De kop uit het zand

Net voor de Azië-crisis nestelde het gespecialiseerde zandbedrijf Sibelco zich in China, Taiwan en Indonesië. Nu de ‘Tijgers’ zich herpakken, buigen ze zich in het Antwerpse hoofdkwartier over nieuwe investeringsplannen voor de regio.

Cikarang (Indonesië).

In een moderne industriële wijk van groot-Jakarta staat één van de meest geavanceerde kwartsmeelfabrieken uit de Antwerpse Sibelco-groep. Met zijn 45 miljard frank omzet wereldwijd en 120 fabrieken in 27 landen is Sibelco een wereldleider in grondstoffen voor sanitaire producten, wandtegels, tafelporselein en de glasindustrie (zie Trends, 13 november 1997). General manager Chan Hock Lye wijst naar het uitbreidingspotentieel op het nog grotendeels braakliggende terrein. Op de klaargegoten betonnen sokkels kunnen snel bijkomende installaties worden aangebracht. De fabriek werd volledig ontworpen door de engineeringafdeling van Sibelco in Mol – een investering van een half miljard Belgische frank.

Volg de klant.

PT. Sibelco Lautan Minerals (40% Sibelco-België, 40% de Amerikaanse Sibelco-dochter Unimin Corp. en 20% PT. Lautan Luas) draait sinds het opstarten begin 1999 op 30%, maar stevent dit jaar af op een 80%-benutting van de 40.000 ton jaarcapaciteit. “De lokale keramiekindustrie zwengelt aan en denkt zelfs aan expansie,” weet Chan Hock Lye. Ook Indonesië kruipt langzaam overeind (zie kader).

Het groene licht voor een productie in Indonesië kwam net voor het uitbreken van de Azië-crisis, toen in Jakarta wolkenkrabbers letterlijk uit de grond rezen. Walter De Jonghe, algemeen directeur van Sibelco, noemt het de juiste beslissing. Om drie redenen: “Europa is een mature markt met beperkte expansiemogelijkheden. Oost-Azië is een groeimarkt. Ondanks de crisis. Als wereldgroep lag daar voor ons nog blank terrein, waarin we ons bovendien moesten engageren om te beletten dat onze export onder druk zou komen. En in een goede klant-leverancierrelatie konden we niet achterblijven: klanten vestigen zich in Oost-Azië, we gaan dus mee.”

Afnemers in Indonesië zijn onder meer de Belgische bouwgroep Etex en de Amerikaanse keramiekproducenten Ferro en American Standard.

Netwerk in Oost-Azië.

Midden de jaren ’90 realiseerde Sibelco de helft van zijn omzet in Europa; Noord- en Zuid-Amerika namen 40% voor hun rekening, Azië zo’n 10% (vanuit Europa of Amerika). Tegen 2005 streeft de Vlaamse multinational naar een omzetverdeling van respectievelijk 40-40-20 – de verdubbeling in Azië moet komen van lokale productie.

In 1995 werd geopteerd voor een aanwezigheidpolitiek in Oost-Azië. Na drie jaar prospectie viel de keuze op China, Taiwan en Indonesië. In China werd een staatsbedrijf gekocht en gemoderniseerd, in Taiwan en Indonesië wordt samengewerkt met lokale privé-partners.

Terwijl deze drie investeringen op kruissnelheid komen, buigt Sibelco zich met kleiproducent Watts Blake Bearne (WBB) over bijkomende productievestigingen in China, Indonesië en elders in de regio. Het Britse WBB werd eind vorig jaar 100% Sibelco en heeft ook vestigingen in het Verre Oosten.

Algemeen directeur Walter De Jonghe blijft discreet. Naast kwartsmeel denkt Sibelco eraan om in Azië ook andere mineralen ten behoeve van de keramiek- en glasindustrie te gaan produceren.

e.b.