De laatste kans voor het ANC
President Cyril Ramaphosa moet de Zuid-Afrikanen ervan overtuigen dat zijn partij het leiderschap nog verdient.
In 1994 stonden miljoenen Zuid-Afrikanen van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat in de rij voor de eerste democratische verkiezingen in de geschiedenis van hun land. Vijfentwintig jaar later is het leven voor de gewone burger er in veel opzichten op vooruitgegaan. Het gemiddelde inkomen per huishouden is in reële termen met bijna een derde gestegen. Het autobezit is verdubbeld. De kans dat een kind sterft voor het vijf jaar oud is, is met 40 procent gedaald. Het moordcijfer is bijna gehalveerd.
Toch is het optimisme van 1994 vervlogen. Onder Jacob Zuma, die van 2009 tot februari 2018 president was, verviel Zuid-Afrika tot een kleptocratie. De groei slabakte, de schuld uitgedrukt in percentage van het bbp steeg pijlsnel en de werkloosheid klom van 23,7 naar 27,5 procent. Het moordcijfer begon ook weer op te lopen.
Veel Zuid-Afrikanen hebben zich afgewend van het Afrikaans Nationaal Congres, de partij die de strijd tegen de apartheid geleid heeft en sinds 1994 aan de macht is. Bij de gemeentelijke verkiezingen van 2016 haalde het ANC 54 procent van de stemmen, terwijl dat bij de nationale verkiezingen van 2014 nog 62 procent was. Vroegere aanhangers bleven thuis of kozen voor een oppositiepartij, zoals de liberale Democratische Alliantie of de Economische Vrijheidsstrijders (EFF), dat een giftige mix van marxisme en zwart nationalisme predikt.
Economie redden
Dat was de nalatenschap voor Cyril Ramaphosa toen hij in februari aantrad als president. Hij heeft enkele door Zuma gecorrumpeerde instellingen uitgemest en het presidentschap weer een fatsoenlijke uitstraling gegeven. Maar de economie verkeert nog in grote problemen. Ze is in de eerste helft van 2018 in recessie gegaan. En het ANC is nog verdeeld.
Ramaphosa’s aanhangers zeggen dat hij het ANC 60 procent van de stemmen moet bezorgen bij de parlementsverkiezingen in 2019 om een mandaat te verdienen waarmee hij zowel de partij als het land kan hervormen. Een nieuwe krappe meerderheid zou betekenen dat hij onder druk komt te staan van schurken uit het tijdperk-Zuma, die uit zijn op zijn afzetting, of van concurrenten zoals vicepresident David Mabuza, die de omverwerping van Zuma heeft helpen te orkestreren. Als het ANC er niet in slaagt een meerderheid te halen – iets wat ooit ondenkbaar was – dan zou dat tot de eerste noodzakelijke coalitie leiden sinds de komst van de democratie.
Bij zijn campagne moet Ramaphosa een wankel evenwicht bewaren. Om interne critici en EFF-aanhangers gunstig te stemmen, praat hij over een “radicale economische transformatie”, zoals een landhervorming. Tegelijkertijd benadrukt hij bij bondgenoten in het bedrijfsleven dat hij niets zal doen dat de economie kan schaden. Ramaphosa heeft een ruime ervaring als vakbondsleider, ANC-onderhandelaar en zakenman en probeert voor iedereen al die rollen te vervullen.
Als iemand deze taak kan volbrengen, dan wel hij. Maar zelfs als Ramaphosa een ruime verkiezingsoverwinning boekt, is dat pas het begin van de zware strijd om de problemen van Zuid-Afrika op te lossen.
De auteur is correspondent Afrika van The Economist
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier