DE METSELAAR
De Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf (NCB) cumuleert de spectaculaire cijfers : zeventien beroepen die goed zijn voor 225.000 werknemers, waarvan 170.000 arbeiders, 14.000 leden (bijna de helft van de leden van het VBO) en 1000 miljard frank omzet. Met zijn functie van afgevaardigd beheerder die hij vanaf 1 juli eerstkomend zal opnemen, is er voor Robert de Mûelenaere een rol weggelegd van “metselaar”. De gesprekspartners met wie hij zal moeten “metselen”, zijn talrijk en zeer verscheiden.
Deze veertiger heeft een eclectisch verleden. Beladen met diploma’s licentiaat in de rechten (UCL), in maritiem en luchtvaartrecht (ULB), speciale licentie in bedrijfsfiscaliteit begint Robert de Mûelenaere zijn carrière bij de Balie van Brussel en pleit er in zaken van concurrentierecht. Het is ook deze materie die hem bezighoudt gedurende de tijd die hij spendeert op het kabinet van Economische Zaken, waar hij de ministers Maystadt en Eyskens adviseert, en bij de UCL waar hij gedurende een jaar werkt aan de rechtsfaculteit.
In 1988 zet hij zijn eerste stappen in een beroepsvereniging : de Kledingfederatie, die hij gedurende vier jaar bestuurt. “Een interessante ervaring vermits toen het Textielplan ingevoerd werd.” Vervolgens stapt hij over naar de NCB, een sector die hem op het lijf geschreven staat, want hij beschouwt zichzelf als “een bewonderaar van het archeologisch en architecturaal patrimonium”. Gedurende vijf jaar bekleedt hij er de post van eerste directeur, onder meer verantwoordelijk voor de studies (op sociaal, juridisch, fiscaal, economisch vlak) van de machtige beroepsorganisatie van de bouwsector. En binnenkort zal hij er dus de functie van afgevaardigd beheerder gaan bekleden.
Achter zijn gereserveerd uiterlijk verbergt Robert de Mûelenaere een vechtersmentaliteit. Hij is steeds bereid om een warm pleidooi te houden voor de bouwsector, die niet altijd in een even gunstig daglicht staat. “Maar dan vergeet men dat het een sector is die niet gedelokaliseerd kan worden en dat het om de grootste leverancier van handenarbeid gaat. Slechts weinig mensen kennen ook de inspanningen die geleverd worden inzake veiligheid op de werven, opleiding, kwaliteit.”
Momenteel wijdt Robert de Mûelenaere zich aan de invoering van het sectorakkoord dat onlangs gesloten werd. “Deze overeenkomst bewijst dat beroepsorganisaties nog iets anders kunnen dan alleen maar eisen stellen, namelijk : hun verantwoordelijkheden opnemen. Wij hebben onder meer een ambitieus vormingsprogramma op punt gesteld voor 40.000 personen in vier jaar tijd. Wat betreft de flexibiliteit onontbeerlijk in onze sector voorziet de conventie in de mogelijkheid om de arbeidstijd te brengen naar 45 uren per week die dan tijdens periodes van slecht weer gerecupereerd kunnen worden. Hierdoor kan de tijdelijke werkloosheid verminderd worden.” Robert de Mûelenaere prijst de sociale partners van de sector en zijn voorganger, Freddy Feys, die met pensioen is gegaan. “De sociale vrede onder zijn bewind is gedurende 30 jaar bewaard gebleven”, onderstreept de Mûelenaere, die die erfenis graag wil behouden.
ROBERT DE MUELENAERE (NATIONALE CONFEDERATIE BOUWBEDRIJF) Het sectoraal akkoord van de bouw bewijst dat beroepsorganisaties hun verantwoordelijkheden kunnen opnemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier