‘De minste onoplettendheid kan grote gevolgen hebben’
De zomer komt eraan. De gemiddelde Vlaming neemt vakantie of doet het wat rustiger aan. Maar de imker en zijn bijen draaien op volle toeren.
“Het beroep van imker wordt vaak onderschat”, zegt Jef Torfs, terwijl hij op een open plek in een Brabants sparrenbos zijn pak aantrekt. Hij komt kijken hoe het zijn bijenvolken vergaat. “Je moet bereid zijn zeven maanden per jaar zeven dagen per week in de weer te zijn. Want een goede imker doet veel meer dan honing oogsten. Ik ben constant bezig. Zijn mijn bijen in goede conditie? Staan hun kast op de juiste plaats? Zit er maar één koningin per volk? De minste onoplettendheid kan grote gevolgen hebben. Ook in de wintermaanden – wanneer de bijen minder actief zijn – blijf ik bezig: met ziektebestrijding, selecties. Het romantische beeld van de imker die met een grassprietje tussen de lippen in de zon ligt, terwijl zijn bijen honing maken, is totaal onrealistisch.”
Het romantische beeld van de imker die in de zon ligt, terwijl zijn bijen honing maken, is totaal onrealistisch
Jef Torfs is de grootste onafhankelijke imker van België. Hij begon vijf jaar geleden met veertig bijenkasten. Nu heeft hij er 1100. “Eén kast produceert 50 tot 100 kilogram honing per jaar. Het merendeel verkoop ik onder mijn eigen merk Bijenboer. De rest gaat naar andere honingmerken. De vraag naar Belgische honing is groter dan het aanbod. En dat leidt tot gesjoemel. Ik zie vaak ‘Belgische honing’ op basis van eucalyptus of tijm in de winkels. Raar, want die planten vind je bijna niet in België. Enfin, toch niet om er zoveel honing van te maken.”
Jef Torfs en zijn collega Bram Kimps controleren de kasten. “Wij werken met Buckfast-bijen. Dat zijn zachtaardige diertjes die veel honing produceren. Ze steken veel minder dan de wilde bijen. Die vallen meteen aan wanneer ze zich bedreigd voelen.” Wat doet hij als hij toch gestoken wordt? “Eens goed vloeken, dat helpt tegen alles.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier