De man van Moskou

Van 1952 tot 1986 leidde Markus Wolf de beruchte Oost-Duitse spionagedienst. In 1974 bracht hij zelfs bondskanselier Brandt ten val. Zopas verschenen zijn memoires.

De Berlijnse Muur vertoonde nog geen barsten en het interviewen van oppositieleiders had nog een avontuurlijk aura tijdens de laatste jaren van het DDR-regime. We kwamen net terug uit het asgrauwe Leipzig, waar we op een klamme zolderkamer een gesprek hadden met jonge opposanten in dikke wollen truien, bijeengepakt bij een nukkige stencilmachine. Toen we vertrokken naar de Oost-Berlijnse Gethsemane Kirche, zowat de bakermat van de contestatie tegen het communistische Honecker-bewind, wees de fotografe plots op een bekend gezicht. In de buurt van een SED-congres, zo heette de almachtige Oost-Duitse communistische partij, wandelde Markus Wolf. Enkele jaren daarvoor was hij nog één van de meest gezochte spionnen ter wereld.

We klampten hem aan en hadden een kort, moeilijk gesprek. Wolf toonde zich een gentleman, ging vaag in op enkele politieke hete hangijzers en wimpelde beleefd maar kordaat alle vragen over zijn spionageverleden weg. Echt wijzer zijn we niet geworden van dat gesprek. Hetzelfde mag gezegd worden van de lectuur van zijn memoires Man zonder gezicht. Meer dan 400 bladzijden lang vertelt de legendarische Oost-Duitse spionagechef allerhande anekdoten en operaties, maar met spectaculaire onthullingen pakt hij niet uit. Over de banden met terroristen van onder meer de Rote Armee Fraktion en de PLO, geeft hij iets meer prijs. De verantwoordelijkheid schuift hij wel door naar minister van Staatsveiligheid Erich Mielke.

DUITS, JOODS EN COMMUNIST.

Vorige maand nog ontsnapte de inmiddels 74-jarige Wolf aan gevangenisstraf. Hij stond onder meer terecht wegens het organiseren van ontvoeringen. Verder dan een voorwaardelijke celstraf en een boete kwam de rechter niet. In 1993 werd Wolf al veroordeeld voor landverraad, maar weer vrijgesproken in beroep. Het hoogste Duitse gerechtshof oordeelde dat hij als voormalig burger van de DDR niet van landverraad beschuldigd kon worden.

Als zoon van een joodse communistische arts uit het Zuid-Duitse Hechingen, vluchtte hij na de machtsovername van Hitler met zijn familie naar de Sovjet-Unie. Na de oorlog keerde Wolf naar Duitsland terug, zij het dan naar het door de Sovjets gedomineerde oostelijke deel. In 1952 stond de toen 29-jarige streber al aan het hoofd van de Oost-Duitse Buitenlandse Inlichtingendienst. Hij overleefde alle intriges en bleef de meesterspion tot zijn (zelf gevraagde vervroegde) pensionering in 1986.

Het duurde zelfs tot 1979 voor de westerse inlichtingendiensten hem konden identificeren. Pas in dat jaar wees een Oost-Duitse overloper hem aan op een foto die kort voordien in Stockholm genomen was. Omdat hij geen gezicht had voor zijn vijanden, kon de meest gezochte spion zich immers vrij bewegen, ook in het Westen.

Gezocht was hij, zeker na de affaire-Guillaume. In 1974 werd een mol ontdekt in de onmiddellijke entourage van bondskanselier Willy Brandt. Toen de spion ontmaskerd werd, moest Brandt aftreden. Dit opzienbarende succes beschouwt Wolf nu als zijn voornaamste nederlaag. Het laatste wat hij wilde, was het opstappen van de pacifist Brandt, zo luidt zijn huidige commentaar. Over Brandt geeft hij overigens enkele smeuïge anekdotes weer. Het seksleven van prominenten heeft spionagediensten overigens altijd al geïnteresseerd (als eventueel instrument voor chantage) en Brandt was een notoir rokkenjager.

NAAR FLORIDA.

Liefde was ook een favoriet middel om inlichtingen te verzamelen. Wolf staat immers bekend als een uitzendbureau van Romeo’s. Zijn agenten werden opgedragen om te flirten of zelfs een relatie aan te gaan met secretaressen van ministers, Nato-verantwoordelijken en houders van andere interessante sleutelposten. Die secretaressen kon je verhoren zonder dat het opviel. Je kon hen zelfs fotokopies laten nemen.

Voor alle gebroken harten, ontvoeringen en wellicht ook wel hardere misdrijven wijst Wolf de verantwoordelijkheid af. Alles moet in zijn context gezien worden. Hij blijft offensief ingesteld. Zo onthult hij (dan toch een onthulling) dat CIA-chef Gardner Hathaway hem na de implosie van de DDR persoonlijk benaderde met het verzoek over te stappen. Hij kreeg zelfs een riant verblijf in Florida of California en meer van dat fraais aangeboden. Wolf stuurde hem wandelen.

We zagen Wolf nog eens terug in de maanden voor de val van de Muur. In alle turbulentie trachtte hij zich op te werpen als pleitbezorger van een “democratisch socialisme”. Hij had ingezien dat het rigide regime aan zijn zwanenzang begonnen was en trachtte allicht nog de meubelen te redden. Waren zijn beweegredenen oprecht, zoals hij zo graag beweert ? Het is moeilijk te geloven voor iemand die altijd bekend stond als de man van Moskou. Ook na deze memoires blijft hij een sfinx.

LUC DE DECKER

Markus Wolf, Man zonder gezicht. Balans/Van Halewyck, 436 blz., 798 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content