‘De meeste grote leiders hebben kleine ego’s’

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Bedrijfsleiders die meer geld willen verdienen, moeten zo veel mogelijk informatie delen met zo veel mogelijk mensen. Ze moeten het woord delen, hoewel de meeste leiders vooral bevelen. Dat stelt managementconsultant Fred Kofman vast. In zijn klantenbestand prijken namen als Axa, Yahoo!, Microsoft en Nestlé.

Minder dan één op de vier werknemers werkt op volle kracht. De helft van de werknemers geeft toe alleen maar die taken uit te voeren die maken dat hij niet ontslagen wordt. Geen sikkepit meer. Het zijn cijfers die werden opgetekend door twee Amerikaanse onderzoekers en in een rapport van Axialent, het consultancybedrijf van Fred Kofman. Een enorme verspilling van talent en geld, vindt Kofman.

Volgens zijn theorie presteert een onderneming pas optimaal als alle werknemers betrokken zijn. “Te veel managers willen hun medewerkers gewoon bevelen geven, hen belonen als het goed gaat en bestraffen als het slecht gaat. Door hen bang te maken, proberen ze werknemers te laten doen wat ze moeten doen. Maar slavernij is nooit een productieve organisatievorm geweest. Je kunt mensen niet forceren loyaal te zijn”, zegt Kofman die in de VS de status van een goeroe heeft.

“Een leider moet er zich van bewust zijn dat zijn medewerkers ook kunnen nadenken. Hij moet de organisatie zo aansturen dat er zo veel mogelijk discussie is en dat iedereen dezelfde doelen en visie nastreeft. Honderden studies hebben aangetoond dat organisaties waarvan het personeel betrokken is, veel harder groeien dan hun concurrenten.”

De voormalige professor aan MIT is vooral bekend geworden met zijn boek Conscious Business waarin hij het recept uitschrijft voor bewust zakendoen. De ingrediënten zijn simpel: leiders moeten respect hebben voor hun medewerkers, naar hen luisteren, ze engageren in de waarden van het bedrijf, zelf integer zijn… Allemaal voor de hand liggend, geeft Kofman zelf toe.

Maar zijn consultancyzaak zou niet wereldwijd floreren zonder managers die al die simpele zaken niet in de praktijk uitgewerkt krijgen. “Dat komt omdat de meeste leiders te egocentrisch zijn. Ze willen te vaak zichzelf verbeteren ten koste van de dialoog met de medewerkers. Hun ego staat in de weg. Maar geloof me: most great leaders have small egos.”

“Als je een te groot ego hebt, kan je een machtig of rijk leider worden, maar waarschijnlijk geen groot leider. De persoonlijke verrijking, op basis van macht en geld, gaat te vaak voor. Er is niets mis mee om geld te willen verdienen, echt niet. Het is wel verkeerd geld te willen verdienen door andere mensen te misbruiken.”

Crisis maakte ons te bang

De financiële en economische crisis was voor vele bedrijfsleiders het eerste moment waarop ze geconfronteerd werden met hun eigen grenzen. Volgens Kofman heeft de bijna-doodervaring die vele managers meemaakten het denken van de managers niet fundamenteel veranderd.

Met andere woorden, ze trokken geen lessen uit wat gebeurd is. Kofman vindt dat helemaal niet vreemd. De crisis is volgens hem niet door de bedrijfsleiders veroorzaakt, dus waarom zouden zij er als eerste lessen uit moeten trekken. “De crisis is het gevolg van de artificiële manier waarop de financiële sector en de overheden de economie hebben laten groeien. Zij zijn de schuldigen.”

Maar Kofman vindt wel dat het tijd wordt dat ook bedrijfsleiders zich herpakken en het pessimisme van zich afschudden. Hij voelt aan dat er in de bedrijfswereld een sfeer van hulpeloosheid en wanhoop rondwaart.

“Ondernemers hebben de crisis niet veroorzaakt, maar dat wil niet zeggen dat ze er niet op moeten reageren. Je kunt altijd iets doen. De problemen in de VS, Griekenland en Ierland verdwijnen niet zomaar. Blijf je aan de kant staan, dan is dat een gebrek aan verantwoordelijkheidszin. Vandaag moeten managers bezig zijn met scenario’s en strategisch denken. Maar de meeste bedrijfsleiders denken daar niet aan en hebben vooral medelijden met zichzelf voor wat hen overkomt.”

Het medelijden en negativisme ziet Kofman steeds meer als een cultureel verschijnsel in West-Europa, wat samen met Azië zijn voornaamste activiteitsgebieden zijn. “Men is hier wantrouwig ten opzichte van succes waardoor succesvol zijn ontmoedigd wordt. Een beetje beter zijn in iets dan een ander wordt nog geaccepteerd, maar excelleren wordt niet aanvaard. Deze crisis is dan ook een opportuniteit om succesvolle mensen weer aan te moedigen. Want het zijn zij die de rest van een maatschappij mee op sleeptouw kunnen nemen.”

Generatie Y doet het niet beter

Misschien is het gewoon een kwestie van tijd. Want menig trendwatcher ziet in de nieuwe generatie geboren leiders. Door de manier waarop ze worden opgevoed, de scholing die ze krijgen en de technologische omgeving waarin ze groot worden. De mening van Kofman?

“Bullshit. Dat is een van de domste dingen die door veel mensen heel vaak worden gezegd. Er is altijd een gebrek aan goed leiderschap ge-weest. Kijk in de geschiedenis en u vindt geen enkele periode waarin er genoeg goed leiderschap aanwezig was. In de jaren zestig dachten de hippies dat als zij het zouden overnemen van hun ouders dat alles wel beter zou worden en zie waar we nu staan.”

“De generatie Y is over twintig jaar net hetzelfde als wij. Het is niet omdat ze vandaag jong zijn dat ze het morgen beter doen. Ze zijn geconnecteerd met elkaar via allerhande mediatechnieken, maar hebben geen discussies of debat. Ze sturen elkaar sms’en en e-mails in plaats van met elkaar te praten.”

“Ik ben geen pessimist die denkt dat de wereld naar de haaien gaat, maar ik ben ook geen optimist die denkt dat we het dankzij het internet in de toekomst beter zullen doen. Het is een idioot argument dat technologie ons zal redden. Er zijn genoeg doorbraken geweest die de wereld hebben veranderd, maar ze hebben niet de mensen veranderd. Technologie kan de mens niet veranderen. Impossible.”

AN GOOVAERTS

“De meeste bedrijfsleiders hebben vooral medelijden met zichzelf voor wat hen overkomt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content