Peter De Keyzer
De magie van een metaal
Terwijl economieën zwalpen, centrale banken massaal de economie vooruit proberen te branden en de beurzen al tien jaar ter plaatse trappelen, zet goud zijn opmars voort. Niets lijkt het gele metaal te kunnen stoppen.
Des te hoger stijgt de goudprijs, des te hoger stijgt de goudkoorts: artikels, opinies, columns, websites, samenzweringstheorieën en zelfs meldingen van allerhande medische toepassingen volgen elkaar steeds sneller op (deze column bevestigt overigens deze tendens). Naarmate de prijs doorstijgt, vermenigvuldigen de triomfberichten over goud zich sneller en sneller. Post hoc, ergo propter hoc: een verdere stijging van de goudprijs legitimeert de eerdere zegeberichten en verhoogt de geloofwaardigheid van de nieuwe goudprofeten.
Mijn excuses voor wie het volgende een schok is, maar goud is gewoon een metaal. Toegegeven, het heeft speciale kenmerken. Het is zeldzaam, heeft een hoog soortelijk gewicht en het vergaat niet: uitgerekend kenmerken die noodzakelijk zijn om te kunnen fungeren als een ‘store of value’. Dat maakte het de afgelopen millennia tot een begeerd iets voor koningen, keizers, imperia en alle anderen die veel vermogen te vrijwaren hadden. Zeldzaamheid en historische conventie hebben goud zijn unieke status gegeven.
Uitgerekend daarom omschreef Keynes goud eerder al als een ‘barbarous relic’, een relikwie uit duistere en barbaarse tijden.
Doorheen de hele geschiedenis werden munten of betaalmiddelen gekoppeld aan dit ultieme statussymbool. Hoe meer goud een heerser, land of imperium bezat, hoe groter de status en geloofwaardigheid van zijn verbintenissen of schuldbewijzen.
Alleen een onkreukbaar, onfeilbaar en schuldenvrij instrument leek de waarde van geld op een geloofwaardige manier te kunnen garanderen. Hedendaagse goudadepten gebruiken overigens een variatie op hetzelfde argument. Voor hen zijn centrale bankiers en overheden inherent onbetrouwbaar en is alleen geel metaal onkreukbaar. Het Bretton Woods-systeem was het laatste internationale muntsysteem gebaseerd op een expliciete goudkoppeling. Naar aanleiding van de Vietnam-oorlog liep het Amerikaanse overheidstekort dermate hoog op dat de vaste wisselverhouding van Amerikaanse dollars naar goud in 1971 definitief werd opgegeven. Vervolgens kregen we tien jaar van hoge geldgroei, ontsporende inflatie en monetaire chaos. Maar aan het begin van de jaren tachtig, net op het moment dat niemand het nog verwachtte, werd de monetaire orde hersteld. Centrale bankiers stelden zich tot doel de inflatie letterlijk en figuurlijk klein te krijgen. Naarmate zij daarin slaagden, taande de ster van goud en kregen centrale bankiers de status van halfgoden. Voor het eerst in de geschiedenis was de waarde van het geld niet langer gegarandeerd door een of ander zeldzaam metaal, maar door de gelofte van een centrale bankier. Iets meer dan twee decennia lang werd de geloofwaardigheid van een munt bepaald door de kwaliteit van het beleid van een land en niet langer door de goudvoorraad, een unicum in de geschiedenis.
Vandaag schittert goud weer volop. Terwijl voor elk individueel land het huidige onconventionele monetaire beleid te verantwoorden valt, zorgt het collectief voor een monetair opbod. Door met zijn allen in te zetten op een verzwakking van de eigen munt wordt niet alleen de economische malaise uitgevoerd naar de handelspartners, tegelijk staat de verbintenis tot munt- en prijsstabiliteit op de helling. Een groot geloof in goud als monetair anker is dan ook niets meer en niets minder dan een even groot wantrouwen in het woord van centrale bankiers om de waarde van de eigen munt te garanderen. Op termijn is er maar één element dat kan zorgen voor een lagere goudprijs: een nieuw geloofwaardig internationaal muntsysteem waaraan alle grote economieën deelnemen. Dat zou in onderling overleg de grote munt- en handelsonevenwichten kunnen oplossen door zowel de overproducenten als de overconsumenten in een gemeenschappelijk stelsel samen te brengen. Spijtig genoeg zal dat niet gebeuren van vandaag op morgen. In de tussentijd regeert het barbaarse relikwie.
Peter De Keyzer, chief economist van Petercam
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier