De limiet van het beeld
Je carrière als fotograaf aftrappen met een Magnum-lidmaatschap: Bieke Depoorter speelde het klaar. Op haar eerste solotentoonstelling in het Antwerpse FOMU toont ze een nieuwe kant van zichzelf.
Een lidmaatschap versieren bij Magnum, een van de beroemdste fotoagentschappen, is verre van eenvoudig. Op basis van je portfolio moet je op een shortlist geraken en daarna goedkeuring moet je je vier jaar bewijzen als voorlopig lid. Pas als je dat doorstaat, krijg je een levenslang contract bij het coöperatieve agentschap, dat na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht door onder meer Robert Capa en Henri Cartier-Bresson. Het lukte slechts vijf Belgen: Harry Gruyaert, Carl De Keyzer, John Vinck (die er intussen uitstapte), wijlen Martine Franck en Bieke Depoorter.
Depoorter kreeg prijzen voor haar afstudeerwerk uit 2009, waarvoor ze alleen door Rusland reisde en de mensen portretteerde die haar een bed aanboden. Later deed ze vergelijkbare projecten in Egypte en Amerika. In haar eerste solo-expo in het Antwerpse Fotomuseum toont ze een andere kant van zichzelf. Volgens haar staat ze op een kantelpunt. Ze wil liever niet de geschiedenis ingaan als “dat meisje dat bij wildvreemden logeert”. In vijf nieuwe projecten waaraan ze de laatste jaren werkte, stelt ze zich ter discussie als beeldenmaker en als buitenstaander.
Sommige reeksen die Depoorter in Antwerpen toont, zijn nog niet afgerond, zoals Agata, waarvoor ze een Oekraïense volgt die ze ontmoette in Parijs, en Michael, een reeks die ze startte in 2015 over het leven van een man in Oregon. Ook nu schiet ze veel avond- en nachtbeelden. Behalve dialoog en samenwerking is het schemerduister en de grens tussen documentaire fotografie en enscenering een rode draad in haar recente werk.
Bieke Depoorter, van 26 oktober tot 10 februari in FOMU in Antwerpen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier