DE LEUKSTE MEID?
Dit probleem is prettig. De belangrijke Belgisch-Nederlandse maatschap van zakenadvocaten Loeff Claeys Verbeke (ongeveer 600 juristen wereldwijd, jongste Belgische omzet 1,6 miljard frank) lokt veel minnaars. De Angelsaksen willen wat met de knappe meid. De flirts kwamen boven door discussies bij Loeff Claeys Verbeke in Nederland. Zou Nederland al dan niet een huwelijksaanbod aanvaarden van de Britten Allen & Overy? Op vrijdag kwam de splitsing: 26 Nederlandse partners vormen voortaan Loyens Loeff, een combinatie van belastingadvizeurs (ex- Loyens & Volkmaars) en juristen. Bestuursvoorzitter van Loeff Claeys Verbeke België is Louis Verbeke, de strateeg van de maatschap.
LOUIS VERBEKE. De scheidingslijn bij de partners was en is de ambitie: wat wil men bereiken met Loeff Claeys Verbeke? Het is zonneklaar dat we op termijn niet verder kunnen als stand-alone. De kern van de discussies is om in de beste voorwaarden in een alliantie te treden. Wij sluiten geen verbond wegens een gebrek aan ambitie, maar precies om onze ambitie te voeden en ze nog internationaler te verwezenlijken. Daarvoor bestond bij een deel van onze Nederlandse partners koudwatervrees. Zij begonnen halverwege in paniek te raken over de voorstellen van Allen & Overy en andere Angelsaksers. Een partnerschap dwingt het management dingen naar buiten te brengen die onaf zijn. Daardoor worden in het openbaar tweestrijd en emoties geventileerd. Een anti-sfeer tegen verdere gesprekken met Allen & Overy – of tegen élke internationale fusie – kan daardoor ontstaan. Onderhandelen vanuit een sterke positie is het parool, en niet na onszelf verzwakt te hebben.
TRENDS. Brussel blijft stoïcijns, Amsterdam beeft?
Nederland voert voor de eerste maal een dergelijke concurrentieslag. Wij zijn daar op de Belgische markt aan gewend. Brussel, de Europese hoofdstad, kende een derde golf van juridische internationalisering en internationale advocatenkantoren in de aanloop naar 1992, de eenheidsmarkt. Bovendien heerst er in Nederland een gelijkheidstraditie onder de partners en bestaat een brede overlegcultuur. Dit is mooi bij goed weer; als het stormt wordt het lastig.
De strategie van Loeff Claeys Verbeke is geraakt?
Ach, strategie is een woord uit de militaire en de oude taal. Tot voor kort was het simpel. De pakketboot voer van Southampton naar New York, dat is een planningsconcept. Vandaag vaart de catamaran in de Caraïben bij een tropische storm. Dat is een souplesse-concept. Van terra incognita bestaan geen kaarten. Vroeger had je twee types van kantoren, deze die het recht kenden, en deze die internationaal een adviesproject konden managen. Vandaag vloeien de beide types samen. Geloofwaardigheid behoud je door de twee vaardigheden samen te voegen, het recht en het internationaal managen van een advies.
Loopt Allen & Overy verongelijkt weg?
Vijf tot zeven procent van de internationale affaires wordt vandaag behandeld in New York en Londen, wat kan klimmen naar twintig tot dertig procent. Elke internationale strategie begint echter op de thuismarkt. Vijftien internationale kantoren jagen op medestanders in België. Met Allen & Overy hebben we tien jaar fideel samengewerkt. Het kantoor leidt internationaal in juridisch advies voor bankiers, financiële huizen en vennootschappen. We hebben volledige toegang tot mekaars kennis, gaan samen op training en hebben gezamenlijke kantoren opgezet in het buitenland. Allen & Overy telt 43% niet-Engelse partners, met Loeff Claeys Verbeke erbij glijdt de meerderheid in de handen van niet-Engelsen. Waarschijnlijk zal minstens de vriendelijke relatie van vandaag verdergaan.
Zakenadvocaten zijn elitair?
Het pleiten met weidse gebaren en tremolo’s, het neerkijken op de klant was decennialang de traditie bij de klassieke, voornamelijk Franstalige, zakenadvocaten. De nieuwe, veelal Vlaamse, zakenadvocaten laten die traditie links liggen, hebben vaak een Amerikaanse opleiding en dus een zakelijke aanpak. Voor hen was de topadvocatuur onbekend terrein en ze opereren er als nieuwe, vindingrijke professionelen. Het is geen toeval dat de belangrijke kantoren in Brussel vandaag geleid worden door advocaten met een Amerikaanse vorming. De tijd van het briljante individu is overigens passé. De partner van morgen is niet enkel een goed jurist, maar ook een ondernemer en teammanager. Hij moet pro-actief en beter de business van zijn klanten begrijpen. Eén persoon kan nog nauwelijks de complexiteit van het zakenrecht aan. We evolueren naar een projectmatige raadgeving met steeds wisselende teams, in functie van het project.
Het recht internationaliseert. Verdampt dan de toegevoegde waarde van kantoren als Loeff Claeys Verbeke?
Het Europese recht is ingewikkelder dan het Amerikaanse. Bij ons zijn er meer verschillen dan gelijkenissen en dit zwakt niet af. Het ondernemingsrecht is een uiterst cultureel product. Terwijl de bedrijven meer en meer in een internationale context werken en dus homogeniseren, homogeniseert het ondernemingsrecht niet; het globaliseert én het regionaliseert. België heeft vandaag drie soorten milieurecht, en dat is geen uitzondering. Dat maakt Europa zwaar om kraken voor een Amerikaanse advocaat en het bezorgt de Europese advocaten een onbedoelde bescherming van hun markt.
De partnerformule valt weg bij bijvoorbeeld investment bankers en havennaties. Volgen de advocatenkantoren?
De havennaties en de investment banken hebben vandaag een grote behoefte aan kapitaal. Ondernemingen van zakenadvocaten worden ook kapitaalintensiever, maar de verhouding is niet zo drastisch omgedraaid. Onze kosten zijn voor 10% het vastgoed, voor 10% de informatica en voor 80% de mensen. De beste juristen worden aangelokt door de partnerschapformule, want zij weten dat ze mee het beleid bepalen, geen huurling zijn. McKinsey en Arthur Andersen blijven ook succesvolle partnerschappen. Partnerschappen moeten veeleisender worden, in eerste instantie naar hun vennoten toe. Voor medewerkers was ons systeem tot nog toe up or out, je werd beter of je stapte weg op een vriendelijke wijze. Nu stellen we vast dat niet iedereen meer partner wil worden. We innoveren met deeltijdse partnerschappen, bijvoorbeeld voor 80%.”
FRANS CROLS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier