De machtigste man in de kunst
De Zwitserse supercurator Hans Ulrich Obrist is de machtigste man in de kunstwereld. Toch volgens de powerlist van het vakblad ArtReview. Terecht of niet? We vroegen het hem gewoon zelf. “Een curator is een koppelaar.”
Waarom zou Hans Ulrich Obrist verkozen zijn tot machtigste man in de kunstwereld? Wellicht omdat hij de hardst werkende freelancer uit de sector is. Niemand heeft een netwerk als hij. Cru gesteld: Obrist kent iedereen en is overal. Als schrijver, journalist, essayist, curator, moderator en adviseur vervult de Zwitser diverse complementaire rollen in de kunstwereld. Momenteel is hij verbonden aan de beroemde Serpentine Gallery in Londen. Daarvoor was hij curator van het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris. Sinds 1991 heeft hij al meer dan 150 grensverleggende tentoonstellingen gecureerd in musea, in galeries en op biënnales. Een indrukwekkende palmares voor een 41-jarige.
Waar haalt hij in godsnaam de tijd om dat allemaal te doen? “Simpel: ik probeer om curator te zijn van mijn tijd. Ik zoek al heel mijn leven naar de limieten van de menselijke omgang met tijd. Alles draait om discipline. Ik stop nooit met werken, ik neem nooit vakantie. Zelfs met Kerstmis neem ik geen break. Dan zorg ik dat ik in een land verblijf waar Kerstmis niet gevierd wordt. Ooit leefde ik op Leonardo Da Vinci-ritme: drie uur werken, tien minuten slapen. Daarna testte ik de Honoré de Balzac-methode: 52 koffies per dag drinken. Dat werkte maar een paar maanden. Sindsdien drink ik alleen nog thee en heb ik een normaler slaap- en werkpatroon. Maar ik speel nog steeds met de idee om de tijd te editen. Vandaar mijn interviewmarathons met mensen als Rem Koolhaas.”
TRENDS. Moet je een workaholic zijn om de machtigste figuur in de kunstwereld te zijn?
HANS ULRICH OBRIST. “Het is de kunst zelf die aan de macht is. Kunst blijft bestaan, curatoren niet. Als curator ben ik alleen een soort katalysator, een gebruiksvoorwerp voor kunstenaars die hun werk willen tonen aan de buitenwereld. Of ik terecht de machtigste kunstpersoonlijkheid op aarde ben, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat er nu veel meer discussie bestaat over curatoren dan vroeger.”
Hoe zou u uw taak als curator omschrijven? Schuilt het gevaar van machtsmisbruik ook achter de hoek bij uw beroep?
OBRIST. “Als ik aan een taxichauffeur mijn jobtitel vertel, bekijkt die me altijd alsof ik een alien ben. Het is een term als ‘consultant’: mensen hebben er geen idee van in welke branche je werkzaam bent. In het Frans is er zelfs geen woord voor ‘curator’. Daar gebruiken ze de uitdrukking ‘commissaire’. Een term uit de politiewereld, waar ik niet zo gelukkig mee ben. Let op: een curator is geen creator. Ik vind helemaal niets uit voor de tentoonstellingen die ik samenstel. Alles wat ik cureer, ontstaat door discussies met kunstenaars. Een curator mag zijn ideeën voor een expositie niet opdringen aan de bezoeker of aan de kunstenaars die hij selecteert. De curator mag de artiest nooit in de weg staan, want dat zou machtsmisbruik zijn. Wij zijn facilitator, bruggenbouwer en koppelaar. Meer niet.”
Uw omgang met kunstenaars is heel innig, terwijl u toch een ‘neutrale’ tussenpersoon bent tussen de museum- of galeriewereld enerzijds en de artiest anderzijds. Hoe gaat u met die dubbele machtspositie om?
OBRIST. “Ik trek altijd resoluut de kaart van de kunstenaars. Als curator sta ik tussen de grote kunstinstituten en de artiesten. Ik toon hun werk op soloshows of groepstentoonstellingen. Altijd zoek ik naar de meest vernieuwende manier om hun werk te presenteren. Telkens weer stel ik het format van de tentoonstelling radicaal in vraag. Wat ik doe om routine te vermijden in mijn job? Ik tracht zoveel mogelijk variatie te brengen in mijn leven. Ik schrijf boeken, doe interviews, cureer shows, bezoek artiesten en werk voor de Serpentine Gallery. Er zit maar één rode draad in mijn leven: alles is één permanente dialoog met kunstenaars.”
Shilpa Gupta, een Indiase kunstenares die internationaal aan het doorbreken is, zei ooi: “Obrist is de enige curator die mijn werk al kende vóór hij op atelierbezoek kwam.”
OBRIST. “Dat vind ik een mooi compliment. Curator zijn, betekent voor mij ook permanent research doen, studeren en zelf kennis produceren.”
U bent freelance bij de Londense Serpen-tine Gallery. Hebt u die werkvorm nodig?
OBRIST. “Tijdens de week ben ik in Londen, tijdens het weekend doe ik researchtrips. Ik geloof sterk in de idee dat in één stad gebaseerd zijn, nuttig is om iets op te bouwen. Nu ik gestationeerd ben in de Serpentine Gallery, voel ik me meer verwant met architecten die vanuit hun studio op grote projecten werken. Sinds ik in Londen werk, reis ik ook veel minder per vliegtuig omdat ik mijn ecologische voetafdruk wil inperken. Voor verplaatsingen neem ik weer graag de nachttrein. Vroeger deed ik dat ook al. Ik organiseerde er discussiesessies met vrienden en collega’s. Voor mij zijn nachttreinen de 21ste-eeuwse mobiele versie van de 19de-eeuwse discussiesalons.”
Welke ontmoetingen waren cruciaal in uw leven?
OBRIST. “Het Zwitserse kunstenaarsduo Fischli & Weiss wist me te overtuigen om in de kunstwereld te stappen. Hun werk bracht bij mij een kettingreactie teweeg. Als student organiseerde ik in 1991 een tentoonstelling in mijn keuken: ‘The Kitchen Show’, met werk van onder meer Fischli & Weiss en Boltanski. Door het duo te ontmoeten, wist ik dat ik mijn leven aan de kunst wou wijden. Alleen wist ik niet wat ik precies wou doen. Toen ik kort daarna door hen de Italiaanse conceptuele kunstenaar Alighiero Boetti kon ontmoeten, pushte die me definitief in de goede richting. Hij zei me: ‘Ik word altijd maar gevraagd om mu-seumshows, retrospectieves, galeriepresentaties en biënnales te doen. Het is zo saai. Al die commissies slorpen zoveel energie op dat ik geen tijd meer heb om mijn persoonlijke projecten te realiseren. Niemand wil me daarmee helpen. ‘ Toen wist ik plots wat mijn missie zou worden: artiesten helpen om hun nooit verwezenlijkte droom te realiseren. Boetti droomde er altijd van om een tentoonstelling te maken over vliegtuigen, gepresenteerd in een vliegtuig zelf. Dat is ons gelukt, we hebben dat verwezenlijkt.”
Wat is uw nog-te-realiseren droomproject?
OBRIST. “Ik heb een archief met interviews met belangrijke culturele figuren, die elk hun droom uit de doeken doen. Mijn droom is om in een grote tentoonstelling al die maquettes en ontwerptekeningen van de kunstenaars te tonen. Het zou de toeschouwer doen dromen, want iedereen heeft wel plannen die hij nooit realiseert. De ironie wil dat, telkens als ik die tentoonstelling wil opzetten, er altijd iets fout loopt. Ik hoop vurig dat ik ooit een stad zal vinden die de expositie mee wil organiseren. Geen paniek. Ik ben nog jong, ik heb nog tijd.”
www.serpentinegallery.org
Door thijs demeulemeester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier