De leerrijke rapporten van de BIB
De rapporten gepubliceerd door de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) bieden altijd een schat aan informatie.
Dat de rapporten van de BIB massa’s interessante informatie bevatten, blijkt ook uit het recentste jaarverslag. Om te beginnen, geven de algemene statistieken en hun beschrijving een nuchtere kijk op de bancaire toestand in de economische omgeving. Daarnaast wordt er informatie geput uit de eigen rekeningen van de BIB over de wijze waarop centrale banken de crisis aanpakken. De BIB fungeert immers als de centrale bank van de centrale banken.
De budgettaire tekorten van de belangrijkste industrielanden verslechteren zienderogen. Wanneer de totale staatsschuld vrij laag staat (onder 50 % van het bbp), blijkt de stijging het sterkst. Het overgrote deel van de schulden is opgenomen door het bankwezen. In haar kwartaalrapport publiceert de BIB een overzicht van het houderschap van de schuld van de vier meest geteisterde lidstaten van de eurozone (Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje). De Franse banken blijken bijzonder sterk te zijn blootgesteld aan Griekse, Ierse en Spaanse schuld. De Duitse banken hebben blijkbaar een voorliefde voor Ierse en Spaanse leningen. De Britse lopen vooral gevaar met Ierse leningen.
Amerikaans risico
Het merkwaardigste uit het rapport is echter de bijdrage van de Amerikaanse banken. Hun aandeel is systematisch kleiner dan dat van de Europese banken, maar het overgrote deel ervan bestaat uit afgeleide producten. Zo bedraagt het totaal aan vorderingen van Amerikaanse bankinstellingen tegenover Spanje zowat 180 miljard dollar, tegenover 200 voor Duitsland en 250 voor Frankrijk, maar twee derde van dat totaal bestaat uit afgeleide producten, dus uit gestructureerde leningen en andere swapovereenkomsten. Het risico is dan ook navenant.
Een andere vaststelling in het jaarverslag is de gemiddelde looptijd van de uitstaande staatsschuld. We hadden kunnen hopen dat de verschillende schatkisten gebruik zouden hebben gemaakt van de relatief lage rentestand om hun uitstaande schulden op een langere termijn te consolideren. Daar is jammer genoeg niets van terechtgekomen. De gemiddelde duur krimpt overal in of is op zijn best stabiel gebleven, behalve voor Ierland, Italië en Griekenland, waar hij er merkwaardig genoeg lichtjes op vooruitging.
Uit de rekeningen van de BIB zelf maken we op dat de banken het afgelopen jaar 346 ton goud met de BIB hebben geswapt voor een tegenwaarde van 14 miljard dollar. De BIB vertelt nergens welke banken bij die overeenkomsten betrokken zijn, noch wat de duur van het contract is. De BIB wil alleen kwijt dat het afgestane goud bij aangesloten centrale banken gedeponeerd werd.
Het merkwaardige van die bevinding is dat de banken hun goud liever in pand geven dan het te verkopen. Dat zegt veel over de betrouwbaarheid die ze aan deviezen, meer bepaald de dollar, toedichten. De fysieke levering toont ook aan dat de BIB zelf geen vertrouwen heeft in de solvabiliteit van de banken. De geringe omvang is echter een vraagteken. Banken hebben immers heel wat meer nodig dan een schamele 14 miljard dollar.
De vaststelling is echter niet onopgemerkt gebleven. De prijs van een ons goud zakte meteen onder 1200 dollar en wakkerde massale aankopen door Aziatische investeerders aan. Marktanalisten vermoeden dat een deel van het goud afkomstig is van het Internationaal Monetair Fonds. Dat is mogelijk, maar weinig waarschijnlijk. Hoe dan ook, de gebeurtenis toont nogmaals aan dat de financiële crisis nog zeker niet voorbij is en dat de banken alle mogelijke middelen aanwenden om aan vers geld te geraken. (C)
Door Jean-Pierre Avermaete
De financiële crisis is nog niet voorbij en banken wenden alle mogelijke middelen aan om aan vers geld te geraken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier