De Kempenaar die 35 miljoen waard is
Halfweg de jaren vijftig was de Kempen een zwart gat, een ingedommeld stukje Vlaanderen waar de economie het moeilijk had en de honger naar jobs groot was. Elektronicagigant Philips koos in 1955 Turnhout als vestigingsplaats voor een nieuwe lampenfabriek omdat de loonkosten er lager waren dan elders in Europa. Later zou Philips ook naar Hongarije en China trekken, maar de fabriek in Turnhout staat er nog steeds.
Directeur Henk Coppens mocht vorige week zelfs aankondigen dat het Nederlandse hoofdhuis 35 miljoen euro investeert in de Kempense vestiging, goed voor enkele nieuwe machines en het behoud van de 2500 arbeidsplaatsen. Zo kan Turnhout zich verder toeleggen op zijn specialiteit: verlichting voor straten en pleinen, historische gebouwen en winkelpanden. De nieuwe machines beloven lampen die langer meegaan en minder energie verbruiken.
“Sinds zijn aantreden heeft Coppens Philips Turnhout op korte termijn weten over te schakelen van een productiesite naar een innovatiecentrum. Daarmee is de vestiging een voorbeeld voor alle KMO’s in de regio en zelfs in Vlaanderen,” klinkt het lovend uit de mond van Paul Jacobs, regiodirecteur van de werkgeversorganisatie VKW Kempen.
De fabrieksdirecteur van het hooggespecialiseerde innovatiecentrum in Turnhout is tegelijkertijd verantwoordelijk voor de Chinese gloeilampenfabriek van Philips in de buurt van Sjanghai, waar routinetaken uitgevoerd worden. Een schizofrene taakverdeling die van hem zeker geen groot theoreticus over delokalisering gemaakt heeft. Integendeel: Coppens is in de eerste plaats een pragmaticus die goed beseft waar het voor Turnhout om draait: “Philips kiest alleen voor deze fabriek als het geen andere keuze heeft. Zodra je jezelf alleen nog kunt onderscheiden door de kostprijs waartegen je iets produceert, houdt het voor ons op,” klinkt het. “Hij denkt altijd een paar stappen vooruit,” aldus Jo Robrechts, gangmaker van het Strategisch Plan Kempen.
Na zijn ingenieursstudies in Eindhoven startte Coppens in 1983 op de afdeling consumentenelektronica van Philips. Later maakte hij de overstap naar een industriële dochter van de groep om uiteindelijk in 1998 in Turnhout te belanden. “Toen ik hier startte, had ik tien jaar van aanhoudende herstructureringen achter de rug. Toch was dat in zekere zin makkelijker dan wat ik vandaag doe. Rode cijfers op de balans zijn een goede motivator om de handen uit de mouwen te steken.”
In Turnhout moet Coppens het hebben van zijn eigen overtuigingkracht. “Het is een zeer sterke persoonlijkheid, soms op het randje van de dominantie, maar dat is noodzakelijk om een grote groep mee te krijgen,” meent Jo Robrechts. Zelf vindt hij dat alles staat of valt met de motivatie van werknemers. “Managers beweren nogal snel dat mensen tegen verandering zijn, maar ik geloof daar niet in. Ik ben er best trots op dat het overgrote deel van mijn medewerkers beseft dat we constant moeten evalueren wat onze rol is binnen het productieproces. Je moet altijd keuzes maken, ook als het goed gaat. De vakbonden stappen in dat verhaal mee,” aldus Coppens.
Het is tegelijkertijd zijn eigen bescheiden manier om duidelijk te maken dat de nieuwe investering van 35 miljoen hem niet zomaar in de schoot geworpen werd. “Aan de basis van zo’n beslissing ligt een steekhoudend en overtuigend businessverhaal, en dat hebben we in Turnhout. Dat weet het topmanagement ook.”
“Met zijn enthousiasme slaagt hij erin om ook zijn omgeving mee te sleuren,” meent Marcel Hendrickx, burgemeester voor de CD&V in Turnhout. Coppens en Hendrickx ontmoeten elkaar geregeld, want Philips Lighting engageerde zich samen met de stad voor het project Turnhout Lichtstad, een publiek-private samenwerking. “Als er in Turnhout een straat gerenoveerd wordt, mag Philips Lighting het lichtconcept uitwerken,” vertelt de burgemeester. Ook het Begijnhof van Turnhout en enkele andere historische gebouwen kregen een aangepaste verlichting mee. “Na een bedrijfsbezoek neemt Coppens zijn klanten vaak mee voor een etentje in de binnenstad. Een avondwandeling is een perfecte gelegenheid om een aantal producten te laten zien. Tegelijkertijd is het mooie reclame voor onze stad,” zegt Hendrickx.
Philips spant zich als grootste werkgever van Turnhout bovendien in voor een aantal streekprojecten. Zo ontfermt het bedrijf zich over probleemjongeren. Het zijn initiatieven waar Coppens ook persoonlijk bij betrokken is. “Ik ben echt verknocht aan deze streek. Ik zeg wel eens dat ik een echte Kempenaar ben, ook al loopt er tussen mijn woonplaats en mijn werkplaats toevallig een landsgrens.”
“Als Nederlander heeft hij toch een opvallende binding met de streek. Hij heeft geen mandaten, maar posteert wel zijn naaste medewerkers in de belangrijkste organen. Als het er echter op aan komt, is hij er wel,” schetst Jo Robrechts.
Coppens spendeert ook heel wat van zijn vrije tijd in Turnhout. “Zowat de hele familie is lid van de fanfare in zijn woonplaats. Geregeld trekt die naar Turnhout om hier te komen spelen,” weet burgemeester Marcel Hendrickx te vertellen. Coppens: “Mijn vijf zonen spelen net als ik klarinet. Niet omdat ze moeten, maar omdat ze er zelf mee begonnen zijn. Elk jaar vraag ik ze wel even of ze het nog leuk vinden. Als dat niet meer zo is, moeten ze er maar mee stoppen. Een beetje zoals mijn medewerkers: ik vind zelfsturing erg belangrijk, in een onderneming die weet wat ze wil, heb je niet veel nood aan hiërarchie.” Over zijn eigen carrière wil hij alleen kwijt dat hij “niet in Turnhout met pensioen zal gaan.”
HENK COPPENS (46)
Directeur van Philips Turnhout en senior vice president van Philips Lighting.
Haalde vorige week een nieuwe investering van 35 miljoen euro naar Turnhout.
Maakte van zijn fabriek hét innovatiecentrum voor lichttechnologie binnen Philips.
Raphael Cockx & Dirk Van Thuyne
Sinds zijn aantreden heeft Henk Coppens Philips Turnhout op korte termijn weten over te schakelen van een productiesite naar een innovatiecentrum.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier