De Kleine Zavel
Van trendy fusionrestaurant tot vaste waarde.
De meeste trendy eethuisjes zijn geen lang leven beschoren. Wat vandaag ín is, wordt morgen alweer genegeerd. Een leger hongerigen zoekt steeds weer nieuwe sensaties op, en daarbij primeren het decor en het sfeertje vaak op de kwaliteit van de bordinhoud.
Toch zijn er, in dit woelige klimaat, af en toe nog adressen die uitgroeien tot vaste waarden. Een voorbeeld is De Kleine Zavel in Antwerpen, een restaurant dat zo’n vier jaar geleden zijn deuren opende. Het is een project van kok Carlo Didden en vennoten, die ook de eigenaars zijn van ‘t Sandt, een hotel- en congrescentrum aan de andere kant van de straat. Oorspronkelijk verzorgde De Kleine Zavel de catering voor ‘t Sandt, terwijl het hotel gasten stuurde naar het restaurant.
De Kleine Zavel heeft zijn onderkomen in een oud logementshuis. Het interieur met houten vloeren en hoge plafonds is bewust versleten gehouden en om het gevoel van vrijheid te accentueren staan er kisten leeggoed naast de buitendeur. Chef-kok Carlo Didden is geen beginner. Hij leerde koken in modieuze Antwerpse eethuizen zoals Pottenburg en Hippodroom en was zeven jaar lang de kok van Metallurgie. In De Kleine Zavel begon Didden als een van de Antwerpse pioniers van de fusion kitchen, waarbij stijlen en technieken uit alle hoeken van de wereld in creaties worden bijeengebracht. Beetje bij beetje boog hij de wereldkeuken om tot een zuiderse keuken, met eenvoudige maar smakelijke en vermakelijke bereidingen op basis van verse kruiden en groenten, eersteklas vis en grote stukken vlees. In De Kleine Zavel wordt gekokkereld met een beperkt repertoire aan producten, die op verschillende manieren worden bereid en in uiteenlopende verschijningen op het bord terugkomen. Behalve de gerechten op de spijskaart vindt u er dagelijks een vijftal seizoengebonden voor- en hoofdgerechten als suggesties. De Kleine Zavel wordt ‘s middags en ‘s avonds druk bezocht. Het kan er dan rumoerig aan toe gaan.
Wij werden bijgestaan door jong en enthousiast personeel en kozen een Lar de Lares, reserva Tempranillo, Garnacha, Ribera del Guadiana als makkelijke, Spaanse verleider (26 euro). Er kwamen twee voorgerechten: carpaccio van tonijn met oosterse kruiden, zoetzure komkommer en een minder geslaagde wasabi-mayonaise (11,50 euro) en ‘flashy’ gepresenteerde maar machtige rozemarijn crostino van repen getoast brood met zachte geitenkaas, rozijnen, gedroogde spekrepen en een siroop van rode wijn (9,50 euro). Hoofdgerechten waren: lendenribstuk met smakelijk maar pezig vlees, opgediend met zwarte peper, zachte knoflook, raketsla en rode-wijnsaus (15,50 euro) en gepocheerde kabeljauw met grijze garnalen, spinazie en geplette aardappel en bloemkool (15,50 euro). Omdat het zo gezellig was, vroegen we ook nog een nagerecht: een frisse, bitterzure combinatie van in glas gepresenteerde bloedsinaasappel in Campari met vruchtensorbet van sinaasappel en roomspuma (een schuimige saus) met het parfum van kaneel (6,50 euro).
Pieter van Doveren [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier