De lente kriebelt

Het jongste Nasdaq-succes van Xeikon en Lernout & Hauspie doet de appetijt van beleggers en investeerders in Belgische groeibedrijven stijgen. Krijgt België eindelijk zijn professionele markt voor durfkapitaal ?

Het lijkt wel lente voor durfkapitalisten in België. Vorige dinsdag, 19 maart 1.15 p.m. lokale tijd ( eastern time) reef het Antwerpse Xeikon 64,8 miljoen dollar of 1,94 miljard frank binnen op de Amerikaanse groeibeurs Nasdaq. Het aandeel, in de VS gekend onder het (ticker)symbool XEIKY, opende aan 15 dollar en eindigde zijn eerste beursdag tegen een slotkoers van 20,125 dollar : een stijging met 34 %. Xeikon is de tweede succesvolle Belgische IPO ( initial public offering) op de Nasdaq op rij.

Drie maanden geleden brak de Ieperse spraakspecialist Lernout & Hauspie Speech Products ( LHSP) de ban. Zijn beursintroductie in de VS leverde het bedrijf toen 54,9 miljoen dollar of 1,65 miljard frank op. Sindsdien is de koers van het aandeel blijven stijgen nu al met meer dan 200 %. LHSP prijkt vandaag in de “top-20” van de best presterende aandelen die in de loop van ’95 op de Nasdaq werden gebracht (zie tabel).

Een derde Belgische Nasdaq-introductie is in de maak. Sipex, een halfgeleiderproducent met thuisbasis in Massachusetts en een 98,2 %-dochter van Tractebel, wil volgende week 1,786 miljoen aandelen op de beurs brengen. Slaagt die operatie, dan haalt het bedrijf 15,8 miljoen dollar (of 474 miljoen frank) vers geld binnen.

LOCOMOTIEF.

Heeft België eindelijk de weg naar het internationale durfkapitaal gevonden ? “Er is momenteel een enorm aanzuigeffect aan de gang,” zegt Pol Hauspie van LHSP. “Mijn Amerikaanse investeringsbankiers vertellen me dat een heel aantal Belgische beleggers, die met onze beursintroductie de boot hadden gemist, nu massaal op aandelen van Xeikon hebben ingetekend. LHSP was de locomotief die de kooplust op gang trok. Ik ben daar erg trots op.”

Ook Louis Verbeke, partner bij het advocatenbureau Loeff Claeys Verbeke, dat de IPO van Lernout & Hauspie op juridisch vlak begeleidde, beaamt : “Er waait een nieuwe wind. Zelfs tot in het parlement is het besef doorgesijpeld dat je bedrijven op zelfstandige wijze moet laten doorgroeien. Dit is verankering in de ruime zin.”

Hij verwijst naar artikel 46 van de vennootschapswet. Deze wetsregel verbood tot voor kort elke verhandeling van aandelen vóór hun officiële registratie of op een voorwaardelijke ( when issued) basis. Nochtans is dit op de Nasdaq courante praktijk : de aandelen wisselen er al vóór de notering duchtig van eigenaar. Het artikel dat vooral “windhandel” of speculatie wilde voorkomen had tot gevolg dat Vlaamse bedrijven zoals PGS (biotech) of Xeikon via Nederland hun notering op de Nasdaq gingen voorbereiden. Na amendering in het parlement werd de verbodsbepaling vorig jaar afgevoerd.

Een ander signaal is het voorstel van Vlaams minister van Economie Eric Van Rompuy ( CVP) om een overheidswaarborg voor durfkapitaal in kmo’s in te voeren. “Juich ik ten zeerste toe,” zegt Louis Verbeke. “Een zelfde regeling werd een kwarteeuw geleden in Nederland ingevoerd en heeft daar in sterke mate bijgedragen tot de professionalisering van de markt voor risicodragend vermogen.” Het valt inderdaad op dat Nederland eind ’95 meer dan 12 bedrijven op de Nasdaq telde goed voor 16 % van het totale aantal Europese IPO’s.

Stilaan maar zeker voelen investeerders in België nu ook hun Nasdaq-appetijt aanzwellen. Het mooiste voorbeeld is Isep, het risicokapitaalfonds van de ASLK-bank. Dit fonds investeerde in ’88 welgeteld 43,2 miljoen frank in de opstart van Xeikon. Vorige week verzilverde Isep 17 % van zijn aandelenpakket op de Nasdaq en reef hiermee 156 miljoen frank binnen : een winst van 261 %. En de resterende aandelen (minstens 5,2 %) die het fonds nu nog in Xeikon bezit, zijn aan de huidige beurskoers (20 dollar) zo’n 920 miljoen frank waard of twee maal het eigen vermogen van Isep.

Ook de Gimv lijkt op een goudader te zijn gestoten. Het overheidsfonds trad in ’94 in Xeikon binnen en investeerde hiervoor 120 miljoen frank. Vorige week verkocht het 17 % van zijn aandelen voor 51 miljoen frank. Het resterende aandelenpakket (1,8 %) is vandaag zo’n 320 miljoen frank waard. Maar wat nog meer tot de verbeelding spreekt, is de 11 % participatie van de Gimv in Lernout & Hauspie. Het fonds betaalde hiervoor in het verleden zo’n 200 miljoen frank. Vandaag, anno ’96, heeft dit belang een (theoretische) waarde op de beurs van 55,2 miljoen dollar of 1,7 miljard frank.

WINST.

“De Nasdaq teert op perspectief,” zegt Bruno Accou van Indosuez, een investeringsbankier die zowel bij de succesvolle IPO van Xeikon als Lernout & Hauspie was betrokken. “Daarom kijken we uit naar groeibedrijven. De structuur van de resultatenrekening moet zodanig zijn dat ze op termijn uitzicht biedt op een meer dan behoorlijke winstprestatie : zoals een profit of sales van 15 tot 25 %. Een bedrijf dat een nettowinst draait van 3 tot 5 % op de omzet is geen bedrijf voor de Nasdaq.”

Hoeveel beloftevolle groeiers beantwoorden in België aan dit profiel ? “Ik zie nog 3 tot 5 andere kandidaten die rijp zijn voor een eventuele Nasdaq-introductie,” aldus Bruno Accou. “En ze zijn vooral actief in de hightech.” Marc Van Acoleyen, van het durfkapitaalfonds Ceneca Invest ( Cera-bank), wil zich niet vastpinnen op IT, telecom of biotech. Hij ziet het breder. Van Acoleyen : “Heel wat Vlaamse bedrijven zijn op zoek naar een Europees platform voor de versteviging van hun kapitaalbasis. Zij volgen met interesse de mogelijke opstart van de Easdaq een Europese variant van de Nasdaq. Concreet ken ik zo’n vijftal Vlaamse firma’s die een notering op de Easdaq zouden willen overwegen.” Drie ervan zijn, volgens Van Acoleyen, actief in (respectievelijk) de magazijninrichting, de media en de elektronica. De twee overige verdelen consumentengoederen.

Voor sommige Vlaamse groeibedrijven is de Nasdaq eventueel met koppeling aan de Easdaq een geschikter scenario. Zo draaide het Gentse Innogenetics, een specialist in diagnostica, vorig jaar 657 miljoen frank omzet met 213 werknemers. “Daarmee prijken we op de 23ste plaats van alle biotechbedrijven wereldwijd,” zegt Rudi Mariën, voorzitter van de raad van bestuur van Innogenetics. “Een IPO op de Nasdaq zou dus voor ons een evidente opportuniteit zijn. Maar er is nog geen formele beslissing genomen.”

Ook Plant Genetic Systems (PGS) houdt zijn optie op de Nasdaq gaaf. In maart ’94 diende het bedrijf via zijn Amsterdamse holding PGS International een aanvraag in bij de Amerikaanse beurscommissie ( SEC) voor de publieke uitgifte van 3 miljoen aandelen aan 12 à 14 dollar het stuk (zo’n 42 mio dollar of 1,3 miljard frank in totaal). “We hebben de vraag naar aandelen van PGS nooit effectief kunnen uittesten,” zei gedelegeerd bestuurder Walter De Logi vorig jaar aan Trends (25 mei ’95). Toen PGS zijn roadshow startte, verhoogde de Amerikaanse Federal Reserve Bank voor het eerst in 4 jaar de rentevoet op korte termijn. Daardoor klapte het venster voor de beursintroductie van PGS dicht.

Maar uitstel is geen afstel. “De marktomstandigheden ogen vandaag opnieuw gunstig,” klinkt Kevin O’Brien, hoofd van de investeringsrelaties bij PGS, hoopvol.

SCENARIO.

PGS en Innogenetics zijn niet de enige Belgische technobedrijven die reikhalzend uitkijken naar een introductie op de Nasdaq en/of Easdaq. “Zo’n beursscenario lijkt me zeer realistisch. Ik mik op een termijn van twee jaar,” zegt Jan Callewaert van Option International, gespecialiseerd in de aanmaak van PCMCIA-kaarten voor mobiele computergebruikers een wereldwijde groeimarkt.

Ook Michel Akkermans, van het Zaventemse FICS, denkt in dezelfde richting. “Vóór mijn veertigste dus binnen 5 jaar wil ik publiek genoteerd zijn,” maakt hij zich sterk. Vorige zomer nam het Amerikaanse risicokapitaalfonds General Atlantic Partners ( GAP) een 20 %-belang in FICS. “Dit is een eerste belangrijke stap,” aldus Akkermans. FICS ontwikkelt softwaresystemen voor elektronisch bankieren en financiële rapportering. Het cliënteel vooral banken en multinationals is internationaal.

Een andere Nasdaq-kandidaat is WaveResearch uit Sint-Katelijne-Waver. “Wereldwijd hebben we nu 250.000 versies verkocht van FileWave, ons softwareproduct voor netwerkbeheer,” zegt Paul Carpentier. ” Apple levert het product nu standaard op al zijn servers. De aanpassing van FileWave aan de Windows-markt, is onze volgende uitdaging in ’97 zullen we hiermee klaar zijn. Dan gaat de derde fase in : de massieve marketing van ons product. Een IPO lijkt me dan dé ideale manier om hiervoor de nodige fondsen bijeen te harken.”

Icos, actief in de aanmaak van visie- of inspectiesystemen voor de halfgeleiderindustrie, lijkt dit stadium nu te hebben bereikt. Het bedrijf staat voor een explosieve groeiperiode : dit jaar wordt gemikt op een omzet van 1,375 miljard frank (55 % hoger dan in ’95). “Het grote risico is nu achter de rug,” zei Jos Verjans onlangs in Trends (29 febr. 1996). “Onze mogelijkheden voor autofinanciering zijn nog steeds aanzienlijk. We blijven tuk op onze onafhankelijkheid. Maar een beursgang sluit ik op termijn niet uit.”

Voor veel Belgische groeibedrijven is die zelfstandigheid nog altijd een gevoelig punt. Zegt Pierre De Muelenaere, van het softwarebedrijf Iris uit Louvain-la-Neuve : “Ons businessmodel is altijd geschoeid geweest op zelffinanciering. We zijn voorzichtige groeiers. Zo wil ik dit jaar een 20 %-stijging van onze verkoop realiseren, zónder ons marketingbudget gevoelig op te peppen.” Iris verwierf internationale bekendheid met zijn IrisPen, een stift voor de scanning van teksten in computerbestanden. Fabrikanten zoals Compaq, HP, Packard-Bell en Dell willen dergelijke scanningtechnologie standaard in hun pc’s inbouwen. De wereld wenkt, maar De Muelenaere blijft nuchter. “Mijn antwoord op een Nasdaq-introductie is ja, maar dan pas binnen 2 tot 3 jaar.”

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content