de economie heeft één groot pijnpunt: het schrijnende tekort – 34,5 miljard Australische dollar, ongeveer 1000 miljard frank in 1999 of 5% van het BNP – op de lopende rekening. Dus smeken de Australiërs in koor om buitenlandse investeerders.

De Olympische Spelen, die op 15 september in Sydney beginnen, moeten we tegen dat licht zien als een reclamespot: de Ozzie’s willen hun land op de wereldkaart zetten. Het werkt: sinds een toeristische reportage op zakenzender CNN prominent de watertaxi’s in beeld bracht, inclusief het telefoonnummer op hun daken, is het aantal reservaties door buitenlandse gasten verdubbeld. “En het is als bij een restaurant,” zegt Deirdre Mason, directeur van het Committee for Sydney, een industriëlenlobby. “Pas als je de klanten over de drempel hebt, kan je ze de menukaart laten zien.”

Kunnen de Olympische Spelen méér Craigieburne-bankjes laten rollen dan Australië al ín de Spelen heeft gepompt? Studies van KPMG, de schatkist en de nationale bank voorspellen hooguit bescheiden winsten aan het eind van de Spelen. Uit bescheidenheid, menen waarnemers. “Maar de Olympische Spelen zijn een wake-up call voor Australië,” vindt Andrew Gilkes van Investment 2000. “Ze bewijzen dat we hier een groot evenement kunnen organiseren. Die goodwill moeten we in de komende jaren te gelde maken.”

Australië hoopt dat er als gevolg van de Spelen massa’s deviezen het land zullen binnenkomen. Dat moet, want de organisatie van de Spelen heeft al heel wat dollarbiljetten opgesoupeerd: grof gerekend een slordige 5,6 miljard Australische dollar (170 miljard frank) sinds 1997. Daar profiteerde trouwens ook een Belgisch bedrijf van mee: Barco mocht aan het Sydney Organising Committee for the Olympic Games ( SOCOG) voor zo’n 30 miljoen frank hoogwaardige beeldschermen voor het mediacentrum leveren. “De bestelling had groter kunnen zijn, als we ook hadden kunnen meedingen voor materiaal dat door Panasonic wordt geproduceerd. Maar Panasonic is een van de hoofdsponsors van het olympisch toernooi,” weet Peter della Tolla, Barco’s topman in Australië.

Die gespendeerde

olympiadedollars zijn geen weggegooid geld, verzekeren woordvoerders van SOCOG. Australië houdt aan de Spelen infrastructuur over. Bijvoorbeeld: na de Spelen worden het atletendorp en de persaccomodaties, opgetrokken op een gesaneerd industrieterrein in de buitenwijk Homebush Bay, omgevormd tot een sociale woonwijk. En binnen dertig jaar krijgt de overheid daar nog eens voor 693 miljoen dollar bovenop aan stadions – tot stand gekomen na een publiek-particuliere samenwerking (PPS) en nu geleasd aan de privé-partner. Een behoorlijke return op een initiële overheidsinvestering van 146 miljoen dollar.

Ook qua imago zien de voorstanders veel voordelen: sinds de Olympische Spelen aan Sydney werden toegewezen, is de stad het epicentrum van de wereld voor conferenties en colloquia – vóór Amsterdam, Kopenhagen en Parijs. “De jongste acht maanden steeg de hotelbezetting in Sydney met 23% en de boekingen voor conferenties in 2001 liggen nu al 20% hoger dan het vorige record,” zegt directeur John Hutchinson van het Sydney Visitors and Convention Bureau, een overheidsorgaan. “Blijkbaar raken we eindelijk van het zorgvuldig opgebouwde imago af dat Australië alleen maar een paradijs voor kangoeroes, koala’s en avontuurlijke toeristen zou zijn.”

De Olympische Spelen moeten een keerpunt zijn. Een studie van KPMG voorspelde niet alleen de investeringsboom in de jaren vóór de Spelen – vooral in de hotelbouw en infrastructuurwerken -, maar ook in het lustrum dat erop volgt. Zegt Loftus Harris, een topambtenaar in New South Wales, de deelstaat waar Sydney zich bevindt: “We hebben al voor 20 miljard dollar projecten voor na de Spelen op stapel staan.”

Bovendien zijn er verschillende andere projecten die werden uitgesteld wegens de Spelen, maar nu weer worden opgerakeld: het gecontesteerde plan voor een hogesnelheidstrein tussen Sydney en Melbourne via Canberra, bijvoorbeeld, of een aantal mijnbouwprojecten in West-Australië. Ook in Melbourne staan verschillende megaprojecten op stapel. Peter della Tolla: “Barco heeft een contract ter waarde van 420 miljoen frank binnen voor een technologiepark langs de Yarra-rivier in Melbourne en er staat ook een belangrijk multimediaproject op stapel. Waarschijnlijk zal de aandacht van de investeerders zich verleggen, als de focus op Sydney stilaan wegebt.” Gordon Short, die net een afdeling structurele financiering heeft opgericht in het piepkleine kantoortje van KB Financial Services in Sydney, ziet het goed zitten. “Het nettoresultaat van de Spelen zal hoedanook positief zijn voor Australië,” zegt hij. “Misschien kan ik na deze Spelen in Europa zeggen dat ik uit Australia kom, zonder dat iemand mijn thuisland met Austria verwart,” vult Katie Lahey, voorzitster van de Kamer van Koophandel in Sydney, met enig gevoel voor sarcasme aan.

Vraag is of buitenlandse bedrijven wel voldoende geïnteresseerd zijn in de bankjes uit Craigieburne die ze eventueel kunnen verdienen. Australië blijft al bij al een piepkleine markt: 19 miljoen inwoners in steden die duizenden kilometer van elkaar verspreid liggen en door hun immigratiepatroon totaal verschillende consumptiepatronen hebben. “Bovendien is het een heterogene markt zonder hinterland,” stipt managing director Bruce Foy van BBL Australia aan. “Een bedrijf in Brussel heeft toegang tot 350 miljoen klanten. Hier beperkt de afzetmarkt zich tot die 19 miljoen Australiërs.” Zegt zijn collega Melvyn Tozer bij Fortis Australia: “Daarom spitsen veel bedrijven zich hier toe op producten met een hoge toegevoegde waarde.”

Loont het dan nog wel de moeite om al die Craigieburne-dollars te investeren? Ja, zeggen sommigen, voor wie verder kijkt dan zijn verkoopcijfers. “Australië heeft als grote voordeel dat het een land met westerse wortels is op een zucht van, en in dezelfde tijdzone als de Aziatische markten,” zegt voorzitter Alan Carroll van het Pacific Rim Forum, een economische denktank voor Azië en Australië. “Door ingenieurs in Detroit, Frankfurt en Melbourne te laten communiceren, kan General Motors de klok rond auto’s ontwerpen en de ontwikkeltijd voor een wagen meer dan halveren.” Anderen proberen Australië te verkopen als een ideale locatie voor een callcenter: een stabiel land met een westerse mentaliteit waar Engels wordt gesproken, maar waar ook heel wat inwoners een Aziatische moedertaal hebben. Ook Sabena kreeg daar enkele maanden geleden lucht van. De Belgische luchtvaartmaatschappij opende een callcenter in Queensland, in de buurt van het beroemde Surfer’s Paradise, om er heel Azië te bedienen.

Voor de Ozzie’s

is het een interessante stap, maar hij gaat niet ver genoeg. Niet alleen bedienden van grote bedrijven moeten in Australische dollar worden betaald, menen ze, ook de toplui van de multinationals. “Australië is ideaal voor westerse bedrijven, om er het regionale hoofdkwartier te vestigen van waaruit het bedrijf heel Azië bestrijkt,” argumenteerde minister voor Financiële Diensten John Hockey begin dit jaar in The Economist. Een visie die je best met een grove korrel zout neemt, denkt Vlaams economisch vertegenwoordiger Oscar Cousy in Azië: “Vanuit Sydney een Aziatisch bedrijvenimperium sturen, is onbegonnen werk. Wie op acht vlieguren van zijn thuismarkt zit, komt onvermijdelijk in de problemen als er snelle beslissingen genomen moeten worden.” Alexandre Somers, een gewezen Belgisch handelsattaché die nu bedrijven adviseert in Melbourne, nuanceert: “Australië kan een springplank naar Azië zijn, maar alleen voor bedrijven die veel werk willen uitbesteden.”

Vooral voor innoverende bedrijven uit dienstverlening en hightech is Australië een interessante thuisbodem, proclameren de Ozzie-adepten. “Van een productie-economie schoolde Australië zich de jongste decennia om naar een diensteneconomie,” weet Chris Caton, hoofdeconoom van Bankers Trust Financial Services in Sydney. “We hadden hier snel door dat we toch niet rijk zouden worden door onze eigen souvenir-koalabeertjes te produceren. Mensen met meer geld willen een betere dienstverlening, en daar gaapt voor Australië een gat in de markt.”

Sindsdien probeert Australië zich vooral te profileren als “het slimme land”. Omdat het zo snel nieuwe technologieën oppikt, zien bedrijven het als ideale testbodem voor hun nieuwste producten. Niet toevallig onderzoekt Fortis of enkele van zijn vooruitstrevende Australische verzekeringsproducten ook toe te passen zijn in pakweg de Europese markt, of kijkt BBL of het webaangedreven portefeuillebeheer dat in Australië gangbaar is, ook niet elders in de wereld klanten zou kunnen bedienen. Maar het schoolvoorbeeld is Securency: die Belgisch-Australische joint venture heeft haar in Australië geteste bankbiljettenprocédé inmiddels geëxporteerd naar Nieuw-Zeeland, Papoea-Nieuw-Guinea, Brazilië, Taiwan, Koeweit en Singapore. En Securency-topman Cliff Gerathy heeft er vertrouwen in: “Als de tender wordt uitgeschreven voor de tweede generatie eurobiljetten, zullen wij er ook bij zijn.”

frank demets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content