De kleren maken de spoorwegman

De 5500 personeelsleden van de NMBS krijgen een nieuw pak. Het ontwerp is van de bekende modeontwerper Olivier Strelli. UDC Corporate Fashion rijfde het contract van 11 miljoen euro binnen.

Stijlvol grijs en hip oranje, dat zijn de kleuren die het komende decennium treinen en stations domineren. UDC maakt de kleren voor het spoorwegpersoneel en ziet daarmee een trouwe relatie bevestigd. De NMBS was een van zijn belangrijkste klanten, maar vorig jaar kwam er een Europese aanbesteding.

“Daar mag iedereen aan deelnemen”, legt gedelegeerd bestuurder Ivo De Bisschop uit. “Eerst moet je een voorstel op papier indienen, met daarin het model, je materiaalkeuze en de prijs. In een tweede selectieronde werk je de tekeningen uit en mag je de eerste prototypes tonen. Een grote groep mensen mag vervolgens zijn stem uitbrengen en een winnaar kiezen.”

UDC werd verkozen om het grootste contract in zijn sector uit te voeren. “We zullen 5500 mensen – 80 procent mannen, 20 procent vrouwen – van kop tot teen kleden. De waarde hangt af van hoeveel mensen er de komende jaren bij de NMBS werken. We schatten het project op 11 miljoen euro voor de totale duur van het contract.” Vanaf oktober is het spoorpersoneel in zijn nieuwe UDC-plunje te bewonderen.

Crisis werpt zijn schaduw vooruit

Tijdens de draagtest hebben 25 mensen drie maanden met de nieuwe modellen kennis kunnen maken. Alle opmerkingen, aandachtspunten, reacties van collega’s en het publiek werden gehoord. Binnenkort kan het echte werk starten.

“In een eerste fase starten we met de maatopname van alle 5500 betrokken NMBS-medewerkers. Daarvoor gaan we de komende drie maanden langs op diverse locaties. In onze camionette zitten alle artikels in alle mogelijke maten, van bijzonder klein tot supergroot. Zo kan iedereen passen wat hem of haar het best zit en is er achteraf geen discussie mogelijk. Zodra ongeveer de helft van de uniformdragers opgemeten is, starten we de eigenlijke productie. Een laatste stap is de aflevering van het uniform op het thuisadres van elke drager. Met ons tracing & tracking-programma kunnen we de verschillende colli’s volgen.”

De maatopname gebeurt met laptops voorzien van onlinedatakaarten, zodat alles meteen in het systeem zit en gegevens niet meer overgeschreven moeten worden. Het is slechts een van de investeringen van het bedrijf. “In 2006 lieten we een consultant een jaar alle processen analyseren en optimaliseren. We hebben onze software geautomatiseerd en onze strategie en visie duidelijk zichtbaar gemaakt. Het resultaat was dat we erin slaagden goede orders binnen te halen en meer volume betekent nu eenmaal meer rendement”, zegt De Bisschop.

Die inspanningen hadden een grote impact op het bedrijf. Het bedrijfsresultaat steeg van 32.727 euro in 2005 naar 407.044 euro in 2007. Bovendien heeft het bedrijf de voorbije twee jaar niet echt onder de economische crisis geleden. “Bepaalde collega’s hebben het heel moeilijk, maar wij maken een mooie winst. Die sterke positie hebben we onder andere te danken aan het feit dat 80 procent van onze klanten overheidsinstellingen zijn en slechts 20 procent grote bedrijven. Toch hebben ook wij te maken met de crisis, we voelen de druk vanuit de markt. Als alle anderen hun prijzen laten zakken, dan moeten wij mee. We proberen de gulden middenweg tussen een lage prijs en hoogstaande kwaliteit te bewaren.”

Een anorak met ingewerkte kap en uitneembare binnenvoering, een sjaaltje met clips, hemden en bloezen met een oranje streep, subtiele knopen met een grijze bovenkant en oranje onderkant, een kepie met dubbele bodem. Bij het ontwerp stonden kwaliteit en functionaliteit centraal. “Logisch toch. Wij kunnen iedere morgen opstaan en aantrekken waar we zin in hebben, maar zij moeten alle dagen hetzelfde aantrekken. Daarom is het ook zeer belangrijk dat ze zich er goed in voelen. Voor een optimale functionaliteit werken wij samen met de Hogeschool Gent. Wij gaan met de klanten rond de tafel zitten en bespreken de stoffen, temperaturen, regendichtheid, comfort, onderhoud.”

Maar zeven werknemers

De Bisschop groeide met zijn twee broers en zus op in een grote kledingzaak. Op zijn tiende verkocht hij al zijn eerste das. De liefde voor textiel is hem met de paplepel ingegeven. UDC is een familiebedrijf dat vroeger vooral gespecialiseerd was in maatkledij. Begin jaren zeventig nam vader De Bisschop een uniformenbedrijf over om minder seizoensafhankelijk te zijn en zijn mensen het hele jaar door aan het werk te kunnen houden.

Na zijn marketingopleiding, een jaar coupeschool en een jaar kostuums maken in het eigen atelier, stapte Ivo De Bisschop eind jaren zeventig in het bedrijf. Na een tijdje merkte hij dat de producten onvoldoende aangepast waren aan de prijsbehoefte van de markt en dus werd de overschakeling gemaakt van artisanaal naar industrieel produceren. Een volgende stap was de uitbesteding van een deel van de productie, eerst in het binnenland, dan in buurlanden. Intussen zit de hele productie verspreid over Europa.

Naast De Bisschop en zijn vrouw werken er maar zeven mensen bij UDC, maar het klantenlijstje is wel bijzonder uitgebreid. De Europese Commissie, het Museum voor Schone Kunsten Brussel, de Antwerpse stadsschouwburg, Club, Colmar of Kinepolis. “We werken niet meer voor particulieren, maar dat hoeft niet te betekenen dat Jan met de pet onze producten niet kan kopen. Een bedrijf als de NMBS kan besluiten om de prachtige sjaal met motieven rond hun logo, het handelsmerk van Olivier Strelli, in grote aantallen bij ons aan te kopen en die dan aan te bieden aan het grote publiek.”

Door Annick Claus/Foto Michel Wiegandt

“Wij kunnen iedere morgen opstaan en aantrekken waar we zin in hebben, maar zij moeten alle dagen hetzelfde aantrekken” Ivo De Bisschop, UDC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content