“De loonsverhoging van 4,5 % moet worden gecompenseerd”

Lode Essers, ondernemer en voorzitter van VKW Limburg, zucht. De loonsverhoging van 4,5 % kunnen we eigenlijk niet betalen. En dan keurt het ABVV dat akkoord nog af ook. Onverantwoord.

Het VKW Limburg schiet met scherp. Begin februari verstuurde de werkgeversorganisatie een vlijmscherp persbericht. Een citaat: “De laatste weken zijn er vanuit de vakbonden andermaal zware bedreigingen geuit aan Limburgse bedrijven wegens kleine discussies. Daarbij legt men onmiddellijk en zonder enig overleg de hele fabriek stil. De namen van de vele vakbondssecretarissen die zich oppermachtig genoeg voelen voor dit soort onverantwoorde acties zijn alom gekend.”

Jos Stalmans en Lode Essers, respectievelijk bestuurder-directeur en voorzitter van VKW Limburg, nemen er geen woord van terug in een gesprek met Trends. Integendeel. Stalmans zit al ruim vijftien jaar bij VKW Limburg en Lode Essers, een telg uit de transportfamilie Essers, is chief executive officer van Pami, een producent van kantoormeubilair, goed voor honderd werknemers en een omzet van 13 à 14 miljoen euro.

LODE ESSERS (VKW LIMBURG). “Dit zijn dingen die het op dit moment erover duwen. We hebben eind november een enquête gedaan over delokalisatie. Een kwart is er concreet mee bezig, 30 % heeft er al iets aan gedaan. Dat is een ernstige waarschuwing. Er moet dringend iets gebeuren of we gaan het pleit verliezen.”

Is de verwerping van het interprofessioneel akkoord door het ABVV een onverantwoorde actie?

ESSERS. “Ja. Voor de werkgevers was het al moeilijk te aanvaarden. Het zal heel moeilijk zijn die 4,5 % loonsverhoging betaald te krijgen in onze bedrijven. In de buurlanden wordt overal gesleuteld aan de concurrentiepositie, vooral aan de loonkosten. En we hebben al een achterstand van 8 à 10 %. De verhoging die nu gegeven wordt, moet worden gecompenseerd.”

JOS STALMANS (VKW LIMBURG). “Het is vooral het Waalse ABVV waar moeilijk mee te praten valt. Maar nu zit de kater bij hen. Hun reputatie is heel erg verzwakt en ze zitten met een machtsvacuüm. De man in de straat is echter slimmer dan we denken. Die weet ook dat een gezonde economie noodzakelijk is om een sociale zekerheid te hebben en om werk te kunnen verschaffen. Ik weet niet of de publieke opinie zo blij is met wat er nu gebeurt.”

Wat is dan het verschil tussen een vakbondsmilitant en een man in de straat?

STALMANS. “Goede vraag. Ach, het machtsvacuüm bij het ABVV is een interne kwestie die ze zelf moeten oplossen in het belang van het land. Dat zou niet mogen meespelen in het totstandkomen van een akkoord.”

ESSERS. “Het vergt grote inspanningen om te kunnen blijven produceren in België. De vakbonden moeten begrijpen dat het heel moeilijk gaat in het bedrijfsleven. Maar ze zijn integendeel de bedrijven aan het wegjagen. De zin voor het ondernemen wordt weggenomen. Als we onze welvaart willen houden, moeten we bedrijven vertroetelen. Ondernemers zijn maatschappelijk geëngageerd, maar vandaag moet je half gek zijn om nog te willen ondernemen. Het rendement op risicokapitaal is gewoon te laag.”

STALMANS. “We doen om de twee jaar een studiereis buiten Europa, meestal voor een 35-tal ondernemers. Dit jaar gaan we naar China en we hebben bijna dubbel zoveel deelnemers. In acht dagen was de reis uitverkocht. Dat toont toch de interesse voor lagelonenlanden.”

Zet deze mislukking van het sociaal overleg een domper op de debatten die eraan komen over het loopbaaneinde en de financiering van de sociale zekerheid? Kan het ABVV nog mee aan de tafel zitten?

ESSERS. “De mislukking legt daar zeker een hypotheek op. Er moeten oplossingen komen, want het huidige systeem is onbetaalbaar en onhoudbaar. Wie het zal forceren, zullen we wel zien.”

Heeft het centraal overleg zijn tijd gehad en moeten de onderhandelingen verschoven worden naar het bedrijfsniveau?

STALMANS. “Voor sommige bedrijven zou het beter zijn dat ze plaatselijk overleggen, maar dat vraagt een omkadering die niet alle ondernemingen hebben. In de buurlanden die succes hebben, maken ze ook nationale afspraken. Als we alleen in bedrijven overleggen, krijgen we veel te veel conflicten. Werkgevers en vakbonden staan dan te scherp tegenover elkaar. Ze moeten samenwerken.”

ESSERS. “Alleen op bedrijfsniveau overleggen, is nagenoeg onmogelijk. Dan moet je het sectoraal gaan doen. Maar zeker in deze tijden moet je een duidelijk signaal hebben van wat de maximale loonsverhoging is.”

Falen de bedrijven niet in de communicatie? Niemand lijkt het echt te geloven wanneer jullie zeggen dat het slecht gaat. De winsten stijgen, argumenteren de vakbonden. Dus…

ESSERS. “De winsten zijn gestegen als gevolg van forse herstructureringen en vooral omdat er niet meer wordt geïnvesteerd. De jongste drie jaar is er ongeveer 40 tot 45 % minder geïnvesteerd. Onze toekomst wordt dus gehypothekeerd. Dat is een heel gevaarlijke situatie en zeker geen goed teken.”

Jullie gaan een opleiding geven over omgaan met de vakbonden. Waarom?

STALMANS. “Er zijn veel bedrijven waar uitstekende relaties bestaan tussen vakbonden en werkgevers, maar ook een aantal waar het niet goed gaat. En dat is voor niemand goed. Daarom organiseren we die opleiding voor ondernemers. De vakbondsafgevaardigden zijn uitstekend opgeleid, maar de ondernemers niet altijd. Zeker in de KMO’s.”

ESSERS. “De problemen zijn veel breder dan de vakbond of de loonnorm. Er is de hervorming van de fiscaliteit op de bedrijfswagens, de Elia-heffing, de gemeentebelastingen die in Limburg met meer dan 30 % zijn gestegen in drie jaar tijd, de hogere energieprijzen als gevolg van de hogere distributietarieven (Limburg is groter en telt minder gebruikers). Men heeft ons goedkopere energietarieven beloofd en ze zijn nog nooit zo hoog geweest. Op die manier kan je geen investeringen aantrekken.”

Blijft het VKW vasthouden aan zijn positie als aparte werkgeversvereniging?

ESSERS. “Begin december 2004 zijn we met het bestuurscomité twee dagen samen geweest. We hebben toen een aantal zaken uit ons strategisch plan voor de periode 2003-2007 geactualiseerd. De omgeving is immers veranderd. We zijn buiten de fusie van de andere provinciale VKW-afdelingen gebleven. En ook het samengaan van de kamers van koophandel in Voka is een nieuw feit. We hebben beslist dat we blijven voortgaan vanuit onze eigen sterkte en positie. We hebben een duidelijke doelgroep, we hebben een mooi ledenbestand en we hebben goede activiteiten. Voor een aantal zaken van algemeen belang willen we wel samenwerkingsakkoorden afsluiten met andere organisaties.”

STALMANS. “Op 21 januari hebben we een samenwerkingsakkoord ondertekend met Unizo. We behouden elk onze identiteit, maar we gaan samenwerken waar het kan. Op 21 februari moet er een tweede samenwerkingsakkoord volgen en we hopen op 21 maart, het begin van de lente, op een derde.”

Gaan jullie de banden weer aanhalen met de rest van het VKW, dat dynamischer aan het worden is?

ESSERS. “Met het VKW zijn er contacten. We willen daar goede afspraken mee maken.”

STALMANS. “We zijn niet in ruzie uit elkaar gegaan. De drie andere provincies wilden een fusie, maar onze leden vinden belangenverdediging het belangrijkst en dat wilden de anderen niet meer doen. Het was dus logisch dat we onze eigen weg gingen.”

Van alle mogelijke partners wordt de discussie met Voka wel de moeilijkste.

ESSERS. “Bij Voka ligt ons voorstel op tafel. Er zijn in het verleden enkele aanvaringen geweest, zoals bij het LUC. Er is concurrentie, maar die kan ook stimulerend zijn.”

In het verleden was daar niet veel van te merken.

STALMANS. “We hebben sinds 1998 een heel goede periode gehad met Hugo Leroi als voorzitter bij ons en Jos Broekmans bij de kamer van koophandel. Dat is echter veranderd met de creatie van Voka. De kamer dacht toen dat zijn rol anders zou zijn.”

ESSERS. “Velen willen hun belangen via ons verdedigd zien. Omdat het anders gebeurt dan bij Voka. We zijn anders omdat we ons alleen richten op bedrijven vanaf twintig werknemers. Dat betekent dat we een doelgroep hebben van 1100 à 1200 bedrijven, waarvan 70 % lid is. We kunnen sommige dingen daardoor anders in de verf zetten. Voor ons is kwaliteit belangrijker dan kwantiteit.”

Guido Muelenaer

“De jongste drie jaar is er ongeveer 40 tot 45 % minder geïnvesteerd. Onze toekomst wordt gehypothekeerd.”

“Vakbonden zijn de bedrijven aan het wegjagen. De zin voor het ondernemen wordt weggenomen.”

“Vandaag moet je half gek zijn om nog te willen ondernemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content