DE LEZER VAN ’95 SLIKT GRETIG
VANWAAR DEZE ROUTINE ?
Waarom gaat het boek van Bruno De Wever en zijn stelling over het fascistische VNV erin als zoete koek ?
Ik zie vier faktoren. De eerste faktor is een optische. De vergelijking tussen de stijl en de uiterlijke vormen van het Italiaanse fascisme en van het VNV verleidt de oppervlakkige waarnemer makkelijk tot de konklusie dat dit dan wel de fascistische stijl zal zijn. Onder meer de omslag van De Wevers boek speelt hierop in. De militaire formaties van de Tollenaere-herdenkingsmars op de Grote Markt in Brussel suggereren natuurlijk fascisme. Dit is wel een foto van 12 juli 1942, dus niet relevant voor een karakterizering van het VNV van 1933. In werkelijkheid gaat het hier trouwens niet om een fascistische maar om een militaristische stijl, erfenis van de Eerste Wereldoorlog, die kenmerkend was voor vele politieke, sociale en jeugdbewegingen in het interbellum, zijn hoogtepunt kende vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en nog een tijdje uitdeinde in de jaren ’50. Die stijl treffen we ook aan bij linkse bewegingen uit die tijd. De sociaal-demokratische arbeidersmilitie Reichsbanner Schwarz Rot Gold, de kommunistische partijmilities, de meetings voor het Plan van de Arbeid van de Belgische socialist Hendrik de Man tonen gelijkaardige uniformen en martiale optochten. In de katolieke familie deed men niet onder.
Zelfs het groeten met gestrekte arm was niet typisch fascistisch. Het gold toen als olympische groet en was heel gewoon bij sport- en turnkringen van om het even welke strekking, socialistische inbegrepen.
Een tweede faktor is de zorgvuldig in stand gehouden verwarring, in onze naoorlogse samenleving, tussen een aantal begrippen die géén synoniemen zijn, met name rechts, konservatisme, konservatieve revolutie en fascisme. Een gedeelte van het VNV koesterde duidelijk een konservatief-revolutionair en geen fascistisch gedachtengoed.
Bruno De Wever schetst trouwens in het eerste hoofdstuk van zijn boek een realistisch portret van het vooroorlogse Vlaams-nationalisme : een ideologisch amalgaam met “enerzijds een konservatief-revolutionaire anti-Belgische vleugel met een groeiende afkeer van het parlementaire overlegmodel, anderzijds een vooruitstrevend-demokratische vleugel die een federale hervorming van de Staat voorstond. Tussenin bewogen vele brugfiguren en waren er allerlei solidariteitsbanden die de twee vleugels bij elkaar hielden. De realiteit bood een verwarrende aanblik. ” (pag. 89).
Een derde faktor is de zeer wijde verspreiding, aan de universiteiten en in de media, van een stalinistisch fascisme-begrip. Fascisme is daarbij een scheldwoord om alle “personen of groepen die om één of andere reden hinderlijk schijnen te zijn voor de kommunistische plannen, in diskrediet te brengen”, zoals de bekende Britse historicus Hugh Seton-Watson het stelde.
Dit elastisch fascisme-begrip blijft tot op vandaag voortwoekeren. Vooral antifascisme ligt goed in de markt. Daarmee is dan bedoeld : anti alles wat niet extreem-links is. Uiteindelijk wordt dan zowat iedereen fascist : Reagan, de paus, papa Doc, Louis Tobback, de Navo, Gaia, enzovoort. Ernstige historici horen zich op een wetenschappelijk veilige afstand te houden van dit soort overjaarse propaganda-koncepten. Bruno De Wever schiet hier te kort.
De vierde faktor is de kollaboratie-vertekening. Een volledig onhistorische, maar wel populaire zienswijze beschouwt alle fascisten van de jaren ’30 en ’40 als kollaborateurs met de nazi-bezetting. Fout. Enerzijds waren er tal van fascisten die absoluut niet kollaboreerden. Om een paar van de meest prominente te noemen : de Luikenaar Paul Hoornaert, de chef van het autentiek fascistische Légion Nationale, omgekomen in een Duits koncentratiekamp. En Jan Baars, de leider van de Algemene Nederlandse Fascistenbond (ANFB), die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet stond. Anderzijds waren vele prominente kollaborateurs niet van fascistischen huize. We denken aan de socialistische partijvoorzitter Hendrik de Man, aan de Slovaakse voorman Mgr. Tiso, aan de Franse premier Pierre Laval, enzovoort. In Frankrijk stof genoeg voor een merkwaardig boek La Collaboration… à gauche aussi.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier