De ‘mister no’ van de Fed

Als het uitzonderlijk soepele geldbeleid leidt tot de moeder van alle zeepbellen en crashes, dan kan Thomas Hoenig zeggen: “Zie je wel. En ik had jullie nog zo gewaarschuwd.”

Neen, neen en nog eens neen. De dissidente stem binnen de Amerikaanse centrale bank (Fed) is niet te vermurwen. Voor de zevende keer op zeven stemde Thomas Hoenig tegen het beleid van Fed-voorzitter Ben Bernanke. Als voorzitter van de Kansas Fed heeft Thomas Hoenig dit jaar stemrecht in het Federal Open Market Committee (FOMC), het hoogste beslissingsorgaan van de Fed.

Vorige week kon hij zich als enige van de twaalf leden van het FOMC niet verzoenen met de aangekondigde, verhoopte maar ook gecontesteerde beslissing om het grof geschut boven te halen en tegen midden volgend jaar 600 miljard dollar extra in de economie te pompen via de aankoop van overheidsobligaties.

Voor Hoenig, die al op zijn negende de boekhouding deed van het loodgietersbedrijfje van zijn vader, zijn de kosten van dit expansieve geldbeleid groter dan de opbrengsten.

Hoenig is geringd als inflatiehavik, maar dat is niet zijn grootste zorg. Hij is vooral bang dat de Fed de fouten van het verleden herhaalt en via een expansieve geldpolitiek een nieuwe zeepbel blaast die onvermijdelijk weer barst. Het is precies door het barsten van de huizenzeepbel en bijhorende schuldopstapeling dat de Amerikaanse economie nu nog voor jaren in het sukkelstraatje zit.

“Een los geldbeleid zet aan tot roekeloos leen- en speculatiegedrag en nieuwe zeepbellen”, waarschuwde Hoenig al meermaals. Heel wat analisten tippen op de Amerikaanse overheidsschuld als ultieme zeepbel. Of waarschuwen voor zeepbellen in de groeilanden, waar een deel van al die vers gedrukte dollars naartoe vloeit.

Prairiepopulisme

Waar en wanneer een nieuwe zeepbel zich vormt, weet Hoenig niet, maar hij voelt het gevaar naderen zoals een graanboer onweer in de lucht voelt hangen. Hoenig is de kleinzoon van tarwe- en maïsboeren en zijn ‘prairiepopulisme’, gebaseerd op pleidooien voor een eerlijk geldbeleid en harde kritieken op Wall Street, maakte van hem een held in de zeven centraal gelegen staten die overkoepeld worden door de Kansas Fed. Een belangrijk landbouwgebied ook, dat dankzij de gestegen landbouwprijzen veel beter af is dan de rest van de VS.

Vandaar ook dat de regio van Hoenig geen extra monetaire stimulus nodig heeft, integendeel. Hoenig ziet het alweer bubbelen in zijn regio en hij heeft die boom-bustcyclus al meermaals meegemaakt. In de jaren zeventig en begin de jaren tachtig lokte een losse geldpolitiek al eens een speculatiegolf op grond en landbouwproducten uit, wat eindigde in een tranendal voor de regio. Voor Hoenig hebben ook latere crisissen steeds dezelfde wortels: te lage rente en te veel speculatie gevoed door te veel geleend geld

Thomas Hoenig is niet verbonden met Democraten of Republikeinen en betaalt geen campagnebijdrages. Hij deed dienst in een artilleriedivisie in de Vietnamoorlog en bouwde heel zijn carrière uit bij de Kansas Fed. Hij begon er in ’73 als econoom en had zich in ’91 al opgewerkt tot voorzitter, een functie waarin hij bijna het dubbele verdient van Bernanke.

Hoenig heeft nog een tiental maanden voor zijn mandaat definitief afloopt en dat is een van de redenen waarom hij besloot dat hij niet in stilte zou vertrekken. Voor de rest onderhoudt Hoenig goede relaties met zijn collega’s bij de Fed en staat hij zeker niet bekend als tafelspringer.

Bernanke is niet doof

Hoenig staat lang niet alleen met zijn waarschuwing. Ook de club van centrale bankiers, de Bank voor Internationale Betalingen, waarschuwde voor de gevaren van een te losse geldpolitiek. De Europese Centrale Bank (ECB) is gevoeliger voor die gevaren en maakt werk van de exitstrategie uit de losse geldpolitiek. Toch voert ook de ECB een politiek van het oversteken van de rivier door de stenen te voelen. Als zoals vorige lente een crisis uitbreekt, zal de ECB snel een exit doen.

Critici vragen zich af of Hoenig, nu de Amerikaanse economie het moeilijk blijft hebben, niet al te koppig vasthoudt aan zijn visie. Want Bernanke heeft meer dan reden genoeg om geld bij te drukken. De werkloosheid blijft hardnekkig rond de 10 procent schommelen en ook het risico op deflatie blijft oncomfortabel hoog.

De Amerikaanse economie kan voor Bernanke nog niet zonder de steunwieltjes van een soepel monetair beleid, maar doof voor de waarschuwingen is hij niet. “We zullen het aankoopprogramma regelmatig evalueren en eventueel bijsturen als de economische omstandigheden veranderen.”

Door Daan Killemaes, illustratie Jens Claessens

Waar en wanneer een nieuwe zeepbel zich vormt, weet Hoenig niet, maar hij voelt het gevaar naderen zoals een graanboer onweer in de lucht voelt hangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content