DE KLEUREN VAN HET POINTILLISME
Met een honderdtal werken van Seurat en Signac, maar ook van Cross, Luce, Pissarro, Van Rysselberghe of Lemmen toont de Fondation de l’Hermitage in Lausanne een elegant panorama van het pointillisme.
Het is een benaming met varianten: pointillisme, postimpressionisme en divisionisme zijn de meest courante. Maar achter de etiketten drukken deze schilders alle vurigheid uit van het licht. Ze vertegenwoordigen een nieuwe esthetica, bepleit door Georges Seurat. De Fondation de l’Hermitage wenste geen tentoonstelling die gewijd zou zijn aan deze of gene grote meester van het pointillisme. Ze toont liever hoe Franse, Belgische en Nederlandse schilders vanaf 1884 een nieuwe picturale stroming tot bloei brachten. Alles vertrekt van een technisch vraagstuk. Seurat, die de wetenschappelijke kleurentheorieën van de fysicus Chevreul had bestudeerd, kwam op het idee om zijn kleuren op het doek naast elkaar te plaatsen in plaats van ze te mengen. Met kleine stippen – “petits points” – schikte hij ze zo dat het totaalbeeld de kleuren op het netvlies van het oog deed versmelten. Met “Un dimanche à la Grande Jatte”, het resultaat van een groot aantal studies, nam Seurat afstand van het impressionisme… en veroorzaakte hij een groot schandaal.
Tal van schilders sloten zich bij hem aan, onder wie Paul Signac, Charles Angrand, Henri-Edmond Cross, Maximilien Luce en, in België, Theo Van Rysselberghe, Georges Lemmen, Henry Van de Velde. In het tijdschrift L’Art Belge sprak criticus Félix Fénéon, een trouwe verdediger van de beweging, over neo-impressionisme, terwijl anderen de spotnaam confettisme hanteerden. Na de dood van Seurat in 1891, op erg jonge leeftijd, nam Signac met strakke hand de fakkel over. Hij benadrukte de techniek van de kleurenverdeling, zoals onder meer blijkt uit “Entrée du port de Honfleur (1899)”, symbolisch verlicht door een regenboog. Een andere grote kunstenaar, Cross, schilderde idyllische landschappen van de Midi en bevolkte zijn aards paradijs met mannen en vrouwen (“Bords méditerranéens”, 1895). Eveneens van zijn hand is een verbazende “Naufrage” (1906) en, van Charles Angrand, een prachtig zicht op de Seine, dat met zijn extreme nuances bijna abstract wordt. Naast de boegbeelden zijn ook andere representatieve kunstenaars vertegenwoordigd, zoals Pourteau, Petit-Jean, Couturier, Pissarro, Matisse, Metzinger, Van Dongen en zelfs Picabia. Deze erg mooie tentoonstelling presenteert ook minder bekende schilderijen (La Colline Bleue van Hayat) en werken op zwaar papier, een geliefd medium van Seurat en Signac, dit alles in een vrijwel ideaal herenhuis: een verblijdende artistieke uitstap.
( A.Delaunois)
Pointillisme. Sur les traces de Seurat, Fondation de l’Hermitage, route du Signal 2, 1000 Lausanne 8. Tot 1 juni, van 10 tot 18 uur, maandag tot zondag. Tel.: (0041) 21.312.50.13.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier